Sport en bezinningEsther Vergeer

Esther Vergeer: ‘Ik kreeg een dochtertje, borstkanker en toen werd Tokio uitgesteld’

Chefs de mission Pieter van den Hoogenband en Esther Vergeer in het Olympisch Stadion in Amsterdam. Beeld ANP
Chefs de mission Pieter van den Hoogenband en Esther Vergeer in het Olympisch Stadion in Amsterdam.Beeld ANP

In een sportloze tijd is er ruimte voor bezinning. Hoe moet het verder met de sport? In deel 7 van een serie waarin sporters, coaches en experts aan het woord komen: Esther Vergeer, chef de mission van de paralympische ploeg.

Kick Hommes

Het is 7 januari als Esther Vergeer het slechte nieuws hoort. Ze heeft borstkanker, in agressieve vorm. Op dat moment stapt ze ‘een sneltrein in’. Twee weken na de diagnose heeft ze haar eerste chemokuur.

“Ik ben er beroerd van geweest, was moe en misselijk, kreeg last van zwarte nagels, dove vingertoppen en mijn haar viel uit. Gedurende de tweede serie chemo’s is welover­wogen besloten mij te opereren en te bestralen. Gelukkig zag het er dusdanig goed uit, dat chemo niet meer nodig is. De behandelingen konden gewoon doorgaan, ondanks de crisis.”

Vergeer (38), jarenlang ongenaakbaar in het rolstoeltennis en inmiddels chef de mission van de paralympische ploeg, praat achter haar laptop vrijuit over haar ziekte via een videobelapp. Ze wil het er best over hebben, als het onderwerp maar niet het interview beheerst. Ze komt net uit een bestraling, de derde van twintig, en is ­vrolijk. Het gaat goed. “Na de ope­ratie is het weefsel onderzocht en was er geen tumorcel meer te vinden. Aan het eind van de maand is het traject voltooid. Dan ben ik schoon, is het klaar.”

Waarom moet het mij overkomen? Heb ik niet genoeg op mijn bordje gehad?

Ze begint over theatermaker Marc de Hond, die op de dag van het interview aan de gevolgen van kanker overleed. Ze had een goede band met hem. Vergeer: “Dat had mij ook kunnen overkomen. Kanker is gewoon een kloteziekte. Ik ben positief ingesteld, maar heb wel verdriet toegelaten. Waarom moet het mij overkomen? Heb ik niet genoeg op mijn bordje gehad? Gelukkig helpt mijn fysieke achtergrond als topsporter, maar ook ik was helemaal kapot toen ik op mijn handbike een eerste bruggetje over moest. Chemo is gewoon puur gif.”

Persoonlijk was het in de coronacrisis improviseren. Vergeer: “Na ­elke behandeling hebben we ons dochtertje een paar dagen naar de grootouders gebracht. Het ontbrak me op die dagen aan energie om er echt voor haar te zijn. Dat was een dubbel gevoel. Het kostte al veel moeite om een dochter te krijgen (Vergeer en haar man kregen Jinte eind vorig jaar via een draagmoeder in Canada, red.) en dan doe je haar weg. Het klopte gevoelsmatig niet. Superfijn dat we nu weer toffe dingen met elkaar kunnen doen.”

En dan was er dus ook nog de ­coronacrisis. Vergeers werk is veranderd, Tokio is uitgesteld naar volgend jaar. Voor haar gezondheid kwam het uitstel goed uit. Ze kan waarschijnlijk hersteld en topfit in 2021 naar Japan.

Dit is een serie over bezinning in de sport tijdens de coronacrisis. Wat kan jij met dat woord?

“Ik kan het wel koppelen aan mijn persoonlijke situatie en wat ik in ruim een half jaar heb meegemaakt. Ik kreeg een dochtertje en ik kreeg borstkanker. Toen was er crisis. Ik merk nu hoe waardevol thuistijd is. En ik kan efficiënter werken.”

In hoeverre is dat anders dan wat je normaal zou doen?

“Ik heb gemerkt dat ik mijn tijd anders kan indelen. Bijvoorbeeld omdat vergaderen grotendeels digitaal kan. De tijd wil ik graag gebruiken om meer trainingen van de sporters te bezoeken. Dat moet prioriteit zijn.”

Zal een topsporter iets van ­bezinning merken?

“Nee, die moet nog steeds trainingsuren maken, daar kun je als topsporter nooit op inleveren. Maar op rond de wereld vliegen misschien wel. Ik snap dat in het buitenland soms effectiever kan worden getraind. Dat hoeft alleen echt niet altijd. En als we gaan, waarom dan niet eens met de trein in plaats van vliegen?”

Hoe is de crisis bij de atleten van de para­lympische ploeg binnengekomen?

“Ik heb veel atleten opgebeld. Niet allemaal, de lijst ligt nog voor me. De een benadert het heel gemak­kelijk, maar anderen zagen de muren op zich afkomen. Het is ook moeilijk. Tokio is uitgesteld, dat geeft rust. Maar een jaar plus, want zo lang duurt het nog, is voor sommigen te ver. Financieel is het een uitdaging, of de privéplanning loopt in de soep. Iemand had co-schappen geregeld voor de studie geneeskunde. Er is geen garantie dat dat volgend jaar ook kan.”

Esther Vergeer Beeld ANP
Esther VergeerBeeld ANP

Heeft de paralympische sport schade opgelopen door de coronacrisis?

“De sport krijgt sowieso een opdonder. Paralympische topsport is inmiddels zo geïntegreerd en zo ­gelijkwaardig aan olympische sport, dat de consequenties hetzelfde zijn. Het is afwachten hoeveel geld er nog overblijft. Het ‘geluk’ is dat wij niet afhankelijk zijn van televisiegelden of de verkoop van entreetickets.

“Er is wel de kans om creatief te zijn. Sport is nu eenmaal een krachtig middel om de samenleving een boost te geven. De paralympische sport net zo. Bovendien roept de maatschappij nu ongelooflijk om integratie en inclusie. We willen dat iedereen meedoet. Dat zie je met George Floyd ook weer.”

Kan dat in de coronacrisis? Er wordt veel gezegd: een crisis is hét moment voor verandering.

“Dat weet ik niet. Ik zeg dit voor de paralympische sport en de gehandicaptensport: ik vind dat wij moeten meepraten. Er zijn alleen zoveel subgroepjes die nu vinden dat ze mee moeten praten. Ik denk dat

het een utopie is om te denken dat het vanaf nu allemaal goed geor­ganiseerd zal zijn. Er moet nog steeds iemand zijn die zijn vinger opsteekt en die zegt: Joehoe, leuk die plannen, maar wat betekent dat voor ons?”

Dit is het verhaal dat je altijd al hebt verteld. Luisteren mensen nu meer?

“Je merkt wel, en dat was al voor ­corona, dat de schreeuw om inclusie luider wordt. Niemand is daar tegen, als ik dit verhaal vertel. Alleen is het soms heel lastig om actie te ondernemen. Er moet zo veel worden geregeld met overheid, gemeenten, commerciële partners, sporters, bonden. En er zijn nog best veel beperkingen waar je tegenaan loopt. Financieel, of omdat er beperkte uitzendtijd is.”

Minister Slob bepaalde vorige week dat de Paralympische Spelen verplicht een halfuur zendtijd per dag moeten krijgen.

“Ja! Dat was wel een opsteker. Dertig minuten in plaats van tien minuten, zoals het was. We zijn er nog niet, maar er wordt over nagedacht, de daad wordt bij het woord gevoegd, en dat is heel belangrijk.”

Gehandicaptensport is een tak van sport die soms wordt vergeten, of als eerste wordt losgelaten bij een bezuiniging.

“Je moet niet elke gehandicapte over één kam scheren. Het klopt wel dat wij als paralympische topsporters soms nog weleens vergeten worden. Je moet iedere keer laten zien dat je er bent, dat je meetelt en dat je dat recht hebt, dus nu ook. Daarom is minister Slob een mooi voorbeeld. Hij neemt echt zijn verantwoordelijkheid.”

Frustrerend toch dat je nog moet opletten niet te worden vergeten?

“Het is wel een gewoonte geworden. Je bent er heel alert op, ­omdat ik er ook in geloof. Paralym­pische sport heeft mij veel gebracht en kan ook anderen heel veel brengen. Als paralympische topsporters kunnen we het ‘ongewone gewoon’ maken. Alleen is de vinger opsteken blijkbaar nog nodig. Dat is ook mijn rol.”

Zijn er cijfers over de gehandicaptensport en hoe die is geraakt door de crisis?

“Als ik naar mijn eigen foundation kijk, dan lag alles stil. (De Esther Vergeer Foundation maakt sporten op een gewone vereniging mogelijk voor kinderen met een lichamelijke beperking, red.) Ook voor de kinderen die wij helpen. Het was wel angstig: gaan zij als kwetsbare mensen de baan wel op? Durven ze wel?

“Gelukkig is 90 procent de tennisbaan weer opgegaan. Maar van een paar is de gezondheid zo kwetsbaar dat de ouders het niet aandurven. Die betrekken we er wel bij, via de app of een video.”

Kan de gehandicaptensport de maatschappij nu ook van inno­vaties voorzien?

“Misschien niet materialistisch. Maar wellicht, en dat bedenk ik ter plekke, kunnen revaliderende Covid-patiënten wel worden geholpen. Soms hebben ze er de rest van hun leven last van, las ik. Dan moet je het dus doen met een beperking, wat voor een dan ook. Een paralympiër kan veel bijdragen: als voorbeeld voor een patiënt of voor steun en inspiratie.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden