ColumnMarijn de Vries
Als er iemand is die lééft, is het Bibian
Zelden paste een naam zo goed bij een vrouw. Bibian betekent: leven. En als er iemand is die lééft... Met hart en ziel. Met huid en haar. Haar verhaal, iedereen kent het wel een beetje, begint als een regelrecht jongensboek. In meisjesvorm. Bibian Mentel studeerde rechten, maar vond dat niks. Amsterdam, het studentenleven: ze voelde zich niet thuis. Ze wilde iets met sport. De meeste mensen zouden kiezen voor zekerheid. Studie afmaken. Rechten is altijd goed.
Bibian deed het anders. Ze rondde haar propedeuse af en vertrok naar de sneeuw, om te leren snowboarden. Glijden, zoals ze het zelf zo mooi noemt. Ze bleef en gaf les, als twintiger. In het weekend ging ze wedstrijdjes af. Daar werd ze goed. Ze won. Voor de gein deed ze mee aan het NK. Pardoes werd ze tweede. Als een wervelwind kwam ze de topsport binnen: ze werd bijna vanuit het niets zes keer Nederlands kampioen. Ze was getalenteerd, had lef. Lef is niet voor niets het enkelvoud van leven.
Dit is niet het einde. Knop om.
In de voorbereiding op haar eerste Olympische Spelen, die van Salt Lake City in 2002, werd er een tumor zo groot als een tennisbal in haar scheenbeen ontdekt. Kanker. Haar been moest eraf. Maar ze had al eens iemand zien snowboarden zonder been. Dus ze wist meteen: dit is niet het einde. Knop om. We gaan verder. Leven! Vier maanden later gleed ze weer. Zeven maanden later werd ze per ongeluk opnieuw Nederlands kampioen. Tussen de mensen met twee benen.
Haar verhaal blijft voelen als een meisjesboek. Ondanks terugkerende kanker, ziekenhuizen en pijn, kijkt Bibian naar wat nog wel kan. Voor zichzelf, maar vooral voor anderen. Daarom moet snowboarden paralympisch worden: kleine jongens en meisjes zonder been, of met iets anders wat het sporten uitdagend maakt, moeten zien dat het gewoon wél kan. Het lukt: in 2014 sleept Bibian misschien wel haar grootste zege binnen. Bijna terloops wordt ze op ‘haar’ Spelen ook nog paralympisch kampioen. En in 2018 nog twee keer.
Hoe leef je verder, als dat leven steeds fragieler wordt? Het lichaam brozer? Dat wat je zo graag doet, glijden door de sneeuw, steeds vaker niet meer kan? Door te genieten van elke minuut en elke dag, vertelt Bibian in de podcast van Mark Tuitert. Door blij te zijn met iedere ochtend wakker worden, haar man in zijn groene ogen te kijken, te genieten van de zon en de eekhoorntjes in de tuin. Dat te zien als een kadootje. Telkens weer. Door niet te wachten en uit te stellen tot we later groot zijn, maar door te leven in het nu.
Gedragen door de liefde
Er rest Bibian weinig ‘nu’ meer. Het domme noodlot komt met z’n lompe poten aangewalst. Kut kanker.
Zo heet een van haar boeken. En terecht. Bibian huilt er wel eens om. Maar dan droogt ze haar tranen en gaat weer door. Ze weet zich gedragen door de liefde die ze voelt van de mensen om zich heen. Zonder had ze het niet volgehouden.
Waarom bewaren we de mooiste woorden tot na iemands overlijden? Natuurlijk, er is al veel over Bibian geschreven. Maar het échte loven begint pas als iemand er niet meer is. En dat is zonde. Want loven is liefde. En liefde verzacht. Bibian zegt het zelf. Zeg meer lieve woorden. Tegen jezelf. Tegen elkaar. Tegen hen die overlijden gaan, en hen die er nog lang zullen zijn. Wie wil zich nu niet gedragen voelen?
Bibian, je hebt de wereld zoveel liefde gegeven. Zoveel leven. Zelden paste een naam zo goed bij een vrouw. Dankjewel.
Journalist en voormalig profwielrenner Marijn de Vries fietst u elke maandag door het sportweekend. Lees hier eerdere columns terug.