Veilig sporten

Biculturele tienermeiden willen geen mannelijke pottenkijkers bij het sporten

Een buurtsportcoach in Groningen probeert meisjes aan het sporten te krijgen.   Beeld Reyer Boxem
Een buurtsportcoach in Groningen probeert meisjes aan het sporten te krijgen.Beeld Reyer Boxem

Tienermeiden met een niet-westerse achtergrond sporten veel minder dan hun leeftijdsgenoten. ‘In het huidige sportaanbod zijn te weinig plekken waar zij zich veilig voelen’, leert nieuw onderzoek.

Esther Scholten

Toen ze jonger was, zat Rabia (20) op hockey. Daar had ze veel plezier in, maar dat veranderde naarmate ze ouder werd. In de puberteit stopte ze met sporten, zoals zoveel meiden met een niet-westerse achtergrond. Dat korte wedstrijdrokje stond haar tegen, net als de mannelijke coaches. Zij droeg een legging en hoofddoek. “Ik kreeg steeds meer het gevoel dat ik er niet echt bij hoorde.”

Het Mulier Instituut heeft in opdracht van het Kenniscentrum Sport & Bewegen onderzocht waarom biculturele tienermeisjes zo weinig sporten. Voor het eerst is er in onderzoeksverband ook met henzelf en hun ouders gesproken. Dinsdag worden de uitkomsten gepresenteerd. “Sportdeelname blijkt niet alleen gerelateerd aan inkomen, maar ook aan andere ‘statusposities’ zoals levensfase, gevolgde opleiding en, vooral bij vrouwen, etniciteit”, verklaart Laura Butselaar van het kenniscentrum.

Met name islamitische meisjes hebben behoefte aan een ‘veilige’ sportplek

Slechts 40 procent van de meisjes met een migratieachtergrond, in de leeftijd van twaalf tot achttien jaar, heeft een lidmaatschap bij een sportaanbieder. Dat is onder de jongens met dezelfde achtergrond 65 procent. Bij autochtone leeftijdsgenoten is geen verschil te zien tussen de geslachten. Bovendien bewegen die met 76 procent beduidend meer.

Butselaar: “Met name in islamitische gezinnen zien we dat de meisjes tot twaalf jaar nog vrij kunnen sporten, maar dat het ingewikkelder wordt als ze een vrouwenlichaam krijgen. Dan mag sportkleding niet meer te strak zitten en doen ze liever niet meer een squat of andere bewegingen in het bijzijn van mannen.”

Uit het onderzoek blijkt dat deze tienermeiden het belangrijk vinden om te sporten op een plek waar zij zich veilig voelen. In hun geval betekent dat: niet bekeken door jongens of mannen. Die plekken zijn er in het huidige sportaanbod te weinig. Zelfs als er al een girls-only uurtje in het lokale zwembad is, dan staan er ineens mannelijke badmeesters langs de kant. Ook de ouders geven aan geen voorstander van gemengd sporten te zijn.

Verliezen we zo niet de integrerende functie van sport?

Hoe zijn deze jongeren dan weer in beweging te krijgen, met alle voordelen voor hun gezondheid op korte en lange termijn? Een aanbeveling luidt: zorg voor een toereikend sportaanbod voor alleen vrouwen.

Dat roept wel de vraag op of een ander voordeel van sport – het bevorderen van de integratie – dan niet teniet wordt gedaan. “De georganiseerde sport is zeker een mooie omgeving om andere mensen te ontmoeten”, verduidelijkt Butselaar. “In de praktijk werkt het alleen niet altijd zo. Het kan ook een gevoel van uitsluiting geven. Een aantal Antilliaanse meiden vertelden dat ze het idee hadden dat er anders tegen hen werd aangekeken. Dan is sport juist een negatieve ervaring: ik hoor er niet bij. Gescheiden sporten is misschien niet hoe wij het in Nederland willen, maar het kan hen net dat duwtje geven.”

Een andere aanbeveling is om deze kinderen op jonge leeftijd al met meerdere bewegingsvormen in aanraking te brengen. Vrijwel allemaal hebben ze eerder gesport, maar opvallend is het relatief smalle repertoire. “Sporten zit niet in hun opvoeding. Ze volgen vaak hun oudere broers naar voetbal of vechtsporten. Er is veel onbekendheid met de rest van het aanbod.”

Daarbij wordt er bij verenigingen meer dan de meiden lief is, gefocust op technische vaardigheden. “Terwijl sport voor hen vooral leuk moet zijn.” Butselaar benadrukt dat de groep uiteraard divers is en de oplossing dus ook niet one-size-fits-all kan zijn. “Maar de meesten willen wel graag. Daarom is het zo belangrijk dat het aanbod meer aansluit bij hun behoefte.”

Lees ook:

Nog maar iets meer dan de helft van de Nederlanders sport wekelijks

In 2021 stopten 800.000 Nederlanders met wekelijks sporten. Na iedere lockdown liep de sportdeelname terug, blijkt uit nieuwe cijfers van NOC-NSF.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden