Weg met de hegemonie van de witte filosoof
De filosofie is te wit, te mannelijk, verouderd, klinkt het. Is de filosofische canon toe aan vernieuwing?
Nietzsche, Aristoteles, Foucault, Arendt, Kant, Plato, Rousseau. Bij een willekeurige greep uit de Westerse filosofische canon vallen een aantal dingen op: op een enkeling na zijn alle filosofen man, de lijst is overheersend wit en alle denkers zijn inmiddels overleden. Kortom: in filosofisch onderwijs en onderzoek op Nederlandse universiteiten ligt, net zoals in de rest van het Westen, de nadruk op witte, dode mannen.
Vorig jaar deden filosofen Jay Garfield en Bryan van Norden een oproep in The New York Times: zolang filosofie-faculteiten een blinde vlek hebben voor onder anderen Afrikaanse en oosterse denkers, postkoloniale critici en inheemse filosofieën, mogen zij niet claimen 'de filosofie' te bestuderen. "We stellen voor dat alle faculteiten die alleen cursussen in Westerse filosofie aanbieden, zichzelf hernoemen tot 'Faculteit van de Europese en Amerikaanse Filosofie'", aldus Garfield en Van Norden. Maar hun grootste wens: neem niet-Westerse stromingen wél op in het vaste curriculum.
De roep om een diverse canon wordt steeds luider, ook aan Nederlandse universiteiten. Op de Radboud Universiteit in Nijmegen organiseerden twee studenten eerder dit jaar een masterclass over dit thema, gesteund door de Nederlandse Onderzoeksschool voor Wijsbegeerte. Vorig jaar startten twee studenten van de Vrije Universiteit Amsterdam een petitie. 150 mensen ondertekenden hun oproep tot meer aandacht voor vrouwelijke denkers. En verschillende filosofie-faculteiten starten nu met vakken over niet-Westerse filosofie.
Witte aanzicht
De discussie hangt samen met een groeiende aandacht voor diversiteit binnen universiteiten in het algemeen. Filosofie komt er op dit gebied slecht vanaf. In 2013 werkten in totaal 65 hoogleraren aan Nederlandse filosofie-faculteiten. Zeven van hen waren vrouw. Deze verhoudingen zijn sindsdien iets beter geworden, maar nog zeker niet gelijk. Over de culturele achtergrond van onderzoekers en studenten zijn geen cijfers bekend, maar filosofie-faculteiten staan bekend om hun witte aanzicht.
Het is een van de belangrijkste argumenten die critici op de canon aanhalen: hoe kan filosofie ooit meer aantrekkelijk worden voor studenten met een diverse achtergrond als zij zich niet herkennen in de docenten noch in de voorgeschreven auteurs? "Toen ik hier aan mijn master begon, viel het gebrek aan diversiteit me meteen op", vertelt Rose Trappes vanachter een tafel op de zestiende verdieping van de Erasmustoren op de Radboud Universiteit. Hoe ze dat merkte? Trappes lacht. "Aan alles. Zowel de studenten, als de literatuur, als de docenten waren grotendeels wit en mannelijk."
Het was voor haar en medestudent Hans-Georg Eilenberger reden om een masterclass te organiseren over diversiteit binnen de filosofie. Waarom houdt dit thema hen zo bezig? "Voor mij is representatie een belangrijke reden", vertelt Trappes. "Een man van kleur of een lesbische vrouw krijgen nu snel de indruk dat filosofie niet voor hen is."
"En hun deelname is juist van belang", vult Eilenberger aan. "Filosofie draait voor mij om kritische reflectie. Als alle filosofen dezelfde achtergrond hebben, hebben zij ook dezelfde blinde vlekken. Hoe groot is de kans dan om alle kritische geluiden te horen?"
Uitsluiting
Maar juist voor mensen met kritische visies is het moeilijker om door te dringen tot de filosofie. "Als je je bezighoudt met onderwerpen die niet aansluiten bij de canon, kom je al snel in het domein van 'niet echte filosofie'", merkt Annemie Halsema, universitair docent hedendaagse filosofie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. "Postkoloniale filosofie is bijvoorbeeld 'niet echt filosofisch'. Maar wat nou precies wel filosofisch is, is niet eenduidig vast te leggen. De gehanteerde standaard is vaag."
Het beeld dat ontstaat, lijkt een vicieuze cirkel. De canon is eenzijdig, waardoor niet alle kritiek een podium krijgt. En als er mensen zijn die die kritiek kunnen verwoorden, worden ze uitgesloten omdat ze niet binnen de canon passen. Als dit het geval is, wat moet er dan gebeuren? "De ideale situatie zou voor mij zijn als er in ieder vak aandacht wordt besteed aan niet-canonische filosofie", stelt Halsema. Op de VU is het zover nog niet. Wel komt er, dankzij de petitie van twee studenten, volgend jaar een vak Diversifying Philosophy in het vaste curriculum. Studenten leren hier kritisch kijken naar de canon: Wat wordt er in- en uitgesloten? "Het is een begin."
Daarnaast riep de petitie op tot meer aandacht voor werk van vrouwelijke filosofen. Dat is er nog niet in ieder vak van gekomen. Is er niet gewoon weinig materiaal van vrouwelijk filosofen, omdat zij vroeger zo slecht vertegenwoordigd waren? Onzin, vindt Halsema. "Er zijn encyclopedieën geschreven over vrouwelijke filosofen van de oudheid tot de twintigste eeuw. Met zo'n werk van duizenden pagina's in mijn hand, kan ik dat argument gauw beslechten."
Toch erkent ook zij dat het niet altijd makkelijk is. Wie nieuwe filosofen een podium wil geven, zal oude klassiekers immers weg moeten laten. "Als ik een vak doceer dat zes weken duurt, moet ik keuzes maken. Je kiest dan snel voor de meest invloedrijke filosofen."
Een voorbeeld van hoe het radicaal anders kan, is te vinden aan het Amerikaanse Michigan State University. Studenten kunnen daar sinds dit jaar hun undergraduate degree (vergelijkbaar met de Europese bachelor) halen door twee van de vijf aangeboden richtingen te volgen. De keuze bestaat uit filosofie van de oudheid, moderne filosofie, inheemse, Latijns-Amerikaanse en Afrikaanse filosofie. Kortom: studenten kunnen hun diploma halen zonder ooit één westerse filosoof te bestuderen.
Stand van zaken
"Dit is gloednieuw", vertelt universitair docent van de Michigan State University Xhercis Méndez glunderend over Skype. Zelf werkt ze met Afro-Amerikaanse, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse filosofie en concentreert ze zich op thema's als postkolonialisme, feminisme en seksualiteit.
"Mijn input vind ik niet in de canon, dus kijk ik naar vrouwen die hier in de praktijk mee bezig zijn. Maar zodra ik aan de slag ga met alternatieve rechtvaardigheidsmodellen, moet ik opeens verantwoorden hoe dat past binnen de mainstream theorieën." Vermoeiend, vindt Méndez. "Ik kan niet al mijn tijd besteden aan praten over de canon, ik wil de wereld veranderen."
Toch lijkt het te wringen. Moeten filosofiestudenten, om zich te verhouden tot de Westerse wereld waarin zij leven, niet enige kennis hebben van de Westerse filosofie? "Wat mij betreft niet. Het argument kan niet zijn: we moeten deze filosofen kennen, want zij zijn belangrijk. Als je die redenering volgt, zal de canon nooit veranderen. Onze perceptie van wat belangrijk is, verandert met de tijd.
"Dat betekent overigens niet dat de historische methodes irrelevant zijn, maar het is slechts één versie. Als studenten dat willen, prima. Maar er moet ook ruimte zijn voor andere theorieën."
Diversiteitsofficier
Drastische veranderingen als deze zijn er in Nederland nog niet, blijkt uit een rondvraag langs verschillende filosofie-faculteiten. Wel is er aandacht voor het onderwerp. Aan de Erasmus Universiteit heeft de Faculteit der Wijsbegeerte, net zoals iedere faculteit daar, een eigen diversiteitsofficier. In Tilburg buigt een commissie zich over de vraag of het curriculum nog te veel wordt gedomineerd door witte, mannelijke filosofen en, als dat zo is, hoe daar iets aan te doen.
Tot verandering heeft dit niet overal geleid. In bijna alle van de acht reguliere bachelors filosofie is binnen het vaste curriculum aandacht voor feministische en postkoloniale theorieën, hoewel meestal als één subonderdeel van een vak.
Voor niet-Westerse filosofie is minder aandacht: slechts twee bachelors bevatten een verplicht vak over niet-Westerse filosofie. Leiden is hier duidelijk voorloper: hier kunnen studenten sinds dit jaar een speciale bachelor volgen met focus op niet-Westerse filosofie (zie hieronder).
En de studenten, hoever willen zij gaan? Zijn zij bereid de grote namen uit de canon links te laten liggen? "Ja", antwoordt Trappes overtuigd. Eilenberger denkt iets langer na. "De canon helemaal afschaffen, is wel drastisch. Hij moet veranderlijk zijn. Je moet je toch afvragen: hoe inclusief kun je als discipline zijn, en toch nog één discipline blijven?"
Nieuwe richting in Leiden
Aan de universiteit van Leiden kunnen studenten sinds dit jaar de bachelor 'Philosophy: Global and Comparative Perspectives' volgen. De niet-Westerse filosofie neemt hier een prominente plaats in: naast Europese filosofie, krijgen studenten vakken in filosofie uit het Midden-Oosten, China en India.
45 studenten zijn nu aan de studie gestart, van wie een relatief groot deel Nederlander is met een niet-Westerse achtergrond.