AnalyseVoetbal
Betaald voetbal: rollebollend over straat maar wel de hand ophouden in Den Haag
Financieel wanbeleid, slecht management, veel ruzie en weinig solidariteit: het betaald voetbal is niet gezond, zeggen betrokkenen. En dat wordt blootgelegd door de coronacrisis. Vandaag praten de clubs over hoe het verder moet.
Als een boemerang kwam de noodkreet terug in het gezicht van de KNVB en het betaalde voetbal. De bond vroeg onlangs om steun: de profsector gaat misschien wel 400 miljoen schade lijden door de coronacrisis. De repliek van premier Mark Rutte, VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff en minister Martin van Rijn was helder en kritisch: laat dat profvoetbal eerst eens zelf met een plan komen. Want hoe moet dat straks, voetbal in de anderhalvemetersamenleving? Er lag nog niets op de burelen in Den Haag.
Bovendien, moet het kabinet het voetbal met die soms exorbitante salarissen sowieso wel helpen met overheidsgeld? Niet zonder meer, zeggen betrokkenen in en rond het voetbal. De bond en de clubs zouden eerst maar eens de hand in eigen boezem moeten steken en een grondige en objectieve analyse moeten maken van de bedrijfstak. Die staat er niet goed voor, blijkt uit een telefonische rondgang. Samengevat: het betaald voetbal in Nederland is financieel niet gezond, het management bij clubs is onder de maat, het beleid opportunistisch, er wordt structureel meer geld uitgegeven dan er binnenkomt en onderling is er een gebrek aan vertrouwen en echte samenwerking. Voetbalbond KNVB toont daarbij weinig leiderschap.
Vrijblijvende afspraak
Oud-KNVB-directeur Henk Kesler heeft zich flink geërgerd. “De KNVB doet weinig. Terecht kreeg die een tik op de neus van Rutte en minister van Rijn. De boodschap van de KNVB leek wel: wij komen geld tekort, stuur per ommegaande post even 400 miljoen. Ik mis de bereidheid om te kijken: wat kunnen we zelf doen? De clubs kwamen wel met een voorstel voor salarisverlaging. Ja hallo! Die lijkt me nogal beperkt. En de afspraken zijn te vrijblijvend. Daar zijn ze dan geweldig trots op”, zegt Kesler cynisch, doelend op de nieuwe richtlijn om topspelers tot 20 procent te laten inleveren.
Frank van den Wall Bake, grondlegger van de sportmarketing in Nederland en nog altijd adviseur van bedrijven, is ervan overtuigd dat de politiek best bereid is om het voetbal te steunen. “Maar zolang dat voetbalwereldje rollebollend over staat gaat, rechtszaken tegen elkaar voert, en slecht financieel beleid voert, zullen ze in Den Haag denken: in dat zootje, die bodemloze put, gaan wij geen geld stoppen. Hoe langer de onrust en de heibel duren, hoe meer twijfel. Gaston Sporre (oud-voorzitter van PEC Zwolle en directeur van Heerenveen, red.) zegt terecht: nu eerst een sluitend plan maken.”
Rechtszaak Cambuur en De Graafschap
De afwikkeling van het voetbalseizoen leidde tot veel wrevel tussen clubs. De besluitvorming rond promotie en degradatie leidde zelfs tot een rechtszaak van Cambuur en De Graafschap tegen de KNVB. Waarschijnlijk vandaag doet de voorzieningenrechter in Utrecht uitspraak. Eveneens vandaag praten clubs, hun gezamenlijke organisaties, KNVB, spelersvakbonden en makelaars op initiatief van Rob Jansen met elkaar over hoe het verder moet.
Een goed initiatief, maar rijkelijk laat, vindt oud-trainer Foppe de Haan. “Naar mijn idee had de KNVB al veel eerder een paar scenario’s klaar moeten hebben. Wat zijn de consequenties als we langere tijd zonder publiek gaan spelen? Wat betekent dat voor de centen? Het water moest eerst tot de lippen stijgen en dan vraagt men om 400 miljoen euro.”
Gebrek aan leiderschap speelt het wereldje parten, meent De Haan. “Er is zoveel verdeeldheid. Het draait altijd om eigenbelang, waarbij de belangen van de clubs enorm verschillen. Ajax is altijd heel dominant. De topclubs Ajax, Feyenoord, PSV, AZ en soms Utrecht proberen vaak eerst onderling afspraken te maken. Dan krijg je irritatie bij de andere clubs. Ze vertrouwen elkaar gewoon niet.” Het gevolg: over de zaken die er echt toe doen – het gezamenlijk belang als sector- is niet of nauwelijks overleg.
Clubs laten anderen niet in de keuken kijken, ze zien niet in dat solidariteit noodzakelijk is om samen te overleven, zeggen betrokkenen. Emoties en rivaliteit spelen daarbij een rol. Bij veel clubs zitten oud-voetballers aan de touwtjes. “Ik generaliseer hoor, maar het management bij veel clubs onder de top staat bol van het opportunisme. Ikke-ikke en de rest kan stikken”, zegt Van den Wall Bake. “Ze praten nu over het missen van recettes en horeca als ze zonder publiek moeten spelen maar er komt nog een grotere klap aan. Op veel begrotingen staat nog altijd een post van verwachte inkomsten uit transfers. Dat is zeer risicovol en dat blijkt: die markt dondert nu in elkaar.”
Transferwaarde van spelers daalt
Recent onderzoek van KPMG naar de gevolgen van de coronacrisis wijst uit dat de transferwaarde van voetballers in Europese competities tussen de 18 en 26 procent daalt. In Nederland zou de totale waarde van de spelers van alle achttien eredivisieclubs van 1,2 miljard in februari al zijn gezakt naar nu 923 miljoen. Zo gaat de selectie van FC Emmen van 21 naar 14 miljoen, die van Ajax van 422 miljoen naar 330 miljoen en de waarde van alle Feyenoorders samen gaat van 109 naar 79 miljoen. Uit een rapport van Deloitte van vorig jaar mei bleek dat de eredivisie vorig seizoen een verlies maakte van 75 miljoen euro.
Hoe valt het tij nu te keren? Kesler: “De KNVB zal samen met de clubs een breed front moeten gaan vormen en ook internationaal samenwerking en steun moeten zoeken.” De Haan: “We hebben een soort overkoepelend orgaan nodig, misschien met wat wijze mensen bij elkaar. Alles zou dan ter discussie gesteld moeten worden.” Van den Wall Bake: “We hebben iemand nodig die boven de partijen staat, die met gezond verstand alle egootjes aan de kant kan schuiven en solidariteit kan laten ontstaan. Zo iemand als Feike Sijbesma. Misschien komt uit deze crisis dan wel het besef voort dat dit gewoon een entertainmentindustrie is waar 500 miljoen in omgaat. Joop van den Ende laat zijn bedrijven ook niet leiden door, met alle respect, voetballers.”
‘Deel van de clubs blijft door één weldoener overeind’
Sanering van het betaald voetbal is nodig, waarbij heilige huisjes als het verdwijnen van clubs niet taboe zijn. Diverse kenners en betrokkenen bij het betaalde voetbal pleiten daarvoor. Zoals Henk Kesler, oud-directeur (2000-2010) van de KNVB: “Er moet een plan komen. Als je verder wilt als gezonde bedrijfstak dan zul je tot kleinere competities moeten komen. De noodzaak tot veranderingen was er nooit zo erg. Er was altijd wel iemand die de helpende hand toestak bij een club, maar die tijd is wel voorbij”, denkt Kesler, een jurist die arbiter is bij het CAS, het tribunaal voor de sport in Lausanne.
Nederland telt nu nog 34 betaaldvoetbalorganisaties. De CED, de coöperatie van clubs in de eerste divisie, luidde vorige week de noodklok. Deze crisis kon alleen al op dit niveau in het zwartste scenario zestig miljoen euro gaan kosten. Niettemin blijft het doel dat alle clubs in 2021 nog bestaan, meldde de CED. Een deel van die clubs leidt echter al jaren een marginaal en financieel onzeker bestaan, zoals FC Dordrecht. Al jaren worden vraagtekens gezet bij de levensvatbaarheid van MVV en het armlastige Roda JC in Zuid-Limburg. En Brabant telt nog altijd acht profclubs, waarbij TOP Oss, FC Eindhoven en Helmond Sport spelen in verouderde stadions die bij wedstrijden voor het grootste deel leeg blijven.
Ongezonde bedrijfsvoering
Vaak houdt één weldoener deze clubs grotendeels overeind. Bij Helmond Sport, de nummer laatst in de afgebroken eerste divisie, is dat Vescom-eigenaar Philippe van Esch. Hij steekt jaarlijks een miljoen euro in de club. Dat is een derde van alle inkomsten (begroting 3,1 miljoen). Daarbovenop legt Van Esch bij het opmaken van de jaarrekening meestal nog tonnen bij om de exploitatieverliezen te dekken.
Is zo’n bedrijfsvoering gezond? Sportmarketeer Frank van den Wall Bake: “De helft van de clubs heeft een ongezonde bedrijfsvoering. Maar ze blijven met houtje-touwtje overeind, omdat ze nu eenmaal geliefd zijn bij een handvol sponsors en supporters.”
“Niet alle eerstedivisieclubs hebben bestaansrecht, maar ook in de eredivisie hebben het er een paar moeilijk”, zegt Foppe de Haan. “Maar dan zie je dat ze weer rare dingen gaan bedenken. De gemeente koopt bijvoorbeeld het stadion voor 1 euro, of sluit een lening af, of zoiets. Het lastige is ook: zo’n FC Dordrecht bestaat nog steeds omdat ze in staat zijn het zelf rond te breien, zonder subsidie. Wie moet ze dan dwingen om te stoppen? Je zou eigenlijk de vraag moeten stellen: voor hoeveel clubs is er ruimte? Wie hebben er nog bestaansrecht? Dan moet je kijken naar zaken als sponsorinkomsten, toeschouwersaantallen en historie.”
Lees ook:
PSV-directeur Gerbrands: ‘Het voetbal is een bedrijfstak zonder plan, Dijkhoff heeft gelijk’
Een heel seizoen zonder publiek voetballen, zou PSV 30 miljoen euro aan inkomsten kosten.
‘Liever een jaar geen voetbal dan een jaar zonder publiek’
Profclubs en amateurs vrezen een seizoen zonder publiek. “De kans is groter dat clubs zeggen: dan we spelen niet.”