Boek oorlog en voetbal
Gezegend door zijn talent, gedoemd door zijn Joodse afkomst
In het boek Schwalbe beschrijft Kurt Deswert de verzwegen geschiedenis van het Belgische voetbal in de oorlog. Een van de slachtoffers is de Amsterdammer Salomon Meljado, de vergeten sterspeler van Beerschot.
Wanneer Salomon ‘Sam’ Meljado in juli 1942 met 287 andere mannen in Les Mazures aankomt, heeft hij geen idee dat hij nooit meer een voetbalveld zal betreden. De voormalig voetballer van de Vlaamse club Beerschot heeft een gele ster op zijn borst. Hij wordt in het Noord-Franse dorp omringd door wachters van Organisation Todt, verantwoordelijk voor de aanleg van verdedigende stellingen als de Atlantikwall.
De naam van de Joodse Meljado, geboren Amsterdammer, is een week eerder uit het register geplukt. De Belgische politie staat niet veel later voor zijn deur in Antwerpen met een tewerkstelling. Bij aankomst in de voormalig gieterij in Les Mazures krijgt hij te horen dat één ontsnappingspoging leidt tot tien fusillades van medegevangenen. De Joodse mannen slapen op de grond, werken zeer lange dagen en raken ondervoed.
Geblokte keeper
In Nederland en België was het verhaal van Salomon Meljado tot voor kort nagenoeg onbekend. Schrijver Kurt Deswert wekte hem, en andere slachtoffers van de Holocaust, tot leven in zijn Schwalbe, een boek over de vergeten geschiedenis van het Belgische voetbal in de Tweede Wereldoorlog.
Deswert schetst hoe in het interbellum met het pessimisme ook het antisemitisme groeit in België. Ook in de sportverslaggeving wordt geen zin, geen alinea onbenut gelaten om Jodenhaat tentoon te spreiden.
Deswert schetst ook hoe Max Cohen als een van de weinige Joodse (ex)voetballers in België de oorlog wel overleeft. De geboren Rotterdammer was in de jaren ‘20 een kleine en geblokte keeper bij Union Sint-Gillis, woonachtig in Brussel. In het begin van de oorlog wordt hij aangehouden voor een klein vergrijp en daarna vastgezet. Hij komt terecht in Fort van Breendonk, ten zuiden van Antwerpen. Zijn leefruimte is kleiner dan een doelgebied. Na een controlebezoek van de Duitse militaire dienst wordt Cohen vrijgelaten op voorwaarde dat hij zijn leven lang zwijgt over ‘het kamp van de sluipende dood’. Cohen vlucht naar Parijs en overleeft onder de valse naam Ferdinand Petit de Europese slachtpartij van de Duitsers.
Competitie zonder Joodse inbreng
Dat geldt niet voor de in 1905 geboren Meljado. De zoon van een Amsterdamse diamanthandelaar is gezegend door zijn talent, gedoemd door zijn afkomst. Bij Beerschot maakt Mejado tijdens de succesjaren furore. Hij speelt 250 wedstrijden en wint vier titels aan de zijde van Raymond Braine. Die noemt zijn ploeggenoot ‘een wonderbaarlijke midvoor’ en baalt dat hij geen deel uitmaakt van het Belgisch elftal. Meljado behoudt zijn Nederlandse paspoort.
In Les Mazures doet het er jaren later niet meer toe. Terwijl de Belgische competitie zonder Joodse inbreng doorgaat, wordt Meljado in oktober 1942 op transport gesteld naar Auschwitz-Birkenau. Zijn ouders Hartog en Roosje Mejado zijn hem dan al voorgegaan.
Vanuit Auschwitz komt de uitgemergelde voetballer terecht in de kolenmijnen van Jawischowitz. Het laatste sprankje leven wordt uit hem geperst, vertelt medegevangene Abraham Wenger. “Uitgeput van mishandeling en veel te weinig voedsel werd Salomon Meljado ziek en naar de gaskamer gebracht.” Salomon Meljado was 37 jaar oud.
Schwalbe, Kurt Deswert, uitgegeven door Borgerhoff en Lamberigts, januari 2023. 308 pagina's.