Mario Balotelli loopt het veld af, nadat hij kwaad een bal naar de fans van Hellas Verona heeft getrapt

ReportageRacisme

Door de Italiaanse voetbalstadions galmen steeds vaker apengeluiden

Mario Balotelli loopt het veld af, nadat hij kwaad een bal naar de fans van Hellas Verona heeft getraptBeeld EPA

Oe-geroep en racistische kreten van de tribune leiden in Nederland soms tot ophef, in Italië is racisme schering en inslag. Italiaanse media en commentatoren zien de ernst ervan niet altijd in. En soms doen ze er zelfs aan mee.

Jan-Cees Butter

Het is een prachtige zondagochtend in Brescia, een stad in het noorden van Italië. De zon schijnt uitbundig, er staat geen zuchtje wind en het kwik gaat al snel richting de vijftien graden. De opwinding is voelbaar. Een helikopter cirkelt in de lucht, zwaarbewapende politieagenten blokkeren de straat en uit ­alle hoeken komen mensen. De Serie A, de ­Italiaanse voetbalcompetitie, wordt over een paar uur hervat met de wedstrijd Brescia-Lazio Roma. Na een korte winterstop kunnen de ­Italianen weer genieten van hun zo geliefde calcio.

Ook Alessandro Begni, supporter van Brescia, kijkt uit naar de competitiehervatting. De Italiaan staat samen met zijn twee zoontjes al vroeg voor de poort van het Mario Rigamonti-stadion. Het drietal is getooid in de club­kleuren van Brescia, ook wel de biancoazzurri (blauw-witten) genoemd. Als de actuele situatie in het Italiaanse voetbal ter sprake komt, betrekt het gezicht van Begni. Dat heeft niet zozeer te maken met de nijpende positie van Brescia op de ranglijst – de club bevindt zich in de degradatiezone – als wel met de reeks incidenten die het Italiaanse voetbal ­vorig kalenderjaar teisterde.

Alessandro Begni met zijn zoons. Beeld Jan-Cees Butter
Alessandro Begni met zijn zoons.Beeld Jan-Cees Butter

“Het is een groot probleem”, zucht Begni. Met ‘het’ bedoelt hij de racistische uitingen in en rondom de Italiaanse stadions. Tal van donkere voetballers werden er dit seizoen al slachtoffer van. De Belg Lukaku, sinds augustus in dienst bij Internazionale, moest het ontgelden op bezoek bij Cagliari, de Braziliaanse verdediger Juan Jesus (AS Roma) werd uitgemaakt voor ‘vuile aap’ die ‘thuishoort in een dierentuin’ en ook Brescia kent een slachtoffer: Mario Balotelli. De geboren Italiaan, zoon van Ghanese immigranten, was de racistische spreekkoren begin november zo beu dat hij een bal richting de boosdoeners, Hellas Verona-fans, trapte en hevig geëmotioneerd het veld afliep. De beelden gingen de hele wereld over. Was dit nu la bella Italia? Sportief zat de voetbalcompetitie de laatste jaren juist weer in de lift. En dan dit.

Kunnen de kinderen nog wel mee naar het stadion?

Begni, met een sjaal van Brescia om zijn nek, knikt naar zijn twee zoons. Ze houden, net als hij, zielsveel van het Italiaanse voetbal, maar moet hij zijn kinderen nog wel meenemen naar wedstrijden? Uiteindelijk wel, zegt Begni, maar: “We moeten erkennen dat hier sprake is van een probleem. Een groot probleem. Niet alleen in het voetbal, maar in de hele Italiaanse maatschappij. Dit moet stoppen.”

Italië, met 61 miljoen inwoners, is in een ­relatief kort tijdsbestek radicaal veranderd. In de jaren negentig woonden er nog maar een paar honderdduizend migranten in Italië, ­terwijl dat er nu, door de instroom van vele vluchtelingen, ongeveer vijf miljoen zijn. “Ik zat vroeger in een klas met alleen maar blanke Italianen”, herinnert Begni zich. “Mijn kinderen zitten op school met Albanezen, Turken, ­Marokkanen en andere Afrikanen. Wat maakt dat uit? Het moet tegenwoordig niet meer uitmaken hoe je eruitziet.” Als zijn oudste zoon het gespreksonderwerp aanhoort, roept hij, als statement: “Siamo tutti uguali”. We zijn allemaal gelijk. “En zo is het”, com­plimenteert Begni zijn nageslacht.

Even verderop staat Diego Bianchetti met zijn zoon Christian, die voetbalt in de jeugd­opleiding van Brescia. Hij herkent zich in de woorden van zijn collega-supporter. “Er zit veel sociale onvrede in racisme”, meent Bianchetti. “Neem bijvoorbeeld de vluchtelingen en de geringe controles in ons land. Het is niet goed, maar veel mensen weten niet hoe ze ­ermee moeten omgaan.”

Bianchetti vindt dat er veel krachtiger moet worden opgetreden tegen racisme. “Dat begint al met de scheidsrechters”, stelt hij. “Weet je wat er gebeurde toen Balotelli de bal gefrustreerd de tribune in schoot bij Hellas Verona? Hij kreeg een gele kaart. Een slechter signaal kon niet. Vervolgens deed Balotelli iets wat in mijn ogen veel vaker moet gebeuren: gewoon het veld aflopen. En dan met z’n allen.”

Diego Bianchetti met zijn zoon Christian. Beeld Jan-Cees Butter
Diego Bianchetti met zijn zoon Christian.Beeld Jan-Cees Butter

Misschien verandert er dan echt iets, hoopt Bianchetti. Nu ging men al snel over tot de ­orde van de dag. Overigens niet nadat ook de voorzitter van Brescia, Massimo Cellino, zich had vergaloppeerd in de nasleep van het incident. Over Balotelli zei de preses: “Hij is zwart en bezig zichzelf wat bleker te maken”.

Het pijnlijke is: de zogenaamd grappende Cellino is geen uitzondering. Veel prominenten uit het Italiaanse voetbal hebben zich in het verleden racistisch uitgelaten. Arrigo Sacchi, alom geprezen als succescoach van AC Milan in de jaren tachtig, stelde eens dat er ‘te veel zwarten’ in de Italiaanse jeugdopleiding rondliepen. Carlo Tavecchio zei als toenmalig voorzitter van de Italiaanse voetbalbond dat ‘degenen die vroeger bananen aten, nu in de Serie A spelen’. En Paola Berlusconi, dochter van oud-premier Silvio Berlusconi en voormalig vicepresident van AC Milan, noemde Balotelli eens ‘het negertje van de familie’. Het was liefkozend bedoeld, zei ze erbij, maar het maakte de lijst met incidenten weer wat langer in Italië.

Clubbestuurders vrezen de invloedrijke ultra’s

Waarom is racisme zo hevig aanwezig in het Italiaanse voetbal? En waarom slaagt men er niet in de verantwoordelijkheden aan te pakken? Giulio Tavoni stelde deze vragen centraal in zijn afstudeerscriptie voor de Universiteit van Bologna. “Het was niet makkelijk om die vragen te beantwoorden”, stuurt Tavoni na enig aandringen in een telefonisch bericht. “Het is alom bekend dat er onder de fanatieke supportersgroepen (de zogenoemde ultra’s, red.) veel aanhangers van extreem-rechts zijn, de neofascisten en neonazi’s.” Veel club­bestuurders vrezen dergelijke ultra’s, die een grote invloed hebben en intimidatie en bedreigingen niet schuwen. “Veel clubs hebben angst voor dit soort types, die ver verwijderd zijn van de normale supporters”, meent Tavoni.

Waarom er nooit een krachtige reactie vanuit de Italiaanse politiek is geweest? “Dat is een goede vraag”, reageert Tavoni. “De Italiaanse politiek is er in ieder geval nooit in geslaagd om de curva’s (de supporters achter het doel, red.) te bevrijden van deze extreem-rechtse groeperingen. En misschien heeft ze dat nooit echt gewild.”

Met die laatste zin geeft Tavoni voeding aan een veelgehoord kritiekpunt: Italië zou vooral wegkijken, als het gaat om racisme. Toen de Senegalese Napoli-verdediger Koulibaly vorig seizoen apen- en oerwoudgeluiden te verduren kreeg bij Atalanta Bergamo, vond vice­premier Matteo Salvini dat Koulibaly zich niet zo moest aanstellen. “Gezond geplaag is iets anders dan racisme”, haalde Salvini zijn schouders op.

Die reflex zie je vaker in Italië. Racisme heeft niets met huidskleur te maken, klinkt het ter verdediging, maar het wordt ingezet om donkere voetballers uit hun spel te halen. Analist Luciano Passirani, nota bene oud-clubbestuurder van Atalanta Bergamo en Lecce, zei op de Italiaanse tv doodleuk: “De enige manier om Lukaku af te stoppen, is om hem tien bananen te geven”. Het was – opnieuw – grappig bedoeld, zei Passirani na alle commotie, en Lukaku moest het vooral zien als een compliment. Maar de Belg met Congolese roots kon er allerminst om lachen.

‘Black Friday’ kopte een van de sportkranten

In de Italiaanse media wordt de ernst van het racisme niet altijd onderkend. De Corriere dello Sport, een van de drie landelijke sportkranten van Italië, had vlak voor de wedstrijd AS Roma-Internazionale ‘Black Friday’ gekopt, met daarbij de gezichten van Lukaku en Roma-verdediger Smalling. “Dit is de domste kop die ik ooit heb gezien in mijn carrière”, schreef Lukaku op social media. Diverse voetbalclubs, waar­onder AS Roma en AC Milan, besloten tot een tijdelijke boycot van journalisten van Corriere dello Sport. Ze werden geweerd van trainingscomplexen en mochten geen spelers inter­viewen.

Tijd voor actie, vond de Italiaanse voetbalbond na de opeenstapeling van incidenten. Bestuurders zinspeelden op een campagne tegen racisme in de Serie A. Daarvoor huurden ze kunstenaar Simone Fugazzotto in, die bekend staat om zijn creaties van chimpansees. Hij ontwierp een affiche met daarop drie apen in drie verschillende kleuren. ‘We zijn allemaal apen’, was de boodschap van Fugazzotto. ‘De aap maakt duidelijk dat we allemaal gelijk zijn’. Veel clubs spraken hun afschuw uit over het ontwerp. De campagne strandde nog voordat hij begonnen was.

Enfin, met een schone lei het nieuwe jaar in? Dat is de vraag in Brescia. Omdat een tijdig aangevraagde persaccreditatie op het laatste moment werd afgewezen vanwege ‘logistieke redenen’, bekijken we Brescia-Lazio Roma vanaf de tribune. We zitten zo dicht mogelijk bij het uitvak, waar de Lazio-aanhang, die wordt gevreesd vanwege de extreem-rechtse ultragroep Irriducibili, goed hoorbaar is.

Brescia-Lazio Roma is nog geen half uur bezig als Balotelli, die dan net de score heeft geopend, zich beklaagt bij de arbitrage. Hij wijst naar zijn oor. Want ja, het is voor iedereen hoorbaar: de apengeluiden die de Lazio-fans maken, als Balotelli zich weer eens in het spel manifesteert. ‘Oe, oe, oe!’ klinkt het voortdurend. De scheidsrechter legt het spel stil en instrueert de speaker, die de supporters even later verzoekt te stoppen met de racistische uitingen.

Het heeft weinig effect. De hele wedstrijd gaat het door. “Tirace la palla”, zingen de Lazio-fans. Schiet de bal naar ons; ze hopen op een herhaling van Balotelli’s uitbarsting bij Hellas Verona. Balotelli houdt zich in, hoewel Lazio in de blessuretijd zijn vroege doelpunt ongedaan maakt (1-2). Het enige wat Balotelli doet, is naar zijn oren wijzen. Alsof hij wil zeggen: horen jullie wat ik hoor? Horen jullie dat er nog steeds niets is veranderd in Italië? Het is de pijnlijke conclusie na een dag in Brescia.

Het wordt steeds erger

Het Italiaanse voetbal kent een lange geschiedenis op het gebied van racisme. Een van de eerste spelers die racistisch werden bejegend, was de Israëlische aanvaller Ronny Rosenthal. Hij werd in 1989 gekocht door Udinese. Supporters bleken niet gediend van de komst van de Joodse voetballer. ‘Rosenthal, go home’, werd er op een muur geverfd. En ook: ‘Rosenthal, ga de oven in’.

Drie jaar later waren de reacties nog heviger. Aron Winter, een ­geboren Surinamer, maakte de overstap van Ajax naar Lazio ­Roma, dat bekend staat om zijn extreem-rechtse aanhang. Het leidde tot massale protesten. ‘Winter raus’, was de boodschap van fanatieke Lazio-fans. In 1996 volgde een opstand van Hellas Verona-supporters. Zij vernamen geruchten dat Maickel Ferrier, geboren in Enschede, op het punt stond om de eerste donkere speler van Hellas Verona te worden. Het leidde tot acties tijdens de stadsderby tegen Chievo Verona. Een zwarte pop bungelde aan een strop in het stadion en op een spandoek viel te lezen dat ‘een neger alleen het stadion mag schoonmaken’. De transfer van Ferrier ging niet door.

In de jaren erna kregen veel andere donkere voetballers te maken met racisme, zoals Kevin-Prince Boateng en Nigel de Jong bij AC Milan, Paul Ince bij Internazionale en Sulley Muntari bij Udinese, AC Milan én Internazionale. De laatste seizoenen lijken de incidenten alsmaar erger, met acties gericht op Kalidou Koulibaly (Napoli), Moise Kean (Juventus), ­Mario Balotelli (Brescia), Romelu Lukaku (Internazionale) en Franck Kessié (AC Milan).

Lees ook:

Zwarte voetballers over racisme: ‘Ik voelde me klein en vernederd’

Racisme raakt mensen tot in de ziel. Amateur- en professionele voetballers vertellen over hun ervaringen. ‘Ik voelde me machteloos. De verslagenheid in mij was groot.’

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden