Wie herdenk je en hoe? Volgens filosofe Simon(e) van Saarloos mogen we best meer herdenken. En creatiever.
Alleen al de manier waarop Simon(e) van Saarloos haar naam spelt, zou je overdreven kunnen noemen. Waarom die provocerende (e)? Kies gewoon voor Simon óf voor Simone. En dan blijkt de tegendraadse filosofe zich ook nog solidair te verklaren met de controversiële Sylvana Simons; ze stond kandidaat voor haar partij. Ook Van Saarloos vindt dat Nederland gevangen zit in een ‘koloniale ideologie’ en in een ‘bezitsgerichte meestermoraal’.
Irritante formuleringen misschien. Maar daar kun je het met Van Saarloos over hebben. “Ja, daar heb ik last van, dat mijn werk hier wordt gezien als provocatief”, zegt de filosofe, misschien opgelucht dat het probleem op tafel ligt. “Maar zo is het niet bedoeld. Ik probeer gewoon het debat aan te vullen met ideeën die ik in Amerika heb opgedaan, bij het zwarte feminisme bijvoorbeeld.” Ze lacht: “Daar zit echt wel wat theorie achter!”
En dan snijdt ze in haar nieuwe boek ook nog het berucht gevoelige thema ‘herdenken’ aan. ‘Herdenken herdacht’ heet het essay. En ook hier morrelt de filosofe aan alles wat we normaliter vanzelfsprekend vinden: van wát we herdenken tot hóe we dat doen.
Bij eerste lezing is het niet alleen de inhoud die irriteert, maar ook de vorm, die tamelijk chaotisch overkomt. “Vergeten hoe het hoort”, noemt Van Saarloos dat zelf, en halverwege het essay legt ze dat nog eens uit. “De aanname dat één idee makkelijker te delen is dan een boel losse gedachten, weerhoudt ons ervan meer chaotische ideeën te delen. Dat besef kan, denk ik, ook van belang zijn bij herdenken.” Eigenlijk hoeft zo’n uitspraak bij Van Saarloos niet te verbazen, want in al haar werk probeert ze het flexibele, chaotische te dénken, dwars tegen de traditie in.
Bij het herlezen van ‘Herdenken herdacht’ begin je beter te begrijpen wat Van Saarloos bedoelt. “Misschien moet je dat in het stuk zetten”, oppert ze, “dat je het eerst een warrig boekje vond. Want het is niet alsof ík alles in één keer begrijp. Als ik naar de werkelijkheid kijk, begrijp ik heel veel dingen niet en vanuit dat niet-begrijpen probeer ik te denken, in plaats van wat ik al grotendeels begrijp.”
Waarom moeten we herdenken herdenken? Het gaat toch best goed?
“We hebben inderdaad veel nationale herdenkingen, zoals de Nationale Dodenherdenking en Keti Koti. Maar in de VS zie je veel vormen van herdenken, van leven met het verleden, die ik hier nooit terugzie. Wie in New York bijvoorbeeld een presentatie geeft, onderzoekt eerst wie er op die plek heeft gewerkt of gewoond. Als respect tegenover de New-Yorkers die vaak moesten verkassen omdat ze de huur niet meer konden opbrengen, of tegenover First Nation Peoples van wie de grond werd afgepakt. Dat zou je hier ook kunnen doen.”
Maar noem je dat nog herdenken?
“Ik probeer dat woord juist op te rekken naar wat niet wordt gezien als herdenken. Omdat er op deze wereld heel veel geschiedenissen zijn die niet gezien en herdacht worden op institutioneel niveau. Terwijl mensen er wél mee leven.”
Je kunt toch niet alles en iedereen herdenken, tenminste niet collectief?
“Ja, dat hoor je altijd, je kunt niet elke dag een herdenkingsdag hebben. Maar dan denk je vanuit schaarste. Je kunt ook proberen anders te denken, vanuit overvloed. Er is een overvloed aan verschillende verhalen, aan geschiedenissen. Dat is natuurlijk wel een gedachte-experiment waar je zin in moet hebben. Maar zo zie ik dit boek ook. Niet als een pamflet, maar als een gedachteoefening. Ik wil kantelen wat vanzelfsprekend is – en één van die vanzelfsprekende ideeën is schaarste. Dus: één nationale herdenkingsdag per jaar, ik begrijp dat het overzichtelijk is, maar mijn vraag is dan, waarom moet het overzichtelijk zijn?”
Wat levert dat dan op, dat herdenken uit overvloed?
“Stel dat we elke dag twee minuten stil zijn? We zitten thuis of in de tram en zijn even allemaal stil. Wat zou dat betekenen voor onze dagelijkse gevoelens van collectiviteit? Zouden we minder hard gaan werken? Meer met elkaar in contact komen? Dat interesseert me, of we echt anders zouden kunnen leven. En dus ook: heel anders met het verleden kunnen leven.”
Zijn zulke rituelen er niet al? U noemt in uw boek de ‘struikelstenen’ van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Bewoners van huizen waaruit Joden zijn weggehaald, kunnen op de stoep een steen met inscriptie laten plaatsen. Zo struikel je dagelijks over het verleden. Maar er zijn ook buren die zeggen: ik wil niet elke dag geconfronteerd worden met vervolging.
“Ik zou zeggen dat we die confrontatie moeten toelaten. We doen alsof we steden kunnen hebben waar alles gladjes verloopt, maar er zijn ook Nederlanders die bij elk grachtenpand ervaren dat het is gebouwd op slavenarbeid. Alleen is dat verleden niet voor iedereen openbaar, daar struikel je zogezegd niet over. Je hebt nu wel de website Mapping Slavery, die brengt de historische plaatsen in kaart van het slavernijverleden. Maar je moet daarin geïnteresseerd zijn om naar die website te gaan. Je ziet slavernij niet expliciet terug in de openbare ruimte. Waarom zouden we dat niet aankunnen?
Soms moet je toch ook vergeten, om samen een nieuw begin te maken? Zoals Nietzsche al wist kan het verleden ons ook lam slaan.
“Vergeten kan inderdaad zinvol zijn, maar ik kan voor anderen niet beslissen wat ze moeten vergeten. Ik laat liever zien welk vergeten we vanzelfsprekend vinden en welke herdenkingsrituelen we hebben geaccepteerd zonder dat we erbij stilstaan.”
Zoals?
“Zoals standbeelden. Meestal merken we ze helemaal niet op. Maar er zijn ook Nederlanders die zeggen: deze viering van een koloniale figuur doet mij pijn. Dan krijgen ze te horen: hé, hé, waarom doe je daar zo moeilijk over. Maar je mág toch aandacht vragen voor herdenken?”
Die aandacht is er toch? Er is voortdurend discussie over standbeelden en straatnamen.
“Ook dan vraag ik me af wat je er nog meer mee zou kunnen doen. Ik stel me weleens voor dat je zo’n standbeeld niet weghaalt, maar in brokken uiteen laat vallen en die brokstukken laat liggen, zodat het voorbijfietsend publiek er daadwerkelijk last van heeft en gaat nadenken over de geschiedenis. Dat vinden mensen dan misschien heel zwaar, maar als je dat zware probeert weg te drukken, moeten anderen de last dragen. Je kunt zo’n voorstel dus zien als een manier om die last te verdelen.”
Waarom reageren Nederlanders soms zo allergisch op mensen die hen ‘schuld proberen aan te praten’, zoals Sylvana Simons?
“Ik denk doordat we schuld meteen associëren met straf. Daders durven vaak geen schuld te bekennen, omdat straf ons enige antwoord is. Terwijl ze vaak wél graag goedmaken wat ze hebben aangericht. Dat kun je ook betrekken op herdenken. Je kunt alle geweld in deze wereld niet oplossen, maar misschien wel in de ogen zien. Witte mensen denken vaak: Deze ongelijkheid is zó vreselijk, het maakt niet uit wat ik doe, want ik doe het sowieso fout. Maar probeer gewoon te ervaren en te erkennen dat er ongelijkheid ís, zonder dat je dat meteen moet oplossen. Dat bedoel ik ook met dat standbeeld in stukken. Stel, je kunt niet doorfietsen, wat doet dat met je?”
Je wordt boos, want je moet op tijd zijn op je werk!
“Maar stel nou dát je een paar minuten te laat komt en je krijgt daar géén straf voor? Dan ga je je misschien afvragen waarom we zo gehaast leven. Kunnen we dat ter discussie stellen? Ik begrijp dat je denkt: dat lijkt me heel moeilijk, zo’n onderbreking van het dagelijks leven. Maar dan denk ik toch ook: er zijn zoveel mensen die iets willen veranderen. Wat voor jou voelt als onderbreking, is misschien dagelijkse praktijk voor een ander. De brokstukken die jou ergeren, zijn als de stoepjes en drempels voor iemand die een rolstoel gebruikt. Die drempels zeggen de hele tijd: deze wereld is niet op jou ingericht.”
Van Saarloos: “Ik wil wel benadrukken dat schuld daarin niet het centrum vormt. Er zijn echt andere manieren om te reageren op pijn en leed. Het gaat ook niet alleen om méér herdenken, maar soms ook om het vergeten van bepaalde patronen. Dat doet Sylvana Simons. Ze ‘vergeet’ dat ze haar mond als zwarte vrouw niet open mag doen. Ze vergeet dat ze te horen krijgt: “Hé, jij moet je plek kennen.” Door bewust te ‘vergeten’ hoe je zou móeten reageren, kun je ook een nieuw begin maken. Wat alleen niet kan, is anderen vertellen dat ze hun geschiedenis maar eens moeten vergeten. Want als jouw geschiedenis niet zichtbaar is, als je de naam hebt gekregen van de familie die jou tot slaaf heeft gemaakt, dan blijf je daarmee bezig. Daarom wil ik niet alleen pleiten voor meer vergeten, maar ook voor meer herdenken.”
Van Saarloos lacht: “Stel dat je een witte mannelijke lezer van Trouw bent en stel dat je ‘Herdenken, herdacht’ zou lezen. En stel dat je je begint te realiseren waarom jij níet over geschiedenis hoeft na te denken: omdat je omgeving je vertelt dat je hier hoort. Dat zou ik al heel mooi vinden.”
Simon(e) van Saarloos: Herdenken herdacht. Een essay om te vergeten. Uitgeverij Prometheus; 120 blz. € 18,99
Vanavond wordt ‘Herdenken herdacht’ gepresenteerd in het Compagnietheater in Amsterdam, vanaf 19.00. Kunstenaars en activisten laten het publiek via hun eigen werk en discipline zien hoe zíj herdenken.
Op woensdag 11 september gaat Simon(e) van Saarloos in gesprek met coreferent Dirk Mulder en filosofen Coen Simon en Frank Meester over onze manier van herdenken in het Nieuw Licht debat. Het programma start om 20.00 uur en vindt plaats in het Academiegebouw, Broerstraat 5 te Groningen.
Simon(e) van saarloos
Simone van Saarloos (1990) werd geboren in de Verenigde Staten en groeide op in Nederland. Haar vader is natuurkundige, haar moeder classica. Halverwege haar middelbare school, nam ze een tussenjaar op een high school in de VS. Later studeerde ze filosofie en literatuurwetenschappen in Amsterdam en in New York. Ze speelde ook een tijd rugby voor het Nederlands damesteam.
In 2013 kreeg Van Saarloos een column in nrc.next. Met Niña Weijers presenteerde ze een ‘seksistische talkshow’, waar vrouwen het woord nemen en mannen enkel mooi hoeven zijn. Haar pamflet ‘Het monogame drama’ (2015) kreeg veel aandacht. In 2018 verscheen haar verslag van het Wildersproces ‘Enz. Het Wildersproces’. Een jaar tevoren stond ze achtste op de kandidatenlijst van partij Artikel 1 (nu BIJ1), met Sylvana Simons als lijsttrekker.
Lees ook:
De dodenherdenking weerspiegelt waar we als samenleving staan
De oproep van een actiegroep om de jaarlijkse twee minuten stilte op de Dam te doorbreken, roept de vraag op wat we daar wel en niet moeten herdenken. Filosofen Gert-Jan van der Heiden en Désanne van Brederode gaan in discussie.
Lees ook: Slavernijverleden wordt op steeds meer plekken herdacht
De jaarlijkse herdenking van het slavernijverleden groeit. Trouw-redacteur Harriët Salm sprak vorig jaar juli met directeur Urwin Vyent van het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis .