NaschriftFelipe Quispe Huanca

Latijns-Amerika verliest een van de meest authentieke inheemse leiders

Felipe Quispe Huanca bij protesten tegen de regering in La Paz, 1999.  Beeld AFP
Felipe Quispe Huanca bij protesten tegen de regering in La Paz, 1999.Beeld AFP
Edwin Koopman

De Boliviaanse Aymara noemden hem ‘Mallku’, ofwel ‘Hoogste adelaar’. Een eretitel waarmee zij Felipe Quispe erkenden als leider van de etnische groep waartoe ook hijzelf behoorde. Met zijn dood verliest Latijns-Amerika een van de meest authentieke inheemse leiders van de afgelopen halve eeuw. Volksleider, denker, guerrillero, docent en strijder voor inheems zelfbestuur – desnoods met geweld; etnocentrisch, compromisloos, bondgenoot én tegenstander van ex-president Evo Morales, en door zijn radicalisme omstreden, wat hem twee keer celstraf opleverde, maar ook kandidaatschappen voor president.

De markante leider – leren jack, breedgerande hoed – was de belangrijkste exponent van het Boliviaanse katarisme, genoemd naar de achttiende-eeuwse inheemse rebel Túpac Katari. Deze antikapitalistische politieke stroming kwam op in de jaren zeventig en streeft naar een decentraal georganiseerd Bolivia met zelfbestuur door etnische clans. Met de nationale vlag had Quispe niets; hij hees de veelkleurige geblokte whipala, symbool voor de multi-etnische ‘plurinationale staat’. De racistische blanke elite mocht wat hem betreft terug naar Spanje. Hij verwees vaak naar de collasuyo, een historische opstand van de Inca’s tegen de Spanjaarden.

De ­doctrine van de Koude Oorlog

Quispe groeide op in een boerenfamilie in noordwest-Bolivia. Om te ontsnappen aan de ar­moede ging hij, zoals veel jonge Bolivianen, het leger in. Maar de ­doctrine van de Koude Oorlog stond haaks op zijn overtuiging dat de klassenstrijd een einde kon ­maken aan de uitbuiting van de ­inheemse bevolking. Hij voelde zich beter thuis in de boerenvakbond, ontpopte zich tot leider en richtte in de jaren zeventig meerdere linkse bewegingen op.

Na een militaire staatsgreep in 1980 vluchtte Quispe naar Guatemala en El Salvador, waar hij in aanraking kwam met de toenmalige linkse guerrilla’s. Na terugkeer, met nog meer politiek activisme, zeven maanden cel en vooral diepe teleurstelling in de resultaten van de politieke strijd, werd hij een van de commandanten van het Túpac Katari Guerrilla­leger, dat op de golven van een groeiend inheems zelfbewustzijn in Bolivia enkele jaren daarvoor was opgericht. Twee jaar later werd hij opnieuw opgepakt en verdween vijf jaar achter tralies, waar hij boeken las en geschiedenis studeerde.

Tegen de eeuwwisseling ontpopte Quispe zich als dé politieke strijdmakker van de steeds populairdere boerenleider – en latere president – Evo Morales. Bolivia ging mee in de nieuwe, linkse wind die door Latijns-Amerika waaide, aangewakkerd door diepe teleurstelling in de traditionele politieke partijen. In Bolivia markeerde dit tweetal de opkomst van een nieuwe politieke beweging, een alternatief voor de gevestigde orde, die de democratie had misbruikt om de politieke en economische macht in handen te houden van de witte minderheid.

Bondgenootschap van korte duur

Terwijl Morales protesten ­organiseerde in de tropische berg­gebieden, ontfermde Quispe zich over wegblokkades op de hoogvlaktes. Toch was het bondgenootschap van korte duur. De Mallku vond Morales – in de ogen van velen zelf al radicaal – te conformistisch en te internationaal. Quispe had niks met het buitenland, hij was er voor de inheemse Bolivianen. Hij heeft het Morales nooit vergeven dat, terwijl hijzelf in 2003 met gevaar voor eigen ­leven en ten koste van 63 doden een president het land uit wist te jagen, Morales met zijn presidentiële ambities langs bevriende staatshoofden reisde in Venezuela en Libië. Hij noemde Morales later een ‘neoliberaal met een inheems gezicht’ die zich omringde met ‘blanken en mestiezen’.

Toen Morales in 2005 president werd, trok Quispe zich terug in de aula’s op de inheemse universiteit. Pas na Morales’ val, in augustus 2019, klom hij terug op het politieke podium. De Mallku was vorig jaar de grote kracht achter de protesten tegen de rechtse interimregering van Jeanine Áñez en stevende af op een ­come-back op het politieke front waar hij uiteindelijk het leven liet. Terwijl hij zich voorbereidde op de gouverneursverkiezingen voor La Paz in maart, bezweek hij aan een hartstilstand, 78 jaar, en tot het eind trouw aan zijn radicale roeping.

Felipe Quispe Huanca werd geboren in Achacachi op 22 augustus 1942 en stierf in La Paz op 19 januari 2021.

Lees ook:

2,7 miljard mensen hebben in de huidige crisis geen enkele steun ontvangen.

Bolivia en de Filipijnen hebben een sterker vangnet voor de bevolking dan andere landen. De verschillen tussen ontwikkelingslanden zijn groot.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden