ReportageManchester

Fan owned football, bloody hell! Hoe supporters van Manchester het echte clubgevoel hervonden

Supporters zingen voor FC United op Broadhurst Park. Beeld Eddie Garvey
Supporters zingen voor FC United op Broadhurst Park.Beeld Eddie Garvey

Manchester United verbrak onlangs zijn miljoenencontract met het Russische Aeroflot vanwege de Oekraïne-oorlog. Een aantal supporters keert zich al jaren tegen de vercommercialisering van het Engelse voetbal, waarbij ethiek en clubliefde het vaak afleggen tegen de zucht naar winst.

Niels Posthumus

Het is fris op Broadhurst Park, het bescheiden stadion van FC United of Manchester. Sophie Kenyon (29) staat naast haar vader, handen weggestopt in haar winterjas. De twee zijn altijd op dezelfde plek te vinden: recht achter het doel op de staantribune. Onvermoeibaar heffen de ruim duizend fans die elke thuiswedstrijd bezoeken daar clubliederen aan, hoewel hun ploeg slechts uitkomt op het zevende niveau in Engeland. Het gaat de supporters dan ook niet om weergaloze combinaties of goals op het veld, maar om het ouderwetse clubgevoel dat rond de wedstrijden heerst.

Het ruikt op de tribune naar bier en nat gras. In een container bij de cornervlag zijn Engelse pies met dikke lagen gravy te koop. Al sinds de start van de club, kortweg FC United genoemd, bezoeken Kenyon en haar vader iedere thuiswedstrijd. Ze hoorden in 2005 bij de Manchester United-fans die zich uit protest afscheidden van die Premier League-grootmacht. Dat deden ze nadat de club was overgenomen door de Amerikaanse Glazer-familie. Ze hadden het gevoel dat hun club werd gekaapt door een buitenlandse investeerder zonder voetbalhart.

Ze besloten een nieuwe club te beginnen, waarin zij het als supporters voor het zeggen zouden hebben. FC United telt nu 2994 leden en daarmee 2994 eigenaren. Want binnen de democratische clubstructuur kunnen fans over alles meebeslissen: van het budget voor de selectie tot aan het ontwerp van de shirts. Vooral op de iets lagere speelniveaus in Engeland kom je zulke fan owned voetbalclubs inmiddels geregeld tegen. Behalve FC United zijn AFC Wimbledon uit Londen en Exeter City FC, die slechts twee niveaus onder de Premier League spelen, de bekendste voorbeelden.

Plots stond ze langs de lijn bij een semi-amateurclub

Kenyon was in 2005 pas twaalf jaar oud. In de jaren ervoor was ze zo vaak mogelijk met haar vader naar wedstrijden van Manchester United in stadion Old Trafford gegaan. “Een keer of drie per jaar”, vertelt ze. “Vaker kon mijn vader zich het niet veroorloven.” Ze zag dan spelers als Ruud van Nistelrooij en Paul Scholes. In 2000, 2001 én 2003 werden ze landskampioen. Twee jaar na die laatste landstitel stond ze plots langs de lijn bij een semi-amateurclub. Weliswaar eentje met dezelfde clubkleuren als Manchester United, met dezelfde fanliederen ook, en een logo waarin de vertrouwde clubsymbolen waren overgenomen, maar zonder geld. Zonder stervoetballers.

Toch vond ze juist die kleinschaligheid leuk. “Ik was te jong om veel van de overname door de Glazers te begrijpen, maar mijn vader zei dat het onacceptabel was”, zegt Kenyon. Dat geloofde ze. “Op Old Trafford hadden we altijd de goedkoopste kaarten gehad. Dan zaten we helemaal in de nok van het stadion. Je kon er nauwelijks iets zien. Bij FC United stond ik pal naast het veld. Als de spelers scoorden, kwamen ze op ons af rennen om ons te omhelzen. Het was zo’n andere ervaring.”

In 2005 voelde het voor menig Engels voetbalfan nog als een schok dat een buitenlandse investeerder zomaar de grootste club van het land kon overnemen. Al veranderden er al wel langer dingen. In 1992 hadden de belangrijkste clubs een eigen elitedivisie met de naam Premier League opgericht. Speeltijden veranderden om televisiekijkers te plezieren. Kaartjes werden duurder. En Chelsea was in 2003 al opgekocht door de Rus Roman Abramovitsj. Maar toch, de honderden miljoenen oliedollars uit het Midden-Oosten hadden hun weg toen nog niet gevonden naar clubs als bijvoorbeeld Manchester City (Abu Dhabi) en vorig jaar nog Newcastle United (Saudi-Arabië).

FC United-fans  Beeld Eddie Garvey
FC United-fansBeeld Eddie Garvey

Het verschil tussen Abramovitsj en de Glazer-familie was bovendien dat die eerste Chelsea vooral als prestigeobject leek te zien. De Rus investeerde in de club. De Glazers wilden juist verdienen. Zij bouwden de schuld van Manchester United binnen vijftien jaar uit tot meer dan een half miljard euro, terwijl zij tegelijkertijd tientallen miljoenen per jaar voor zichzelf aan dividend uit de club trokken.

Overigens is Abramovitsj van plan zich uit Chelsea terug te trekken, uit vrees voor nieuwe Britse sancties tegen omstreden Russische oligarchen, vanwege de oorlog in Oekraïne. En Manchester United zegde onlangs, na de start van die oorlog, in allerijl de lucratieve sponsordeal met de Russische luchtvaartmaatschappij Aeroflot op, uit angst voor imagoschade. FC United daarentegen heeft in de beginselverklaring opgenomen nooit met een shirtsponsor te zullen spelen. Dan heb je zulke problemen niet: de commercie verpest in dat geval nooit het clubtenue.

Het was niet makkelijk om Manchester United achter me te laten

Vinny Thompson (65) had het in 2005 al volledig gehad met de Glazers. “Maar het was niet makkelijk om Manchester United achter me te laten. Die club was lang zo’n groot deel van mijn leven geweest.” Hij staat bier te tappen in de catacomben van Broadhurst Park: kaal hoofd, brilletje op en een grote vlag achter hem met het logo van FC United en de tekst: ‘Fan owned football, bloody hell!’ Hij wijst op een van de tapkranen. “Ik heb een nieuwe pale ale. Wil je die proberen?”

Thompson vertrok bij Manchester United, omdat hij weigerde ook maar één cent aan de Glazers te geven. Het is eenrichtingsverkeer, legt hij uit: supporters moeten betalen, de Amerikaanse clubeigenaren vullen hun zakken. Alleen al de goedkoopste seizoenskaarten voor een volwassen fan kosten 640 euro. Dat is bijna drie keer zoveel als de voordeligste seizoenskaarten voor Ajax.

Als er buiten op het veld wordt gescoord, merkt Thompson dat achter de bar alleen door het lawaai op de tribune boven hem. “De thuiswedstrijden zie ik nooit”, zegt hij. Maar erg vindt hij het niet dat hij de wedstrijd tegen Staleybridge Celtic nu mist. Hij lacht. “Het niveau is toch shit.” Veel mensen vergeten tegenwoordig bovendien, zo verzucht hij, dat supporter zijn meer behelst dan slechts negentig minuten naar een veld staren. Zaterdag hoort in zijn ogen een waar dagje uit te zijn: vooraf ontmoet je vrienden in de kroeg, na de wedstrijd blijf je hangen. En dat doet hij allemaal wél.

Voetbal vermengt met idealisme

In de beginselverklaring van FC United of Manchester is vastgelegd dat de club nooit door iemand mag worden opgekocht. Er heerst democratie: de stem van elk lid weegt even zwaar. Ook staat er volgens Paul Butcher, democratisch verkozen bestuurslid, in het manifest dat de club als kerndoel heeft om ‘de kracht van voetbal te gebruiken om de gemeenschap van dienst te zijn’.

“We willen een team hebben dat wint”, zegt hij. “Maar daar gaat het niet uitsluitend om. We willen vooral dat zoveel mogelijk mensen in de omgeving van het stadion onderdeel zijn van de club en daar trots op zijn.”

De club telt dan ook een heel leger aan vrijwilligers. Die houden de voedselbank van de club voor arme inwoners van Manchester draaiende, organiseren jeugdevenementen en houden inzamelingsacties voor daklozen en asielzoekers. De voetballers van FC United spelen op semiprofessionele basis bij de club. De bestbetaalde speler verdient rond de 1000 pond per maand.

“Het mooiste van FC United”, zegt Thompson, “is dat je hier qua gevoel weer even terug bent in de jaren zeventig: biertje in de hand, staand in het stadion, jezelf doof schreeuwend en zingend.” Hij maakt een wegwerpgebaar. “Die Premier League-stadions van nu zijn veel te stil.” Bij het kleine FC United voelt hij tenminste nog die bijna fysieke verknochtheid aan de club, zoals het vroeger overal was. “Dit stadion is een monument van verzet, van veerkracht.” Hij bedoelt: een symbool tegen de commercialisering van de sport en voor het herleven van het ware Britse voetbal. “Ja, zo voelt het.”

Toch moeten de Engelse voetbaljaren zeventig en tachtig ook weer niet te veel worden geromantiseerd, waarschuwt Mark Perryman. Hij is docent sport- en vrijetijdscultuur aan de Universiteit van Brighton. Want hooligans domineerden in die tijd de sfeer rond de sport. Dieptepunt waren de rellen rond de Europa Cup I-finale in 1985 tussen fans van Liverpool en Juventus, het Heizeldrama, waarbij 39 mensen om het leven kwamen en ruim 400 supporters gewond raakten, met name Italiaanse fans. Alle Engelse clubs werden daarna voor vijf jaar uitgesloten van internationale wedstrijden.

“Engels voetbal was een sport in crisis”, zegt Perryman. Het succes van het nationale team op het WK 1990 (halve finale) en de vorming van de Premier League in 1992 veranderde dat. Opeens werd voetbal weer populair en was het niet langer enigszins beschamend om je als keurig lid van de middenklasse openlijk te associëren met een Engelse club. “Dat was op zich een enorm positieve ontwikkeling, alleen sloeg de Premier League helaas al snel een volledig commerciële weg in.”

Het werd een echte tv-competitie, met onwaarschijnlijk veel fans, maar dan wel supporters die nooit een voet in het stadion van hun favoriete club zetten. Wedstrijden worden nu uitgezonden in 212 landen. De tv-rechten zijn voor de komende drie seizoenen verkocht voor een slordige 5 miljard euro. De Premier League is een product geworden. Het dagje uit naar een wedstrijd met de familie, dat wat Thompson bij FC United zoekt, verdween inderdaad voor het merendeel van de Premier League-fans. En daarmee brokkelde de band tussen clubs en de gemeenschap rond de stadions af.

Toen Perryman zelf, tien jaar geleden, nog een seizoenskaart had bij Tottenham Hotspur kwam bijvoorbeeld al bijna niemand in zijn vak nog uit de Londense wijk Tottenham. Zij moedigden de voetballers van de Spurs aan, maar keken vaak juist neer op de relatief arme wijk Tottenham zelf, met zijn vele etnische minderheden en hoge criminaliteitscijfers. Ze kwamen voor de aftrap met de metro bij het stadion aan en gingen na het laatste fluitsignaal rap weer terug naar hun luxe voorsteden. Perryman vond de sfeer steeds minder leuk. Ook hij ruilde zijn Premier League-seizoenskaart in voor eentje van een fan owned club: Lewis FC in zijn geval.

Ondanks de Glazers hopen ze nog wel dat Manchester United wint

De wedstrijd op Broadhurst Park tegen Staleybridge Celtic eindigt in een overwinning voor FC United: 2-1. Een late tegengoal maakt het in blessuretijd nog even billenknijpen voor Kenyon en haar vader. Intussen grijpen supporters op de tribune hun telefoon. Daarop zoeken zij de einduitslag van Manchester United, dat op hetzelfde tijdstip speelde. Ze mogen dan fel tegen de Glazers zijn, ze hopen nog wel altijd dat Manchester United wint.

Dat geldt ook voor Kenyon. “Al is het meer een soort stille hoop.” Hardop juicht ze alleen nog voor FC United. Naar Old Trafford is ze nooit meer geweest. Zelfs niet toen ze via haar werkgever gratis kaarten kon regelen. Nee, ze ziet FC United ook liever niet opklimmen naar de Premier League. Twee of drie niveaus hoger dan nu, uitkomen in een van de lagere landelijke profcompetities, lijkt haar ideaal. Maar zelfs zo’n bescheiden stijging ziet ze liever over een periode van tien tot vijftien jaar.

Natuurlijk wil ze dat haar club elke week wint, zegt Kenyon, terwijl het stadion onder aanhoudend gezang langzaam leegloopt. Maar als het te snel gaat, als het aantal supporters te vlot groeit, bestaat de kans dat niet iedereen die mede-eigenaar wordt, het idealistische karakter van FC United begrijpt. “En ik zie graag alleen nieuwe fans die helemaal meegaan in de filosofie van onze club.”

Lees ook:

De Super League liet vooral zien hoe anders Amerikanen tegen sport aankijken

Het plan voor een nieuwe Super League leidde deze week tot collectieve verontwaardiging. Op de achtergrond speelt de snel groeiende invloed van Amerikanen op het Europese voetbal. Ze kwamen hard in botsing met de Europese sportcultuur.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden