Wielrennen
Alleen de hoop op een Tour doet het wielrennen nog leven
Zonder Tour de France stort het wielrennen ineen, is de vrees. Het is het gevolg van een wankel economisch model.
Zelf doet ze niet mee, maar wereldkampioene Annemiek van Vleuten leest met meer dan gemiddelde belangstelling berichten over het wel of niet doorgaan van de Tour de France. Die Franse rittenkoers maakt in de coronacrisis het verschil tussen aan- en afhaken van wielersponsoren en aldus het doorgaan of stoppen van diverse wielerploegen. “Ik ben een beetje bang voor het vrouwenwielrennen als de Tour niet doorgaat.”
Dinsdag komt de internationale wielerunie UCI hoogstwaarschijnlijk met een nieuwe racekalender voor de wielersport. De essentie van dat plan is simpel: alles moet wijken voor de Tour de France, georganiseerd door de Amaury Sport Organisation (ASO). Want valt de Tour weg, dan kraakt de wielerwereld. Bij de mannen én de vrouwen.
De sponsoren in het wielrennen halen hun zichtbaarheid namelijk vooral bij één wedstrijd: de Tour de France. De Franse zomerkoers is voor sponsoren goed voor 60 tot 65 procent van de economische ‘opbrengst’. Het is het enige wielerevenement dat mondiaal wordt uitgezonden. Marko Heijl, sportmarketingdocent en pr-man bij lijmproducent Soudal, een belangrijke sponsor van de Belgische Lotto-Soudal-ploeg, legt dat in één zin uit. “Met alle respect: de Amstel Gold Race is echt niet bekend in China. De Tour wel. Soudal verkoopt kitproducten in China. Welke wedstrijd zouden wij kiezen?”
De vraag is niet of sponsors omvallen, maar wanneer
De afhankelijkheid van de Tour leidt al jaren tot een wankel verdienmodel in een sport waar toeschouwers gratis naartoe kunnen. De wielerploegen worden voor 90 tot 95 procent gefinancierd door sponsorgelden, tot een bedrag tussen de tien en twintig miljoen euro per jaar.
Komt een sponsor in de problemen, dan heeft een team het meteen moeilijk. Dat gebeurt in de coronacrisis volop. CCC Team heeft het naar verluidt het zwaarst. De schoenenfabrikant zou al hebben gedreigd de ploeg niet meer te betalen. Het vrouwenteam Bigla-Katusha verloor al 100 procent van de vergoeding, toen Bigla vorige maand uitstapte en Katusha geen salaris betaalde. Mitchelton-Scott, de ploeg van Van Vleuten, heeft flink gesnoeid in salarissen, net als Bahrein-Merida en Astana. Burgos-BH, de ploeg van Jetse Bol, heeft uitkeringen aangevraagd voor de renners. De vraag is niet of sponsors omvallen, maar wanneer.
In het ideale plaatje is voor een wielerploeg de sponsor slechts een van de verschillende inkomstenbronnen. Het economisch model in het wielrennen is echter al jaren ‘misgroeid’, zegt Heijl, die onder meer een boek schreef over de relatie tussen marketing en wielrennen. Een ‘Amerikaans model’, gericht op solidariteit met een vaste organisatie en een eerlijke verdeling van de televisiegelden, zou volgens hem veel beter zijn dan het ‘darwinistische’ concept dat in het wielrennen geldt. “De ASO houdt met het ‘recht van de sterkste’ de andere stakeholders in de wielersport in een wurggreep.”
Champions League voor het wielrennen
Hein Verbruggen, oud-voorzitter van de UCI, zette een idee daarvoor al door in 2004. Dat werd de Pro Tour, een competitie met grote rondes en klassiekers ineen, bedoeld om de oppermachtige positie van de Tour te breken. Dat plan faalde opzichtig, omdat Tourorganisator ASO te veel tegengas gaf en de ‘eigen’ Tour (en de eigen inkomsten uit bijvoorbeeld televisierechten) beschermde. Richard Plugge, teambaas van Jumbo-Visma, wil die constructie nu juist weer terug in het wielrennen: “Ik heb in het verleden veel met Verbruggen hierover gesproken en wij zaten volledig op één lijn.”
Nieuwe plannen voor een afgeslankte competitie kunnen juist in een crisis ontstaan, zegt Plugge, ook vice-voorzitter van de AICGP, een belangenvereniging waarbij meerdere teams zijn aangesloten. Hij pleit voor een afgeslankte racekalender, zodat alle toppers gegarandeerd aan de start van wedstrijden staan en televisiegelden eerlijk worden verdeeld. Uniformiteit in de opzet, zodat een kijker precies weet waarnaar hij zit te kijken. “Een soort Champions League in het wielrennen.”
Plugge vindt dat juist de ASO een eerste stap moet zetten. De Tour is een ideale hefboom. “Tot nu toe is die organisatie tevreden met wat ze hebben, al zien ze deze periode ook wel dat hun model fragiel is. Ze moeten begrijpen dat wij niet tegen hen vechten, maar dat we samen beter kunnen.” Over de UCI zegt Plugge: “Dat is een politieke organisatie. Veel mensen zitten daar, omdat ze het mooi vinden in die wereld te zitten en het mooi vinden invloed uit te oefenen op iets waar ze geen verstand van hebben.”
'Het wielrennen verandert niet en is daarom kapot’
De patstelling tussen de UCI, ASO en de ploegen wordt voorlopig niet doorbroken, verwacht Heijl. Er was vorig jaar een kledingmerk voor nodig om een lijvig rapport te schrijven over de economische malaise en over de status van de sport. In de ‘Rapha Roadmap’ stond onomwonden: het wielrennen verandert niet en is daarom ‘kapot’.
Het vrouwenwielrennen is er eveneens niet best aan toe. “De meeste vrouwenploegen hebben het budget voor het hele jaar al binnen, gelukkig”, zegt Iris Slappendel, die twee jaar geleden vakbond The Cyclists’ Alliance opzette. Toch is de sport kwetsbaar. “Het vrouwenwielrennen is niet de sport waar de meeste exposure bij komt. Bij de mannen valt een ploeg niet meteen om, maar bij de vrouwen heeft een topploeg misschien een budget van twee miljoen euro per jaar. Aan de ene kant is de sport met minder geld te redden, maar trek je er een miljoen uit, dan is de ploeg meteen weg.”
Het idee van een Tour de France, die nu mogelijk eind augustus start, zorgt in ieder geval voor hoop. Bij sponsoren, maar ook bij renners. Slappendel: “Ik snap Van Vleuten heel goed. Als de Tour wordt gereden, dan komen er meer wedstrijden, ook voor vrouwen. Aan het begin van de crisis werden vrouwen niet gehoord, nu is er in ieder geval overleg over de racekalender.”
De heilige graal: andere inkomstenbronnen
Wil het wielrennen financieel stabieler worden, dan moeten eerst de intenties daar zijn, zegt Heijl. “Daarom ben ik blij dat er nu wel wordt nagedacht over vrouwenwedstrijden.” Plugge zag eind 2018 ook een andere tendens. Er werden afspraken gemaakt voor een ‘Classic-serie’ met daarin alle belangrijke eendagswedstrijden. “Dat zou een eerste stap zijn, voor mensen die over hun schaduw wilden heenstappen. Maar toen ging de UCI ons van alles opleggen, te veel om op te noemen. Toen zijn we uit het akkoord gestapt.”
Nieuwe afspraken heeft Plugge nog niet gepland. “We zijn nu bezig dit seizoen te redden.” Heijl: “Als dit voorbij is, zijn sponsoren omgevallen, zijn er nieuwe sponsoren bijgekomen en trekken we allemaal naar de Tour. Dan is alles weer hetzelfde en zeggen we erbij dat de coronacrisis niets fundamenteels heeft veranderd. De persoon die het lukt andere inkomstenbronnen aan te boren, heeft de heilige graal in handen.”
Lees ook:
‘We moeten het succes van het Nederlandse wielrennen niet normaal gaan vinden’
Iwan Spekenbrink, baas van Team Sunweb, pleit ook al jaren voor een nieuwe aanpak. Zijn sponsoring is anders ingestoken. Partner, in plaats van sponsor.
Wielrennen op zoek naar het grote geld
Lees dit verhaal uit 2004 terug en zoek de gelijkenissen. Het zijn er veel en dat geeft aan hoe het wielrennen maar niet verandert.