InterviewIsayah Boers
Gedragen door zijn geloof hoopt atleet Boers de hemel te bestormen
Atleet Isayah Boers, de nieuwe Nederlands kampioen op de 400 meter, heeft het in zijn leven niet altijd makkelijk gehad. Op de EK indoor van komende week is hij een serieuze medaillekandidaat. ‘Ik denk dat waar ik nu sta deels door mijn harde werk komt, maar vooral door God.’
Een paar uur voor de finale van de nationale indoorkampioenschappen ging atleet Isayah Boers in gebed. Hij was in tranen. Daar, in alle vroegte thuis op zijn kamer, voelde hij dat de lange weg die achter hem lag eindelijk naar de hoogste trede van het ereschavot zou leiden.
“Het was een spirituele ervaring”, blikt hij terug, tijdens de teampresentatie voor de EK van komende week. “Ik moest heel erg huilen, omdat ik toen wist dat ik die middag zou gaan winnen.”
Met dat vertrouwen reisde hij uitzonderlijk relaxed af naar de wedstrijdbaan in Apeldoorn. Zijn zussen zouden ook komen, wat het extra speciaal maakte want zo vaak is zijn familie er niet bij. Nervositeit daardoor? Extra druk? Nee, niets. Boers voelde aan alles dat hij die dag als eerste over de streep zou komen. “Dat kwam door God.”
Serieuze medaillekandidaat
Gedragen door het geloof rende hij, acht dagen geleden inmiddels, harder dan ooit over 400 meter: in een persoonlijk record van 45,72 seconden won hij op 23-jarige leeftijd zijn eerste Nederlandse titel. Het was de tweede tijd van dit jaar in Europa. Daarmee toonde hij zich meteen een serieuze medaillekandidaat voor de Europese atletiekkampioenschappen, die donderdag in Istanbul beginnen.
In een vergaderruimte van nationaal sportcentrum Papendal vindt er deze middag een meet-and-greet plaats tussen de Nederlandse deelnemers en media. Dat levert doorgaans vluchtige gesprekken op, waarin de laatste wetenswaardigheden worden uitgewisseld voordat het vliegtuig naar een internationaal toernooi wacht. Maar Boers geeft, ondanks de onpersoonlijke setting met kantoormeubilair, een inkijkje in zijn leven en gevoelswereld.
Het nationale goud is belangrijk voor hem, verklaart hij, ook omdat het internationaal spreekt. Boers versloeg immers een wereldtopper als Liemarvin Bonevacia. “Hij heeft een olympische finale gelopen en daar streef ik ook naar.” Na jaren van klein leed is hij niet bang om groot te dromen.
Het juiste raceplan
Dit is pas het derde jaar waarin Boers uitkomt op de 400 meter - de sterkst bezette afstand in Nederland. Daarvoor beproefde hij z’n geluk op de korte sprint: de 100 en 200 meter. “Als ik nu al zulke dingen kan laten zien, dan belooft dat wat voor de komende jaren.”
Vorig seizoen meldde hij zich voor het eerst bij de nationale elite, met een tweede plek op de NK. Maar daarna bleven aansprekende resultaten uit. Wat zich wreekte, was dat Boers wedstrijden op slechts één manier kon lopen: hard openen en dan in de tweede helft van de race zien hoe lang hij het volhield. De voorbije tijd probeerde hij daarom verschillende dingen uit en nu denkt hij het juiste raceplan te hebben gevonden.
Om goed gebruik te maken van zijn snelheid opent hij nog steeds hard, maar tussen de 200 en 250 meter laadt hij zichzelf vervolgens op, om daarna weer alles te kunnen geven. “Tussen de 250 en 300 ging Liemarvin vorig jaar over me heen. Nu wist ik hem achter me te houden. Ik heb hard gewerkt om mezelf tactisch te verbeteren.”
Redelijk zware jeugd
Boers denkt dat hij door God met een specifieke reden op aarde is gezet en dat maakt schatplichtig. “Hij heeft me een talent gegeven en het is aan mij om dat aan de wereld te laten zien.” Het geloof motiveert hem en geeft kracht, zoals die ochtend in zijn kamer voor de NK-finale.
Of hij andere voorbeelden heeft? Zeker, glimlacht Boers, die veel in de Bijbel leest maar niet is aangesloten bij een kerkgenootschap.. “Ik heb een redelijk zware jeugd gehad. Door het geloof had ik toch altijd wel hoop. Er zijn te veel dingen in mijn leven gebeurd die ik niet kan verklaren, anders dan dat God me daardoor heen heeft gehaald. Zo zie ik het. Ik denk dat waar ik nu sta deels door mijn harde werk komt maar vooral door God.”
Toen hij twee jaar oud was, gingen zijn ouders uit elkaar en vertrok zijn vader naar Cyprus. Boers bleef bij zijn moeder in Amsterdam wonen, die het moeilijk had als alleenstaande ouder. “Toen ik opgroeide, was ik best een probleemkind. Ik hing vaak op straat rond. Mijn moeder, die uit Jamaica komt en hier geen familie had, heeft me naar mijn oma in Londen gestuurd. Daar konden ook mijn ooms en tantes voor me zorgen.”
Even de ogen sluiten
Van zijn tiende tot zijn zestiende woonde hij in de Engelse hoofdstad. “Niet per se in de mooiste buurt”, vertelt Boers. “Er waren veel hangjongeren en ik had snel de verkeerde kant op kunnen gaan. Door mijn geloof bleef ik op het goede pad en ging ik naar de atletiektrainingen. Vrienden zeiden: ‘Al dat trainen, je gaat toch nergens naartoe’. Het heeft lang geduurd, maar uiteindelijk sta ik nu wel hier.”
Hij kwam terug naar Nederland, omdat hier betere faciliteiten waren ‘om de next level te bereiken’. In de trainingsgroep op Papendal zijn meer gelovigen. Voor wedstrijden met het estafetteteam neemt Boers vaak het initiatief om samen te bidden. Meestal doen ook de atleten mee die niet geloven. “Zij komen erbij, even de ogen sluiten, om er een team-ding van te maken.”
Het gaat daarbij om de beleving, om het samen voelen, niet om het vertoon. Boers slaat ook nooit kruisjes op de baan. “Ik geloof niet in gebaren.” Van de grote woorden is hij wel. “Vergeleken met andere atleten praat ik hoog over mezelf. Minder bescheiden. Maar ik weet waar ik toe in staat ben en denk dat er veel mogelijk is, ook op de EK.”
Lees ook:
Meuwly, een man van details en afspraken, heeft van Nederland een 400 meterland gemaakt
Op de WK indoor in Belgrado hebben de Nederlandse atleten de meeste medaillekansen op de 400 meter. Architect achter dat succes is de Zwitserse coach Laurent Meuwly. ‘Ik moest ze laten inzien dat de 400 meter iets anders is dan de korte sprintnummers en dat daar andere dingen voor nodig zijn.’