Sport & milieuGolf

De golfbaan moet in topconditie zijn, óók als dat gif tegen de bloemetjes betekent

Recreatief golfen op de baan De Oude Maas in Rhoon.  Beeld Jerry Lampen
Recreatief golfen op de baan De Oude Maas in Rhoon.Beeld Jerry Lampen

In een wereld waar het draait om minimale marges tussen winst en verlies, delft het milieu vaak het onderspit. In een serie artikelen over het spanningsveld tussen sport en duurzaamheid, vandaag deel 5: golfbanen.

Pepijn Keppel

Golfen doe je in de natuur. In bosrijke gebieden, vlakbij rivieren, meren, soms zelfs in de bergen of aan zee, waar diepe concentratie kan worden afgewisseld met ontspanning. Mede daardoor groeit het aantal golfers al decennia. Inmiddels lopen er wereldwijd zo’n 66 miljoen mensen met enige regelmaat een rondje, ongeveer net zoveel als de voltallige Franse bevolking. Naar schatting zijn er meer dan 25.000 golfbanen, die samen een gebied beslaan dat net zo groot is als België.

De toename van het aantal golfenthousiastelingen leidt sinds de jaren negentig ook tot zorgen om het milieu. Hoe groen is golf?

In het begin van deze eeuw werd er veel onderzoek gedaan naar de milieu-impact van golf. Het watergebruik om golfbanen te besproeien valt wetenschappers meteen op: wereldwijd 9,5 miljard liter per jaar. Daarnaast erodeert het land door ontbossing voor de aanleg van golfbanen, wat ook het leefgebied van dier- en plantensoorten beperkt. Overigens kan de biodiversiteit ook toenemen, doordat het natuurgebied rondom een golfbaan juist onaangetast blijft.

90 procent verwaait of komt in beekjes terecht

Ronduit de meeste publicaties werden gewijd aan het grootschalige gebruik van kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen en insectenverdelgers om de greens netjes te houden. Sommige van die producten, waaronder de beruchte onkruidverdelger Roundup, zijn kankerverwekkend.

Schattingen over de hoeveelheid gif op golfbanen lopen uiteen, maar in de wetenschappelijke literatuur wordt regelmatig 11 kg per hectare per jaar aangehouden – ongeveer zes keer zoveel als op landbouwgrond wordt gebruikt. Voor de gemiddelde golfbaan betekent dat jaarlijks 750 kg verwoestende vloeistof, waarvan zo’n 90 procent niet op het gras terechtkomt, maar verwaait. Als het flink regent, stroomt het gif in omliggende beekjes en slootjes waardoor vissen en andere dieren mogelijk sterven.

De Japanse topgolfster Rin Yoshida in actie op het Masters-toernooi van Augusta, in Georgia, Amerika.  Beeld ANP / EPA
De Japanse topgolfster Rin Yoshida in actie op het Masters-toernooi van Augusta, in Georgia, Amerika.Beeld ANP / EPA

Maar golf is niet meer zo vervuilend als die vroege publicaties aantoonden, stelt Bernd Leinauer. Hij is bijzonder hoogleraar Turfgrass Ecology aan de universiteit van Wageningen en werd vijf jaar geleden gevraagd om onderzoek te doen naar de mogelijkheden om golfbanen zonder bestrijdingsmiddelen te onderhouden. Zijn aanstelling wordt deels betaald vanuit de golfindustrie.

‘De baan moet geen Kartoffelacker zijn’

“Het is tot op zekere hoogte mogelijk om recreatieve golfbanen zonder pesticiden te onderhouden”, zegt Leinauer tijdens een interview via Zoom vanuit zijn woning in Amerika. “Maar bij prestigieuze toernooien, zoals de Ryder Cup, kan dat niet.” De belangen zijn te groot, het prijzengeld te hoog.

“Je wil niet dat de prestatie van een golfer wordt beïnvloed door een paardenbloem. Je wil dat iemand wint om zijn talent, alle andere factoren moeten zoveel mogelijk worden beperkt. De baan moet dus in topconditie zijn, en geen Kartoffelacker.” Een golfbaan moet geen aardappelveld zijn, dus.

Tot op zekere hoogte geldt dat ook voor recreatieve golfbanen. “Stel je voor”, zegt Leinauer. “Je komt op een baan die niet helemaal strak ligt. De bal rolt door de kwaliteit van de green niet zoals je wil. Dan raak je gefrustreerd. Daar betalen mensen geen 40 tot 50 euro voor. Je komt naar een golfbaan om te golfen, niet om met een onbevredigd gevoel naar huis te gaan.”

In Nederland zijn er steeds minder bestrijdingsmiddelen nodig op recreatieve banen, stelt hij. Het klimaat is hier gunstig, de middelen minder hard nodig. “Maar in Europese landen met een hogere luchtvochtigheid, zoals Spanje of Portugal, is het onmogelijk zonder bestrijdingsmiddelen golfbanen te onderhouden. De kans op schimmel is groter.”

Golfbanen bestaan uit gras, een monocultuur, zegt Leinauer. “Het is allesbehalve een divers ecosysteem, waardoor het niet resistent is tegen ziektes en plagen, waaronder schimmel. Je wil geen bloemen op de green, dan kan je niet putten, en laat dat nou net het doel van een green zijn.”

Steeds meer pesticiden op de rode lijst

Er is volgens Leinauer de afgelopen decennia behoorlijk veel veranderd. Toen hij begon met zijn studie, zo’n dertig jaar terug, was er een lange lijst met goedgekeurde pesticiden. “Tegenwoordig is er veel minder toegestaan.” Op dit moment is er voor golfbanen in Nederland al een verbod op een groot aantal bestrijdingsmiddelen, na dit jaar wordt het gebruik helemaal verboden.

Maar, zegt Leinauer: “Als je telkens hetzelfde bestrijdingsmiddel gebruikt, is de kans op resistentie voor dat product groter. Uiteindelijk kan het dan zo zijn dat je geen oplossingen meer hebt om een probleem op te lossen.” Het gras uit de grond trekken en een nieuwe mat neerleggen is dan de enige resterende optie.

Hij ergert zich aan de publieke perceptie dat golfbanen gewoon maar pesticiden gebruiken, omdat ze dat nou eenmaal mogen. “Dat is simpelweg niet waar.” De meeste producten op de markt zijn veilig, zegt Leinauer. “Mits ze worden gebruikt volgens de richtlijnen. In Europa denken mensen strenger over bestrijdingsmiddelen dan in mijn land. De VS is wat dat betreft de dark side. Golf is hier veel populairder, maar er zijn ook veel banen en de concurrentie is groot. Als het gras niet goed is, rijden mensen door naar een baan tien kilometer verderop.” Zonder bestrijdingsmiddelen geen klanten.

Golfballetjes tussen de zeehonden

Terwijl de pesticiden worden uitgefaseerd, duiken er andere problemen op. Stanford University en The Plastic Pick-Up, een Amerikaanse ngo, publiceerden in 2019 bijvoorbeeld een onderzoek naar een kustgebied nabij een golfbaan in Californië. De zeebodem lag bezaaid met golfballetjes, op een foto zwemmen zeehonden tussen de witte knikkers.

In twee jaar vonden de onderzoekers 39.602 ballen, afkomstig van slechts één baan. De omvang van de wereldwijde vervuiling door golfballetjes in zee is volgens het onderzoek mogelijk gigantisch. Na verloop van tijd zouden de balletjes uit elkaar kunnen vallen en worden opgegeten door dieren, met alle gevolgen van dien.

Lees vorige delen in deze serie:

Deel 1: De carbonrevolutie: de sport wint, de planeet verliest

Deel 2: Jouw eiwitshake is gemaakt van kaasafval. Win-win dus?

Deel 3: Thialfs energieslurpende zomerijs: ‘Idioot als het buiten dertig graden is’

Deel 4: Hoe jouw voetbalshirt een bedreiging kan vormen voor de oceanen

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden