InterviewPaardensport
Dubbeldam heeft met Carlyle weer zicht op de Spelen
Jeroen Dubbeldam beschikt met Carlyle weer over een ‘prijzenpaard’. Met de twaalfjarige ruin richt de ervaren ruiter zich op de Spelen van volgend jaar in Tokio.
Als geen ander weet Jeroen Dubbeldam hoe het is om opnieuw te moeten beginnen. Van de eerste kennismaking met het paard tot het winnen van grote wedstrijden. Hij deed het met De Sjiem, Up and Down en de laatste jaren met Zenith, waarmee hij op 0,02 seconde de barrage voor het olympisch goud miste in Rio.
De 47-jarige stalhouder uit het Twentse Weerselo houdt van het proces. Hij heeft het in zich om van ruiter en paard een winnende combinatie te maken. “Vaak zie je ruiters even een tijd niet en na een paar jaar rijden ze weer vooraan mee. Dan laat je zien dat je een goede ruiter bent.”
Hoofdprijzen
De olympisch kampioen van Sydney (2000) heeft sinds oktober vorig jaar met Carlyle weer een ‘prijzenpaard’ tot zijn beschikking. De twaalfjarige ruin is eigendom van de Duitse stal Gestüt Eichenhain, die hem had ondergebracht bij de Zweedse topruiter Rolf-Göran Bengtsson. Die bedankte echter voor de eer. Dat Dubbeldam werd gevraagd, zegt alles over zijn status.
Na een carrière vol hoofdprijzen – naast olympisch goud onder meer drie wereldtitels en twee Europese titels – twijfelt niemand aan zijn kundigheid. Hij hoort al twee decennia bij de top. Met Carlyle dient zich weer een buitenkans aan voor Dubbeldam, die na het afscheid van Zenith vanaf nul moest beginnen.
In januari werd de combinatie op Jumping Amsterdam knap zevende en op het NK springen, anderhalve week geleden in het Limburgse Kronenberg, veroverde Dubbeldam brons. Hij noteerde slechts één springfout in drie dagen, en dat pas na een handvol topwedstrijden met z’n nieuwste aanwinst. Het gaf hem de broodnodige bevestiging.
Ontdekkingsfase
“Ik moet hem leren kennen, we zitten nog in de ontdekkingsfase. Ik wist niet waar we als combinatie zouden staan. Het jachtconcours was lastig, daar moest ik hard werken. Soms moet ik hem wel even aansporen. Maar hij heeft laten zien prima nulrondjes te kunnen rijden.”
Tijdens de coronapandemie genoot Dubbeldam van de plotselinge rust op stal De Sjiem, die hij samen met zijn vrouw Monique runt. “Ik was voor het eerst sinds jaren bij mijn moeder op moederdag”, lacht hij. “Dat kon ze wel waarderen. Ik loop al lang mee, ik was blij dat ik even op adem kon komen. Je leeft uit een koffer en dat is niet altijd fijn. Ik heb ook drie kinderen.”
De Olympische Spelen van Tokio kwamen dit jaar te vroeg, erkent Dubbeldam. De geboren Zwollenaar heeft goede hoop dat hij door het gedwongen uitstel voldoende tijd krijgt om Carlyle op topniveau te krijgen. “Het kan, maar het zou fijn zijn om volgend jaar een aantal zware wedstrijden te kunnen rijden. Ik wil mezelf nog een keer laten zien aan de bondscoach en het team.”
Onmisbare schakel
Voor een goed teamresultaat met Nederland is Dubbeldam een vrijwel onmisbare schakel. Een meerdaagse wedstrijd brengt bij hem het beste naar boven. Dat vergt meer fysieke inspanning van het paard, en mentale frisheid van de ruiter. “Je rijdt vier grote prijzen in drie dagen. Je moet voortdurend de focus houden en dat kan niet iedere combinatie.”
Dubbeldam is niet bang dat zijn paard voor de Spelen van volgend jaar in Japan wordt verkocht. Mondiale toernooien zijn ook voor eigenaren de beste manier om hun paarden in de etalage te zetten. “Maar je weet het nooit. Buitenlandse eigenaren hebben niets met Nederland en eventuele medaillekansen.”
Lees ook:
Binnenkort vertel ik mijn dochter voor het slapen gaan het sprookje over Zenith het paard
In haar column beschrijft Marijn de Vries dat ze geëmotioneerd raakt van de beelden van het afscheid van Zenith, het toppaard van Jeroen Dubbeldam.
Dubbeldam breekt na afscheid van Zenith
Jeroen Dubbeldam heeft in Rio zijn laatste wedstrijd gereden met Zenith. En dat doet veel pijn.