‘Moet je eerst dood voordat je jezelf mag beschermen?’ Bij oud-hockeyster Noor Holsboer vechten ergernis over het veiligheidsbeleid en berusting om voorrang. ‘Alle maatregelen die je zou moeten nemen, gaan ten koste van het spektakel van de sport.’ Deel 7 van een serie.
Noor Holsboer zit gevangen in het leven van een oude bejaarde. Zo omschreef haar klinisch neuropsycholoog de situatie ooit treffend. Hersenletsel heeft ervoor gezorgd dat de voormalige tophockeyster voor 80 procent is afgekeurd en een hoofd heeft dat snel overbelast raakt door prikkels. Als ze ’s avonds uit eten gaat, is ze de volgende dag gesloopt. “Mijn mentale energie is heel laag.”
Het wordt steeds duidelijker in de sport hoe schadelijk de impact van klappen kan zijn voor de gezondheid, juist als ze een repetitief karakter hebben. Ook bij Holsboer (55) is het niet één incident geweest dat haar werkelijkheid blijvend veranderde. Het was de stapeling van hersentrauma’s waar zij nooit meer van herstelde. “Het cumulatieve effect maakt dat ik niet meer de oude wordt.”
Slechts scheenbeschermers en een bitje
Het eerste ongeval vond plaats in december 2004, tijdens een competitiewedstrijd met haar club HGC. De wereldkampioene en tweevoudig winnares van olympisch brons zat al in de nadagen van haar carrière. Bij een strafcorner van de tegenpartij positioneerde Holsboer zich als verdedigster op de lijn. Zoals ze gewend was om te doen, met enkel scheenbeschermers en een bitje ter bescherming.
De ballen werden in die tijd bij corners nog geslagen, en niet gepusht zoals nu gebruikelijk is. Het projectiel moest volgens de regels wel laag blijven, maar vloog ditmaal door een mis-hit de lucht in. Met een snelheid van naar schatting 120 kilometer per uur raakte de bal Holsboer vlak boven haar oor. Ze ging meteen out.
Eenmaal bijgekomen, weigerde ze naar het ziekenhuis te gaan. Dat was toch nergens voor nodig? Ze nam een douche en vertrok naar haar ouders, zodat die haar ’s nachts een beetje in de gaten konden houden. “Tegenwoordig zijn er ook in het hockey protocollen die gevolgd moeten worden bij hoofdletsel. Toen waren die er nog niet. Natuurlijk had iemand mij moeten overrulen en me naar de Eerste Hulp moeten sturen om me na te laten kijken.”
Schedel gebroken door de puntbelasting van de hockeybal
Pas na een maand realiseerde Holsboer zich dat de gevolgen van die klap toch groter waren dan gedacht. Als arts bij de Nederlandse Transplantatie Stichting deed ze eindeloos lang over dossiers, en allerlei prikkels in het dagelijks leven – het hebben van mensen om haar heen, harde geluiden – waren haar te veel. Een CT-scan wees uit dat ze haar schedel had gebroken. De kleine, harde hockeybal had voor een enorme puntbelasting op één plek gezorgd.
“Bij een hersenschudding, laat staan een kneuzing, is rust belangrijk. Ik heb me daar pas met een vertraging van vier weken aan overgegeven. Wat de gevolgen daarvan zijn, is niet te zeggen. Het is wel zo dat de eerste zes weken vaak redelijk cruciaal zijn.”
Een lange revalidatie volgde, onder begeleiding van een sportarts, neuroloog en revalidatiearts. Maar Holsboer herstelde. Na ruim een jaar, in januari 2006, was ze fysiek weer in staat om een wedstrijd te spelen. Toch zou het nog tot de zomer duren voor ze daadwerkelijk haar rentree maakte.
Hoofdbescherming is verboden
“Aan de keukentafel had ik samen met mijn broer, die handig is met glasvezel en carbon, een helm gebouwd. Ik wilde nooit meer zonder hoofdbescherming het veld in. Alleen mocht dat volgens de reglementen niet. Nog steeds niet trouwens. Hoe verzinnen ze het? Moet je eerst dood voordat je jezelf mag beschermen?”
Natuurlijk informeerde ze bij de bonden naar het waarom achter de regel. Het dragen van hoofddeksels zou volgens de beleidsmakers, nationaal en internationaal, verruwing van de sport in de hand werken. Wie beter beschermd is, zou meer durven en agressiever gaan spelen. “En het is ook een image-ding hè. Ze zien hockeyers liever niet met een helmpje op.”
Holsboer kreeg er uiteindelijk medische dispensatie voor. Wel moest ze haar helm aan de buitenkant van een laagje schuimrubber voorzien om geen gevaar te vormen voor de onbeschermde medespeelsters.
Continu een kater
Lang kon ze niet van haar hervonden sportgeluk genieten. Eind 2007 kwam ze hard in botsing met een tegenstandster. Ze liep tegen de ander aan en de klap die dat genereerde, trok door haar hele lichaam. Meteen voelde ze in haar hersenpan: dit is niet goed. Een herhaling van de klachten volgde, een revalidatie van dit keer drie maanden en het besluit om te stoppen met tophockey.
Haar hoofd was haar zwakke plek geworden, dat was duidelijk. Toen ze negen jaar later een auto-ongeluk kreeg, omdat de bestuurder achter haar niet doorhad dat er geremd moest worden voor een file, begon alles weer van voren af aan. Alleen met één belangrijk verschil: nu zou ze nooit meer herstellen. “Waarschijnlijk had dat verkeersongeval niet die impact gehad als ik daarvoor niet al klappen had gehad. De schade was er al.”
Holsboer heeft moeten leren omgaan met wat ze verloren heeft. “Alles wat ik vroeger zonder enig probleem deed – de was, boodschappen – kost nu een ander soort energie. Beeld- en geluidprikkels komen veel heftiger binnen. Het is alsof ik continu een kater heb. Dat misselijkmakende rotgevoel in je hoofd, wat je ook kan hebben als je te veel gezopen hebt, dat heb ik altijd.”
Maatregelen gaan ten koste van het spektakel
Of de sportwereld zich voldoende bewust is van de risico’s? Holsboer lacht schamper. Het besef daalt heel langzaam in, stelt ze. De lijnverdedigers mogen bij strafcorners inmiddels een masker dragen, een helm nog steeds niet. “Alle maatregelen die je zou moeten nemen, gaan ten koste van het spektakel van de sport en de commerciële belangen zijn groot.
“Er gaat zo veel geld in topsport om. Zeker in zoiets als American football. Veel onderzoeken worden vanuit de sport zelf bekostigd, maar daardoor is het ook makkelijker de uitkomsten in de doofpot te stoppen: ‘het valt wel mee’, want we maken onze eigen sport kapot als duidelijk wordt dat het zo gevaarlijk is.
“Voor een sporter zelf is het moeilijk te beseffen wat de gevolgen van een blessure op de lange termijn kunnen zijn. Zeker topsporters willen altijd het hoogste en zoeken daarbij de grenzen op. Met pijn spelen? Dat hoort er soms bij, vond ik destijds. Een sporter moet ook zonder allerlei donkere toekomstscenario’s kunnen genieten van z’n sport.”
Coach moet accepteren dat de medicus beslist
Het is dan alleen wel belangrijk dat de medische begeleiding onafhankelijk is, stelt Holsboer. “Dat een arts of fysiotherapeut echt op medisch inhoudelijke gronden beoordeelt of een speler wedstrijdfit is en zich niet laat leiden door het sportieve belang. Eigenwijze sporters moeten overruled worden en de coach moet accepteren dat de medicus over het welzijn van de sporter beslist. Dat gaat nogal eens fout.”
Daar is nog veel te winnen. Holsboer heeft veel verloren. Geen afspraak of activiteit kan ze nog gedachteloos inplannen. Rust regeert. “Om kwaliteit van leven te houden, is een volledige gedragsverandering nodig. Dat went nooit.”
Lees ook:
Delaila Amega’s knieën zijn kapot: ‘Altijd ja zeggen kost soms je gezondheid’
Ze heeft geen kruisband meer over. De knieën van handbalster Delaila Amega vertellen het verhaal van haar carrière. ‘Als je overal ja op zegt, kost dat in sommige gevallen gewoon je gezondheid.’
Calorieën tellen om fit te worden: hockeyster Lisa Scheerlinck ontwikkelde anorexia
Hockeyster Lisa Scheerlinck betaalde voor haar sportieve droom een hoge prijs: ze ontwikkelde de eetstoornis anorexia. Ze woog 42 kilo, werd niet meer ongesteld en haar haar viel uit. ‘Ik ben met een verkeerde blik naar voeding gaan kijken, of de begeleiding is misschien niet voldoende geweest.’