In een wereld waar het draait om minimale marges tussen winst en verlies, delft het milieu vaak het onderspit. Hoe zit dat met de sportartikelen die niet alleen profs, maar ook amateurs gebruiken? In een serie artikelen over het spanningsveld tussen sport en duurzaamheid, vandaag deel 1: carbon.
Tennisrackets, hockeysticks, hardloopschoenen, golfclubs, wielrenfietsen, ski’s. Zonder carbon hadden ze in de huidige vorm niet bestaan. Het materiaal is licht, stijf, sterk, slijtvast, betrouwbaar – precies de eigenschappen waar sporters naar verlangen.
Koolstofvezel, zoals carbon ook wel wordt genoemd, werd al in het begin van de negentiende eeuw ontdekt, maar pas aan het eind van de twintigste eeuw voor het eerst verwerkt in sportartikelen. Voor die tijd werden sticks, fietsen en rackets voornamelijk gemaakt van aluminium, hout en staal. Door carbon werden sommige attributen tot vier keer lichter en zelfs sterker dan staal.
Records gebroken
Door carbon professionaliseerde de sport. Records werden gebroken, tennisballen vlogen harder over het net dan ooit voor mogelijk werd gehouden, er werd sneller gefietst en gelopen. De Keniaanse atleet Eliud Kipchoge liep in oktober 2019 de marathon van Wenen in minder dan twee uur. Terwijl een paar maanden eerder Simon Angus, ultraloper en econoom aan de Monash Universiteit in Melbourne, een onderzoek publiceerde in het gezaghebbende wetenschappelijke tijdschrift Medicine and Science in Sports and Exercise. De magische twee-uursgrens zou volgens zijn statistische analyse nog tot zeker 2032 niet worden doorbroken. Daar had Kipchoge geen boodschap aan – en zijn hardloopschoenen met carbonplaat in de zool, ook niet.
De wereldwijde vraag naar carbon is onstuitbaar – de afgelopen tien jaar verdriedubbelde de productie, blijkt uit recent onderzoek van twee Australische universiteiten. Momenteel is er jaarlijks zo’n 170 kiloton carbon nodig, vergelijkbaar met het gewicht van ruim 4100 vliegtuigen van het type Boeing 737-800. Daarvan is 13 procent bestemd voor de sport. Niet alleen profwielrenners stappen tegenwoordig op een carbonfiets, ook de recreanten doen dat. De profhockeyer en amateur lopen met dezelfde stick rond. Carbon is niet meer weg te denken van de sportvelden.
Krankzinnige milieu-impact
Maar aan het recordbrekende materiaal zit een keerzijde: de milieu-impact is krankzinnig. Voor de productie van carbon is veel energie nodig. Daarbij komen grote hoeveelheden broeikasgassen vrij. Carbon wordt namelijk gemaakt van aardolie, een fossiele brandstof, bij temperaturen tot wel 3000 graden Celsius.
De hoeveelheid energie om carbon te maken, ligt ook hoger dan bij staalproductie, weet Maarten Bakker. Hij is recyclingonderzoeker aan de TU Delft. “Staal is al enorm CO₂-vervuilend en energieverslindend. Voor carbon geldt dat des te meer. Vanuit milieuoogpunt is het de moeite waard om de carbonvezels zo veel mogelijk te hergebruiken.” Daarbij speelt ook de prijs een rol: carbon is tien keer duurder dan staal.
Carbon is echter lastig te recyclen, zegt Bakker. “Er zijn momenteel drie manieren om carbon te recyclen: versnijden, chemische behandeling en pyrolyse.” Elke methode heeft nadelen. Als carbon in kleine stukjes wordt versneden, holt de kwaliteit achteruit. Er valt nauwelijks nog een gelijkwaardig product van te maken – downcyclen, heet dat ook wel. Bij een chemische behandeling lost de lijm op die het carbon bijeenhoudt en kunnen de vezels worden teruggewonnen. Maar dat is duur en vooral schadelijk voor het milieu. Dan is er nog pyrolyse: carbon wordt zonder zuurstof verhit tot wel 1000 graden. De lijm verdampt, waarna de koolstofvezels kunnen worden hergebruikt. Maar na pyrolyse breekt het materiaal sneller en verliest het tot wel de helft van de oorspronkelijke sterkte en stijfheid. Niet ideaal, dus.
“Hoewel bij pyrolyse veel broeikasgassen vrijkomen is het momenteel de meest toegepaste en schoonste oplossing om carbon te recyclen”, zegt Bakker. Maar dan dienen zich de volgende problemen aan. “Er zijn wereldwijd maar een paar fabrieken die carbon recyclen. De hele infrastructuur om kapotte hockeysticks, tennisrackets of wielrenfietsen in te zamelen, bestaat niet. Daarnaast bestaan sportartikelen vaak uit verschillende materialen of zelfs verschillende soorten carbon. Dat maakt recyclen nóg ingewikkelder, of zelfs bijna onmogelijk.”
Complex, duur en vervuilend
Recycling begint met inzamelen en sorteren. Maar doordat de recycling van carbon duur, vervuilend en bovendien complex is, gaat het daar al mis. “Je begint niet met inzamelen als er vervolgens geen oplossing bestaat om de sportartikelen te recyclen”, zegt Bakker. Zo verdwijnt een behoorlijk aantal kapotte hockeysticks in de verbrandingsoven van de vuilstort, blijkt uit een kleine rondgang onder sportwinkels.
Een woordvoerder van Adidas, een van de grootste producenten van hockeysticks, laat in een schriftelijke reactie weten dat het “primair de verantwoordelijkheid van de gebruiker is om het afval op verantwoorde manier te verwerken”. De Adidas-woordvoerder geeft toe dat er ‘een dunne lijn’ bestaat “tussen het maximale uit materiaal halen en duurzaamheid van een product”. Tennismerk Wilson, racefietsfabrikant Specialized en Nike reageerden niet op vragen van Trouw.
In de carbonrevolutie wint de sport, en verliest de planeet. “Daarom moet de productie van carbon eigenlijk zo veel mogelijk worden voorkomen”, zegt recyclingonderzoeker Bakker. “Waarom zou je het gebruiken als er alternatieven zijn die wel recyclebaar zijn? Moet alles nou zo licht zijn? Topsport, à la, er zijn niet zo veel topsporters. Maar moeten nou alle mensen die tegen een balletje slaan een hoogwaardige carbonstick hebben? Er zijn volgens mij best andere opties. Dan wordt die stick maar ietsjes zwaarder.”
Probeer dat de sporter maar eens wijs te maken.
Lees ook:
Zijn schoenen met carbon de nieuwe ‘wondersloffen’?
Op het EK atletiek in Polen in maart 2021 werden razendsnelle tijden verwacht. Is het huidige niveau van de atleten heel hoog of is hun materiaal gewoon beter? ‘Ik geloof niet dat schoenen een groot verschil maken.’