KNVB-beker
De mythe van ‘amateurs’ in de beker: ‘Ze hebben het beter dan veel profs’
Katwijk, Spakenburg en De Treffers strijden deze week om een plaats in de kwartfinales van de KNVB-beker. Het beeld van de amateur tegen de dikbetaalde prof verdient nuancering.
Gert Kruys moet er altijd een beetje om lachen. Als er weer eens een KNVB-bekerprogramma is, zoals deze week met de achtste finales, dan is het voor de huidige trainer van amateurclub MSV’19 uit Montfoort altijd wachten op de voorspelbare reportages die komen gaan, de zoveelste variatie op David tegen Goliath.
Bijvoorbeeld over De Treffers-spits Willem den Dekker, die overdag gymles geeft en het dinsdagavond opneemt tegen de profs van De Graafschap. Of over Spakenburg-verdediger Koos Werkman, die elke ochtend zijn wekker moet zetten voor zijn baan als projectmanager en woensdagavond in actie komt tegen Katwijk.
De teneur van de verhalen is altijd hetzelfde: arme amateurs voor wie voetbal een hobby is moeten het opnemen tegen de dikbetaalde profs. Maar Kruys, in het verleden werkzaam bij tal van clubs in de eerste- en tweededivisie, weet wel beter. “Die jongens hebben het juist hartstikke goed”, zegt de voormalig trainer van De Treffers en IJsselmeervogels. “Overdag werken en drie keer per week ’s avonds trainen; de meesten hebben het financieel beter dan spelers van clubs uit het rechterrijtje van de Keuken Kampioen-divisie.”
Amateurvoetballer verdient 800 tot 1300 euro per maand
Cijfers bevestigen dit. Een voetballer in de tweededivisie verdient gemiddeld tussen de 800 en 1300 euro bruto per maand. Dat is weliswaar minder dan wat een speler in de eerstedivisie krijgt (gemiddeld twee- tot vierduizend euro bruto per maand), maar de ‘amateur’ kan wel fulltime blijven werken. En dat tikt aardig aan. Kruys: “Iemand in de tweededivisie heeft in feite twee salarissen.”
Het is voor veel voetballers in de top van het amateurvoetbal vaak een bewuste keuze daar te spelen. “Bij Telstar kunnen ze zo vijf, zes spelers gebruiken die actief zijn in de tweededivisie”, denkt Gerben Oostdam, beheerder van de website topamateurvoetbal.com. “Maar die jongens komen niet. Want dan moeten ze vijf keer per week trainen. En bovendien: wat is op je 24ste je perspectief in de eerstedivisie?”
Meubelmaker en 35.000 euro per seizoen
Bij tweededivisieclubs kunnen de verdiensten aardig oplopen. Laatste gerucht: Katwijk-spits Ahmed el Azzouti zou bij zijn nieuwe club Spakenburg, toevallig ook de opponent in de KNVB-beker, zo’n 35.000 euro per seizoen gaan verdienen. Daarnaast kan hij gewoon meubelmaker blijven. Kruys: “Qua faciliteiten, businessclub en organisatie lopen clubs als IJsselmeervogels, Spakenburg en Katwijk voor op de meeste clubs in het rechterrijtje van de eerstedivisie. Alles is er top geregeld.”
Vandaar dat de tweededivisie steeds meer een verzamelplaats is van oud-profs en spelers met een verleden in de jeugdopleiding van een betaaldvoetbalorganisatie. Zoals Floris van der Linden, oud-speler van Telstar, die zijn baan als financieel adviseur tegenwoordig combineert met doelpunten maken voor Spakenburg. Of Ricardo Ippel, die na een loopbaan bij Willem II en MVV, neerstreek bij De Treffers. “Via de club kreeg hij een baan bij een sponsor”, weet Kruys.
Sommige spelers krijgen ook een nieuwe keuken, auto of kleding via de sponsor van een amateurclub. Of er nog enveloppen onder tafel gaan? “Dat is iets van vroeger”, meent Kruys. “Ik heb het in ieder geval nog nooit gezien.” Oostdam: “Hoe lager het niveau, hoe groter de kans dat er nog enveloppen rondgaan. Bij clubs in de tweededivisie zie je dat niet meer. Zij zijn vaak een stichting, waar een aantal spelers onder contract moet staan.”
De Treffers won al van twee eredivisieclubs
Alle oud-profs die een zakcentje verdienen bij de topamateurclubs zorgen er wel voor dat de drempel voor ‘jongens uit het dorp’ te hoog wordt. Ze zijn er nog wel, zoals Joey Ravensbergen (Katwijk) en Tjeu Langeveld (De Treffers), maar ze zijn spaarzaam. “Als jeugdspeler heb je zo’n achterstand op die oud-profs”, ziet Oostdam. “Die stap kun je bijna niet meer maken.”
Niet zo verrassend, al met al, dat amateurs regelmatig stunten tegen profclubs. “Vaak zie je dat eerstedivisieclubs fysiek en conditioneel sterker zijn, omdat ze meer trainen”, zegt Oostdam. “Maar voetballend doen de amateurs niet zo veel onder.” Typerend voor de nivellering is dat De Treffers in dit bekertoernooi als eerste amateurclub ooit twee eredivisieclubs wist uit te schakelen; RKC Waalwijk en Cambuur. “Het verschil tussen de tweede- en eerstedivisie is kleiner geworden. De beste vier, vijf clubs uit de tweededivisie doen niet onder voor de clubs in het rechterrijtje van de eerstedivisie.” Of De Treffers ook kan verrassen tegen De Graafschap? “Dat sluit ik niet uit”, zegt Kruys.