InterviewAram Mahmoud
Gevluchte badmintonner Aram Mahmoud: ‘Het is zonde om niet je best te doen, dat zit altijd in mijn hoofd’
Arem Mahmoud hoorde op de Olympische Spelen in Tokio voor het eerst het lied Imagine van John Lennon. ‘De hoop dat alle mensen in vrede kunnen leven, spreekt ons natuurlijk heel erg aan’, zegt de uit Syrië gevluchte badmintonner.
Het maakt niet uit wat hij doet, maar het doel van Aram Mahmoud is om altijd de beste te worden. Dat heeft de 24-jarige badmintonner, die in 2015 van Syrië naar Nederland vluchtte, meegekregen van zijn vader. Zijn motto luidde: alles wat je doet, moet je 100 procent goed doen. “Dat zinnetje zit altijd in mijn hoofd”, zegt Aram na een training in sporthal Pellikaan in Almere. “Het was zonde van de tijd om niet je best te doen.”
Na zijn aankomst in Nederland stelde Mahmoud zich twee doelen. Hij wilde een studie beginnen om zich persoonlijk te ontwikkelen, en hij wilde een carrière als badmintonner opbouwen. Hij is trots op wat hij inmiddels heeft bereikt, als student commerciële economie aan de Johan Cruyff Academy en behorend tot de badmintontop van Nederland. Mahmoud, die uitkomt voor de Duitse Bundesligaclub Union Ludinghausen, geldt als een outsider tijdens de nationale titelstrijd, dit weekeinde in Almere. In 2020 reikte hij tot de halve eindstrijd, een jaar eerder was hij verliezend finalist.
Geen toekomstperspectief in Syrië
Maar eerst terug naar 2015, het jaar waarin hij met zijn oudste broer het door oorlog geteisterde Syrië verliet. Vader en moeder waren tegen hun vertrek, maar zijn broer wist hen te overtuigen dat het de beste optie was. In Syrië was het onveilig en het land bood hun geen toekomstperspectief. Mahmoud heeft zijn familie nu al ruim zes jaar niet gezien, maar heeft wel dagelijks contact met ze. “Hoe het met ze gaat? Goed wel, ze proberen te overleven.”
De kans bestaat dat Mahmoud mogelijk dit jaar met zijn familie wordt herenigd. Toen hij in 2015 als minderjarige naar Nederland kwam, had hij de hoop dat zijn gezinsleden hem spoedig zouden volgen. Dat gebeurde niet. Maar vorig jaar kreeg hij te horen dat zijn familie naar Nederland mag komen. “Het wachten is op de Syrische ambassade in Beiroet, opdat zij een visum verstrekken.”
Het was niet het enige goede nieuws dat Mahmoud kreeg in 2021. Tijdens een videocall werd hij door IOC-voorzitter Thomas Bach genoemd als een van de 29 uitverkorenen die als lid van het vluchtelingenteam naar de Olympische Spelen in Tokio mochten. Het lukte hem niet, zoals nadrukkelijk was gevraagd, het nieuws geheim te houden. Hij vertelde het aan zijn vader, die hem altijd had gestimuleerd om te sporten en coach van Aram en zijn zus Sana was.
Voor Mahmoud kwam een droom uit. Hij verloor in Tokio weliswaar van de als zesde geplaatste Indonesiër Jonathan Christie en Loh Kean Yew, de wereldkampioen van 2021 uit Singapore (‘Ik was niet gewend aan dat niveau’), maar hij genoot van elke minuut. Hij zag bijvoorbeeld ‘beroemde mensen’ als de tennissers Novak Djokovic, Daniil Medvedev en Stefano Tsitsipas. “Dat vond ik heel speciaal, ik kon en kan zelf nog altijd goed tennissen.”
Gelijk aan iedereen
In Tokio hoorde Mahmoud voor het eerst het lied Imagine van John Lennon. Hij ving al wat klanken op tijdens de openingsceremonie in het Olympisch Stadion en nam later de woorden van het nummer in zich op. “Het lied beschrijft dat wij mensen, wij vluchtelingen, gelijk moeten zijn aan iedereen. De hoop dat alle mensen in vrede kunnen leven en er geen oorlog meer is. Dat spreekt ons natuurlijk heel erg aan. Als er geen oorlog was geweest, was ik misschien voor Syrië naar de Spelen gegaan.”
Lees ook:
Badminton hielp deze vluchteling uit zijn isolement, nu wil Mahmoud naar de Spelen
De Syriër Aram Mahmoud (22) wil, gesteund door het IOC, naar de Spelen. ‘Iedereen ziet wat ik kan.’