Baanwielrennen
Baanbreker Theo Bos neemt in stilte afscheid
Hij plaveide de weg naar succes van het baanwielrennen. De bike-off in Zwitserland betekende voor Theo Bos donderdag een afscheid van het wereldtoneel, in stilte.
Drie Nederlandse baanwielrenners streden donderdagmiddag tegen de klok en voor één ticket voor de Zomerspelen van Tokio. Voorafgaand aan deze zogenoemde bike-off wist Theo Bos (37) eigenlijk al hoe het zou aflopen. Zijn concurrenten voor die begeerlijke plek in de olympische ploeg, Roy van den Berg (32) en Nils van ‘t Hoenderdaal (27), waren de laatste maanden sneller. Sterker ook vooral. Bos sprak van een onmogelijke missie, maar putte hoop uit zijn ervaring en koelbloedigheid. Hij stond in het verleden vaker op als het echt moest en de kansen minimaal leken.
Op de wielerbaan in het Zwitserse Grenchen bleek deze missie toch echt onmogelijk. Zonder toeschouwers en zonder camera’s reed Van den Berg de drie snelste rondes van 250 meter met staande start (17.1 sec. - 17.1 - 17.2). Hij kwalificeerde zich daarmee voor de teamsprint op de Spelen. Van den Berg zal voor de al gekwalificeerden Harrie Lavreysen en Jeffrey Hoogland de startronde verzorgen in Tokio. Daarmee is het trio dat vorig jaar tijdens de wereldkampioenschappen in Berlijn het wereldrecord verpulverde, herenigd.
Enorm balen doet Bos niet. “Het klinkt misschien gek, maar ik ben tevreden. Ik heb de beste tijden uit mijn carrière gereden,” zegt de Hierdenaar die 17.7 en twee keer 17.6 liet klokken. “Dat is heel vet. Van den Berg is gewoon de beste. Ik heb genoten van mijn eigen benen. Hier kan je internationaal prima mee voor de dag komen.”
Lijven gehouwen uit graniet
Het postuur van Bos steekt bijna schraal af bij de huidige generatie baansprinters. De jongere Van den Berg, Lavreysen en Hoogland zijn bonkig, met lijven gehouwen uit graniet. Ter vergelijking: Lavreysen squatte op zijn achttiende al met tweehonderd kilo aan gewichten op zijn schouders, het record van Bos staat op 165 kilo. In de woorden van Bos: “Die jongens zijn beesten.”
De dunnere benen van Bos leggen het in Zwitserland af op explosiviteit. Krachtmens Van den Berg is sneller weg op de eerste meters waarna Bos met een lichter verzet het gat probeert te dichten. Donderdag was dat gat drie keer onoverbrugbaar. Volgens Van den Berg, die zich opmaakt voor zijn eerste Spelen, verliep zijn dag volledig volgens plan.
Met dat lichte verzet werd Bos in 2004, 2006 en 2007 wel wereldkampioen op het koningsnummer van het baanwielrennen: de individuele sprint. Zijn eerste goud, die hij op 21-jarige leeftijd won in een rechtstreeks duel met de Fransman Laurent Gané, was 33 jaar na Leijn Loevesijn historisch. Tot die tijd hadden de Nederlandse mannen decennialang een verwaarloosbare rol gespeeld op het internationale podium.
Elke titel - Bos werd in zijn carrière ook wereldkampioen op de keirin en de kilometer - greep hij op dezelfde wijze. Niet met brute kracht, maar op techniek en souplesse, met een rechte rug aerodynamisch hangend in de beugels. De stilist fietste altijd zoals zijn oudere broer Jan vroeger schaatste: elke slag een streling voor het oog.
De successen van de nieuwe baangeneratie
Met zijn successen plaveide Bos de weg voor de successen van de nieuwe baangeneratie. Lavreysen en Hoogland domineerden de afgelopen jaren de korte onderdelen en de sprintploeg werd al drie keer op rij wereldkampioen. Op het laatste WK veroverden Sam Ligtlee, Kirsten Wild en Amy Pieters ook nog eens goud en Jan Willen van ‘t Schip zilver.
Na ruim 17 jaar aan de top van het baanwielrennen, met een tussenperiode op de weg, lonkt na het verlies in Grenchen het afscheid van het grote podium. Al neemt Bos die beslissing niet onmiddellijk. De liefhebber wil als toeschouwer sowieso nog naar de Spelen. “Ik wil die wedstrijden hoe dan ook met eigen ogen zien. Zelf kijken hoe de Nederlandse jongens het doen.”
Als baanrenner volgt eerst nog een serie wereldbekers voor de veteraan. Later in het jaar verblijft hij net als voorheen langere tijd in Japan om als een soort renpaard mee te doen aan baanwedstrijden waarop flink wordt gegokt. Niet vanwege de financiële noodzaak, maar uit liefde voor de sport.
Lees ook:
Theo Bos, de nestor van het Nederlandse baanwielrennen, gaat nog voor goud
Routinier Theo Bos weet van geen stoppen. Vorig jaar deed de nestor van het Nederlandse baanwielrennen op de kilometer een gooi naar een medaille.
Harrie Lavreysen is een sprinter uit een andere wereld
Het WK baanwielrennen in Berlijn was zìjn evenement. Met een maniakale voorbereidingsdrift won de jonge Harrie Lavreysen drie gouden medailles.
Nederland heeft een gouden generatie op de baan: ‘Dit is nog nooit voorgekomen’
Nederlandse baanrenners blijven imponeren, ook op het WK in Berlijn in 2020. Hoe kon deze discipline zo’n enorme omwenteling maken?