ColumnMarijn de Vries
De straten in Drenthe waar ik zo vaak samen met Amy Pieters fietste
Sommige wielrenners dragen koershandschoentjes voor de veiligheid. Anderen dragen ze voor extra grip. Amy Pieters draagt ze om tranen van het lachen weg te vegen. Van keihard lachen. Hikkend lachen. Snikkend. Gierend. Tranen met tuiten, tot je buikpijn hebt en niet meer kunt. Waar Amy is, daar wordt gelachen. Niemand weet precies waarom, meestal. Het begint gewoon. Eerst gegiechel. Dan wat proesten. En dan hardop, in golven. Binnen een mum van tijd lacht iedereen.
Ik dacht daar aan, toen ik gisteren naar de kerstdis bij mijn ouders fietste, over de straten waar ik zo veel samen met en tegen Amy koerste. De Ronde van Drenthe, de Drentse Acht van Dwingeloo, de Eurocup van Drenthe. Bovenop de VAM-berg zag ik haar plots helder voor mijn geestesoog: als eerste op de top. Bergpunten sprokkelend. Ik zocht later in mijn telefoon en constateerde: inderdaad. Dat moment, ik stond daar toen we ploeggenoten waren met een blessure, en maakte er een foto van.
Amy Pieters ligt in een Spaans ziekenhuis. Ze viel tijdens een training, vijf dagen geleden. Ze viel hard op haar hoofd. Ze is geopereerd en ligt in een kunstmatig coma. Hoe ze eraan toe is als ze wakker wordt, dat is onzeker.
Amy is een van de zelden bezongen kampioenen, omdat er nu eenmaal grotere kampioenen zijn in ons land. Maar ga er maar aan staan, en dit is slechts een bloemlezing: ze won de Omloop het Nieuwsblad, de Ronde van Drenthe, de GP Plouay, en Dwars door Vlaanderen drie keer. Ze was Europees kampioen op de weg. En drievoudig wereldkampioen op de baan, samen met Kirsten Wild. Ze doet al zo lang mee. Amy is nog maar 30, maar is een tijdperk in haar eentje. Ze was er altijd, is er altijd en het lijkt alsof ze er altijd zal blijven in het vrouwenpeloton.
Sommige wielrenners hebben hun hoofd tussen hun schouders getrokken. Andere wielrenners zitten zwiepend op hun fiets. Amy is een zwevende rug, met een wapperend paardenstaartje erop. Schouderbladen naar elkaar toegetrokken. Rug zo plat en stil dat er een bidon op kan blijven staan. Ze glijdt waar anderen schokken. Voorin de kolkende massa blijven lijkt bij haar vanzelf te gaan. Als je Amy ziet dan weet je: dit is de goede plek, hier moet ik ook zijn. Dan zit ik mee in de voorste waaier. Of in de ontsnapping, want daar heeft Amy een uitstekend neusje voor.
De kou sneed gisteren, ondanks de felle zon. Het was niet echt kerstweer. En ik was niet in kerststemming. Tijdens Kerst horen we te denken aan nieuw leven. Niet aan iemand in het ziekenhuis. Naar de oostenwind fluisterde ik dat het goed moest komen. Tegen de lange schaduwen mompelde ik dat er geen reden is voor zo’n stom ongeluk. Dat er geen reden zijn kan.
Want dat mogen we zo graag geloven, dat alles gebeurt met een reden. Dan heeft het zin. Dan geeft het zin. En dat geeft houvast. Maar voor sommige dingen is geen reden te bedenken. Waarom valt iemand heel hard van haar fiets? Ik weet het niet. De reden is dat er geen reden is. Hup Amy, groot kampioen. Laat je lach snel weer horen, hikkend en snikkend tot tranen toe.
Het leven is een wonder. Maar wat is het toch verdomd fragiel.
Journalist en voormalig profwielrenner Marijn de Vries fietst u elke maandag door het sportweekend. Lees hier eerdere columns terug.