InterviewFrank Martela
Wat is de zin van het leven? Volgens filosoof Frank Martela moeten we die vraag niet langer stellen
Hoe leid je een zinvol en betekenisvol bestaan? De jonge Finse filosoof Frank Martela stelt voor: zoek niet naar ‘de zin van het leven’, maar naar zin in je eigen leven.
‘De zin van het leven’ is zo’n versleten term dat je niet zou vermoeden dat het een internationaal wetenschappelijk specialisme is, compleet met professoren en conferenties, nauw verwant met de vele ‘geluksonderzoekers’. De Finse filosoof Frank Martela (1981) begeeft zich als onderzoeker en docent in dit vakgebied, en combineert een interesse voor existentiële vraagstukken met een eigentijdse behoefte aan wetenschappelijk onderbouwde psychologie.
De grote zinvraag waar filosofische stromingen en religieuze systemen zich al eeuwen mee bezighouden, wordt in onze tijd op een nieuwe manier benaderd. Waarom zou je enkel uitgaan van wat denkers, profeten en zieners ons hebben nagelaten, als we inmiddels ook steeds meer weten over hoe een mens in elkaar zit? “Nadat ik tien jaar onderzoek heb gedaan in de filosofie, psychologie en de geschiedenis van zingeving staat voor mij één ding vast: bepalen wat het leven zin geeft is makkelijker dan je denkt”, zegt Martela.
Hij schreef er een toegankelijk boek over dat onlangs in het Nederlands verscheen. Dit is na het Engels en Fins de derde taal waarin het uitkomt, en inmiddels zijn er bijna twintig vertalingen in de maak – van Frans, Duits en Spaans tot Japans en Koreaans. De thematiek is universeel. Martela: “Bijna iedereen is weleens overvallen door het gevoel dat zijn of haar bestaan volkomen zinloos is. Dat kan gebeuren nadat je een grote opdracht voor je werk hebt ingeleverd en denkt: en toch zal dit de wereld geen millimeter verder helpen. Het kan ook op een onbewaakt ogenblik, zomaar uit het niets gebeuren. Of juist na een groot verlies, de dood van een geliefde of dierbare. Ineens denk je: er is geen zin, mijn leven stelt niets voor.”
Waarom vinden mensen het zo moeilijk om met ‘zinloosheid’ te leven?
“Als menselijke wezens hunkeren we naar een leven dat ertoe doet, dat waardevol is en dat betekenis heeft. We zijn ‘geprogrammeerd om te zoeken naar zingeving’, zoals sociaal-psycholoog Roy Baumeister heeft gezegd. Dat geldt voor iedereen: zelfs voor mensen die zeggen dat ‘zingeving’ maar tijdverspilling is. Uit talrijke studies blijkt dat zingeving belangrijk is voor onze motivatie en ons welzijn. Omgekeerd kan een gebrek aan ‘zin’ leiden tot depressie en suïcide. Mensen die hun eigen leven zinvol vinden, leven gemiddeld langer. Viktor Frankl, een beroemde psychiater en overlevende van de Holocaust, zag dit met eigen ogen in de concentratiekampen. Degenen die onder die ondraaglijke omstandigheden in een zinvol bestaan konden blijven geloven, hadden soms een kans om te overleven. Frankl citeerde Nietzsche met instemming: ‘Hij die een reden tot leven heeft kan vrijwel alle levensomstandigheden verdragen’.”
Waarom is het voor velen in deze tijd moeilijk om zo’n ‘reden’ te vinden?
“De westerse mens is voor zingeving op zichzelf aangewezen. Tot twee, drie generaties terug was de wereld in dit opzicht veel eenvoudiger, we hadden niet zoveel opties. Er waren grote cultureel-religieuze raamwerken waar je in werd geboren. Nu is het eigenlijk volledig aan jezelf om te bepalen welke waarden jij omarmt. Dat is bevrijdend, maar het kan ook grote ongerustheid en angst wekken, want hoe maak je de juiste keuze?”
De oude raamwerken zoals religies bestaan nog steeds.
“Ja, maar ook de mensen die nu religieus zijn, zijn dat op een andere manier dan de generaties vóór hen. Ooit was je gewoon wat iedereen om je heen ook was. Je veranderde niet snel van geloof. Als je in deze tijd religieus wordt opgevoed, spreekt het niet voor zich dat je dat ook je hele leven blijft. En als je dat wél doet, is het een bewuste keuze. Alleen al omdat je elke dag andersdenkenden ontmoet. Om maar te zwijgen van de wetenschappelijke inzichten waarmee je om je oren wordt geslagen.”
U stelt dat de wetenschap ons ernstiger choqueert dan we toegeven.
“Inderdaad. De wetenschap heeft de mens van zijn voetstuk geduwd. Ooit waren we het centrum van de wereld. Hoe meer we naar de wereld kijken met een wetenschappelijke blik, hoe meer we beseffen dat we helemaal nergens het centrum van zijn – er zijn miljoenen en nog eens miljoenen sterrenstelsels en waarschijnlijk ook wel andere vormen van leven elders. Op aarde zijn we ook minder uitzonderlijk dan we dachten: we zijn niet beter dan dieren, hoogstens stellen we meer zinvragen.”
En op die vragen hebben we geen antwoord?
“De oude antwoorden voldoen niet meer. Moderne westerse waarden zijn gebouwd op de fragmenten van een ouder wereldbeeld, dat zijn houdbaarheid heeft verloren. Westerse samenlevingen hebben bepaalde waarden geërfd maar het contact verloren met het overkoepelende wereldbeeld dat die waarden droeg en rechtvaardigde.”
En toch beweert u dat zingeving eenvoudiger is dan je denkt.
“Dat klopt. De kern is denk ik dat je je aandacht moet verleggen van ‘de zin van het leven’ – met algemene, voor iedereen geldige antwoorden – naar de ervaring van ‘zin’ in je eigen leven, met hoogstpersoonlijke antwoorden en betekenissen. Ik baseer me hierbij grotendeels op de zelfbeschikkingstheorie van Edward Deci en Richard Ryan. Die draait om drie psychologische basisbehoeften: verbondenheid, autonomie en competentie. Wanneer aan deze drie behoeften wordt voldaan, ervaren mensen meer welbevinden en motivatie, en dus meer zingeving in hun leven. Zelf voeg ik daar nog ‘welwillendheid’ aan toe – goede dingen doen voor andere mensen.”
Is zingeving niet méér dan het voldoen aan een lijstje behoeftes?
“Het mag simpel klinken, maar veel meer is het niet. Elk mens heeft, naast puur fysieke behoeften, deze aangeboren psychologische basisbehoeften. Iedereen kan ze herkennen: als je erin slaagt om deze te bevredigen, dan krijg je een diep, bijna lijfelijk gevoel van vervulling en bevrediging. Als je op zoek bent naar een structurele vermeerdering van ‘zin’ in je leven, dan kun je deze behoeftes als uitgangspunt nemen, en hierop jouw eigen kernwaarden en je innerlijke levenskompas baseren.”
Kunt u samenvatten hoe dat moet?
“Ik benoem vier bronnen van ‘zin’. Voor de eerste – verbondenheid – komt het aan op de relaties met de mensen die dicht bij je staan. Je kunt deze relaties steeds meer cultiveren, uiteraard is dit nooit klaar. Je kunt je afvragen of je hier genoeg ruimte en tijd voor maakt, en zo nodig je dagen anders indelen. De tweede bron is: iets positiefs bijdragen aan de levens van anderen. Bijvoorbeeld door kinderen op te voeden, vrienden te helpen of vrijwilligerswerk te verrichten. Ik geef mijn studenten vaak de opdracht om in één week drie goede daden te verrichten, als experiment. Als we dit na afloop bespreken, is het ongelofelijk om te zien wat voor grappige en hartverwarmende dingen ze allemaal bedenken en hoe positief ze dit ervaren.”
De eerste twee bronnen draaien dus om onze relaties met anderen.
“Inderdaad. Maar dat is niet het hele verhaal. We moeten ons ook met onszelf verbinden – ook dit is nooit ‘af’. Daarover gaan de laatste twee bronnen: ‘zelf-realisering en authenticiteit’ en ten slotte ‘meesterschap’. Hiervoor is het nodig om je van tijd tot tijd af te vragen of je voldoende dingen kunt doen die je zelf waardevol vindt. Soms bevinden we ons door bepaalde verplichtingen of verbindingen in een rol die ons eigenlijk niet past. Vaak kiezen mensen hun beroep bijvoorbeeld niet op grond van authentieke voorkeuren of interesses, wat later tot motivatieproblemen leidt. Vraag jezelf af: doe ik wat ik werkelijk graag doe? En doe ik waar ik werkelijk goed in ben? Je kunt als oefening aan enkele mensen vragen wat ze jouw grootste persoonlijke kwaliteit vinden. Dat levert soms verrassende inzichten op. Ten slotte kun je op basis daarvan kiezen voor iets waarin je meesterschap wilt bereiken – de laatste van de vier bronnen.”
Moeten we per se allemaal meesters worden?
“Welnee, en het is ook heel belangrijk dat deze zoektocht geen obsessie wordt, maar iets wat je met humor en speelsheid kunt toepassen, steeds opnieuw. Het belangrijkste is denk ik dat je anderen niet langer de normen voor jouw leven laat bepalen. Jaag niet langer de spoken van voorbije tijdperken na. Hunker niet langer naar een zin die van bovenaf is opgelegd. Streef er in plaats daarvan naar je eigen leven – en de levens van degenen om wie je geeft – zinvoller te maken. De Amerikaanse filosoof John Dewey vat het als volgt samen: ‘Handel zodanig dat je het heden als zo zinvol mogelijk ervaart’. Hoeveel zin jij in je leven ervaart, wordt niet bepaald door een autoriteit buiten jou, of door een mystiek punt in de toekomst. Je kunt het van dag tot dag bepalen, je hele leven door.”
Frank Martela: ‘Een prachtig leven. Hoe vind je zin in je bestaan?’ Ambo Anthos, 208 blz., €18,99
Lees ook:
Voor Frank Braakman (56) is zingeving lichamelijk. ‘Kitesurfend word ik één met de natuur’
Welk verhaal geeft uw leven zin? In deze reeks vertellen Trouw-lezers hun zingevingsverhalen. Vandaag: Frank Braakman (56). ‘Praten mensen over zingeving dan hebben ze het vaak over religie, over vrijwilligerswerk, over een ziekte die hen op andere ideeën gebracht heeft. Voor mij is zingeving ook lichamelijk.’
Column Bert Keizer: Huisdieren zeuren nooit over de zin van het leven
“Het is eten en gegeten worden, overal, ook onder planten. Steeds maar vechten om een plekje. Jezus had ongelijk toen hij wees op de vogelen des velds als een onbekommerd troepje. Nee, het kost elk dier de grootste moeite om overeind te blijven. Ook voor hen geldt de paradijsvloek.”