Het belang van sportJac Orie
De zorgen van Jac Orie: We leren onszelf aan om hulpeloos te zijn
Prominenten uit de sport uiten hun zorgen over de staat van bewegend Nederland. De één heeft heilig geloof in particulier initiatief, de ander vindt dat de sport de krachten moet bundelen. In een serie over het belang van sport deze keer: schaatscoach Jac Orie.
Schaatscoach Jac Orie uitte in oktober al openlijk zijn zorgen over de fysieke achteruitgang van een nieuwe generatie Nederlanders. Heel even dwarrelde het stof op, in de Tweede Kamer, om in stilte weer neer te dalen. Ondertussen wordt de ‘beweegcrisis’ in Nederland eerder groter. De pandemie zorgde er nog eens voor dat een derde van de Nederlanders (veel) minder is gaan bewegen.
Orie maakt het probleem van dichtbij mee. Hij test al vijftien jaar jonge talenten voor zijn schaatsploeg Jumbo-Visma en merkt dat de maximale zuurstofopname van de jongeren afneemt. “Natuurlijk zit er wel een talent tussen, maar je ziet dat het gemiddeld genomen minder wordt. De hoeveelheid zuurstof per hartslag die ze kunnen vervoeren, neemt af.”
‘Kinderen met hun batterij op hun e-fiets naar school’
Als bewegingswetenschapper is hij bovengemiddeld geïnteresseerd in het beweegpatroon van Nederlanders. “De fitheid neemt af, het verenigingsleven neemt af. Kinderen van twaalf of dertien jaar rijden met een batterij op hun e-fiets naar school. Ik spreek gymleraren die zeggen dat voorheen slechts een paar kinderen niet in een touw konden klimmen. Nu kunnen er nog een paar ín het touw klimmen. Dat zijn pittige veranderingen.”
Toch is de aandacht voor dit probleem niet groot. Er is niemand die echt de kar van de sport trekt in de samenleving. Het grote pijnpunt is de versnippering in de sportwereld. Er zijn genoeg particuliere organisaties, zoals de stichtingen van Richard Krajicek of Johan Cruijff die nuttig werk doen, en er zijn buurtsportcoaches die mensen in beweging willen krijgen, maar een gezamenlijke aanpak met het onderwijs, verenigingen, bedrijven en overheid is er niet. Bovendien zijn er geen duidelijke ambassadeurs die niet alleen de politiek, maar ook jongeren kunnen aanspreken.
Ook Orie erkent het onderwerp heel belangrijk te vinden en zou zich graag meer willen inzetten voor dit algemeen belang. Maar hij heeft geen idee ‘op welke spijker’ hij moet slaan. “Ik heb weleens bij een hoorzitting van de Tweede Kamer gezeten. Daar krijg je dan de vraag hoe lang het duurt voordat je substantieel gaat terugverdienen op zorgkosten. Mijn antwoord is dan: nou, ver voorbij uw ambtstermijn.”
‘Je moet zelf het racket pakken of je hardloopschoentjes aandoen’
Misschien is een groep aan erkende coaches en bestuurders bij elkaar zetten een mogelijkheid, vervolgt Orie. “We moeten krachten bundelen. Iemand als Jacco Verhaeren (zwemcoach, nu in dienst van de Franse bond, red.) bijvoorbeeld. Ik weet zeker dat hij het probleem ook ziet. Als je mensen hebt die er echt hart voor hebben, het voelen en het inzien, dan zou je een vuist kunnen maken om te veranderen. Ik zou me daar zeker voor willen inzetten.”
Want het is zeker dat er wel iets gedaan moet worden. Orie: “Wij leven in een maatschappij waar je een pilletje krijgt als je je ziek voelt. Of het wordt geregeld als je iets wil. Wij worden aangeleerd hulpeloos te zijn. Daar is een term voor: aangeleerde hulpeloosheid. Maar bij bewegen lukt dat niet. Je moet zelf het racket pakken of je hardloopschoentjes aandoen.”
Er is nog een ander pijnpunt, zegt Orie. “Het probleem is dat we heel goed weten dat het niet goed gaat, maar dat we met zijn allen denken dat het wel meevalt. Maar we moeten niet inzakken. Als iedereen minder kan, lijkt het niet alsof we minder kunnen. Als je denkt dat het niet voor jou geldt, dan heb je het mis. Breng je kind niet met de auto naar school, maar ga fietsen. Want het geldt juist wel voor jou, en voor ons. Het geld echt keihard voor ons allemaal.”
Lees ook:
Kampioenenmaker Jac Orie: ‘Ik zie het als een groot experiment’
Jac Orie is kampioenenmaker in het schaatsen. Vijf Olympische Spelen achter elkaar behaalde hij met een van zijn pupillen een gouden medaille. Hoe doet hij dat? Een interview met een schaatscoach, maar vooral van een wetenschapper.
Lees ook eerdere delen in deze serie:
Nederland komt niet in beweging, en het kwartje wil niet vallen
Twee jaar corona heeft de maatschappelijke relevantie van sport onderstreept. Maar is haar positie in de samenleving ook veranderd? In deel 1 van een serie: de wethouder. ‘Zie sportverenigingen niet louter als hobbyclubs, maar ook als partners in het bevorderen van het welzijn van mensen.’
Michael van Praag: ‘Net als bij het klimaat, moeten we ook concrete sportdoelstellingen hebben’
Michael van Praag, voorzitter van de Nederlandse Sportraad, vindt dat het Nederlandse sportlandschap drastisch op de schop moet met een nieuwe sportwet. Een gesprek over het waarom van zo’n wet, ‘Haagse ziekte’ en gokgeld in de sport. Deel 2 van een serie over de rol van sport in Nederland.
Voor de buurtsportcoach telt iedere zweetdruppel: ‘Als wij er niet zijn, doen ze niets’
Om Nederland weer in beweging te krijgen, wordt er steeds vaker naar buurtsportcoaches gewezen. Hoe werkt dat in de praktijk? Deel 3 van een serie over het belang van sport in Nederland.