Belgisch schaatsen

Belgische schaatsers groeien op het ijs

Bart Swings na zijn overwinning op de massastart op het EK schaatsen in Heerenveen op 12 januari.  Beeld EPA
Bart Swings na zijn overwinning op de massastart op het EK schaatsen in Heerenveen op 12 januari.Beeld EPA

België heeft een Europese schaatskampioen, Bart Swings, en er is nu ook een vrouwenteam. De Nederlandse oud-schaatser Jeroen Straathof is aangetrokken om bij de volgende stappen te helpen.

Guus Mater

‘Die gaat op het ijs, die is niet goed wijs.’ Dat is een Vlaams spreekwoord. Logisch dat ze in België niet erg hard liepen om een 400-meter kunstijsbaan aan te leggen. Sterker: wie in dat land zonder toestemming van de burgemeester een baantje trekt op natuurijs, riskeert een fikse boete.

Maar nu wil de Koninklijke Belgische Snelschaats Federatie (KBSF) voor die kunstijsbaan alles uit de kast halen. “Dat is onze topprioriteit”, zegt voorzitter Corné Lepoeter. Hij verwacht stappen van de nieuwe Vlaamse regering. Hasselt maakt de beste kansen op een opleidingscentrum voor langebaan en shorttrack, dat er uiterlijk in 2024 moet zijn.

De Vlaamse minister van sport, Ben Weyts, reageert positief. “We leggen de laatste hand aan het financiële plaatje. Het gaat natuurlijk om een grote investering.” De kosten worden geschat op 20 à 40 miljoen euro.

Belgen die willen schaatsen op de langebaan moeten naar Breda of Eindhoven. De nationale kampioenschappen werden dit seizoen in het Zuid-Duitse schaatsoord Inzell gehouden. Geen wonder dat slechts sporadisch schaatstalent doordringt tot de internationale top.

Jaren was Bart Swings een eenling. Een wereldkampioen in het skeeleren die een overstap maakte naar het ijs om een olympische medaille te veroveren. Dat lukt hem in 2018, zilver op de massastart, de minimarathon over zestien ronden. Op 12 januari behaalde Swings op dat onderdeel de Europese titel in Heerenveen.

Drie jonge Vlaamse vrouwen

De Belgische sprinter Mathias Vosté vond onderdak bij de commerciële ploeg van Gerard van Velde. Dit seizoen verschenen drie jonge Vlaamse vrouwen op het ijs: Stien Vanhoutte, Anke Vos en Sandrine Tas. Ze vormen de nationale achtervolgingsploeg, die 12 januari meedeed aan de World Cup. Het resultaat was nog niet geweldig: laatste met een achterstand van twintig seconden op winnaar Nederland.

De deelname markeerde wel de bescheiden, maar gestage opmars van het Belgische schaatsen. Dat het resultaat een domper was, kwam voor de drie rijdsters niet geheel onverwacht. Een zware enkelblessure hield Tas acht weken lang van het ijs. “Ik was langer uit de running dan ik ooit op het ijs had gestaan”, zei ze. Pas op het laatste moment had het trio zich in Japan voor de Europese titelstrijd kunnen plaatsen, na een trainingskamp in Salt Lake City.

Het Belgische Olympische Comité (BOIC) en overheidsinstelling Sport Vlaanderen hadden die voorbereiding mogelijk gemaakt, omdat de drie als inline skaters met Europese en wereldtitels een goede reputatie hadden opgebouwd. Al was hun geestdriftige coach Ferre Spruyt wel zo ruimdenkend om die kosten (‘Tienduizenden euro’s’) voor te schieten.

Ze maakten tevens gebruik van het project Road to Ice van de Internationale Schaats Unie (ISU), die graag skeelertalent wegpikt. Ook twee piepjonge talenten (Fran Vanhoutte en Jason Suttels) die volgende maand deelnemen aan het WK junioren, kwamen zo op de ijsbaan terecht. Het niet-olympische inline skaten wordt in veel meer landen beoefend dan schaatsen op de langebaan.

Expertise uit Nederland

Om meer schaatsexpertise vanuit Nederland te importeren werd in november Jeroen Straathof bij de Belgische bond aangesteld als topsportdirecteur, op parttimebasis. Straathof, in 1996 de eerste wereldkampioen op de 1500 meter, gaat zich bezighouden met het versterken van trainingsprogramma’s, talentdetectie en samenwerking tussen clubs.

Straathof heeft al ‘mooie parels’ ontdekt. Hij doelt mede op kunstrijdster Loena Hendrickx, twee jaar geleden vijfde bij de EK. Door een blessure moest ze dit jaar voor die titelstrijd afzeggen. Straathof meent dat zij en haar coaches Carine Herrygers en Jorik Hendrickx een voorbeeld zijn voor het Nederlandse kunstrijden, dat internationaal een marginale rol speelt. “De beste Belgische shorttrackers trainen nu voor het tweede seizoen met de Nederlanders in Heerenveen en de Nederlandse kunstrijdsters kunnen zeker wat in België opsteken”, zegt hij.

Lees ook:

Na een week schuren en verven is Heerde klaar voor de WK skeeleren

Heerde was in 2018 het ontmoetingspunt van ‘s werelds beste inlineskaters, met de Belgische schaatser Bart Swings als deelnemer.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden