Het moest een Maria-heiligdom worden van internationale allure, maar het Vaticaan maakte er in 1950 wegens ‘afschuwelijke uitspattingen’ een einde aan. Hoe Maria verdween uit Welberg.
Een Lourdes in West-Brabant, dat is wat Janske Gorissen en pastoor Janus Ermen tachtig jaar geleden voor ogen stond. Janske, een eenvoudige aan tbc lijdende jonge vrouw, kreeg in de jaren twintig van de vorige eeuw te maken met mystieke ervaringen die katholieken uit heel Nederland, maar ook uit België en Duitsland, in vervoering brachten.
In grote drommen trokken geestelijken en leken op naar Welberg, een Brabants kerkdorp van destijds vijftienhonderd zielen, om de stigmata van het ‘bruidje van Jezus’ te aanschouwen: haar bloedende voorhoofd en de wond in haar zij, zoals bij Christus tijdens diens kruisiging. Janske stond in rechtstreeks contact met Maria en de Heer in hoogsteigen persoon. Maar ze werd ook bezocht door de duivel, die haar seksueel misbruikte en wiens zaad rond het bed gesprenkeld lag.
Diep in de bisschoppelijke doofpot
De verschijningscultus liep dusdanig uit de hand dat het Vaticaan zelf er eind 1950 een einde aan maakte. De kwestie verdween diep in de bisschoppelijke doofpot – in 1982 nog stak de clerus een stokje voor een KRO-programma over de casus – totdat de Bredase bisschop Tiny Muskens in 2000 de archieven opende.
Dat was op verzoek van de Amsterdamse cultuurhistoricus Peter Jan Margry, die deze maand over de verborgen geschiedenis een boek publiceerde onder de titel Vurige liefde, het geheim rond het Bloedig Bruidje van Welberg. Met zijn archiefonderzoek in Breda – vooral aantekeningen, foto’s en filmpjes van pastoor Ermen – begon Margry in 2005. Na maart vorig jaar, toen paus Franciscus de archieven van zijn voorganger Pius XII openstelde, kon hij ook in Rome terecht.
In het Meertens Instituut, waaraan Margry (65) als wetenschapper is verbonden, vertelt de auteur dat zijn interesse vooral was gewekt door de, voor ons land, unieke combinatie van Maria-verschijningen en stigmata. “In het geprotestantiseerde Nederlandse katholicisme is een dergelijk samengaan uiterst zeldzaam. Ga je even over de grens in België dan zie je die combinatie al veel vaker.”
Van de ene verbazing in de andere
Margry, zelf telg uit een befaamd katholiek geslacht, viel tijdens zijn onderzoek van de ene verbazing in de andere. “Om een voorbeeld te noemen: er komt een auteursrecht op de Mariaverschijningen. Een auteursrecht! Eerst belandt dat in handen van Janske, maar meteen daarna in die van pastoor Ermen.
“Dan: de duivel die aan Janskes bed verschijnt en een brandlucht achterlaat. Volgens de koster is het gewoon toneelspel, maar Ermen noteert in pure ernst dat ook hij een brandlucht heeft geroken. Of het bloed op Janskes voorhoofd, het is bloed zonder wonden. Ik ga ervan uit dat het is aangebracht. Of we dat alles bedrog moeten noemen? Laten we het houden op een fantasme, een langdurig proces van zelfbedrog. Zeker is wel dat Ermen een aardig bedrag aan de cultus heeft overgehouden.”
Janske en Ermen hebben een gezamenlijk, instrumenteel doel: hun woonplaats moet een bedevaartsoord worden voor Maria, of op z’n Brabants: voor het Moederke van Welberg. Margry: “Het katholicisme in Nederland bevindt zich rond die jaren op een hoogtepunt, maar van Mariaverschijningen komt het maar niet. Jaloers kijkt men naar België.
“Er is een enorme behoefte aan wonderen, en Ermen speelt daarop in. Hij geeft Janske allerlei lectuur over heiligen met stigmata, zoals Therese Neumann en Liduina van Schiedam. Je kan zeggen: pervers om een zieke vrouw op die manier nog verder het lijden in te drijven, maar Janske verslindt de verhalen en grijpt ze aan om haar mystieke voorgangers te imiteren.”
Eind 1937 is de inmiddels van tbc genezen mystica zo beroemd dat zich rond haar een fanclub van aanbidders vormt. Wat Margry dan beschrijft had zo verfilmd kunnen worden door wijlen Federico Fellini. Het ‘clubke’ van merendeels zuidelijke geestelijken overlaadt haar met kostbare geschenken, waarbij bisschop Lemmens van Roermond de kroon spant: een bontmantel van duizend gulden. De kinderlijk-naïeve Maria-vereerder gaat met een in bruidskleed getooide Janske per slee op tournee langs Limburgse zusterkloosters. Daarbij slaapt ze een week lang in het bisschoppelijk paleis.
Was er sprake van een seksuele verhouding tussen het tweetal? Dat heeft Margry niet uit de stukken kunnen opmaken. Wel wordt in 1946 een liefdesrelatie openbaar tussen de mystica en haar pastoor, door Janske liefkozend ‘vaderke’ genoemd. Margry: “De bedevaarten gaan daarna gewoon door, want bisschop Hopmans van Breda grijpt niet in. Hij is een slappe bisschop, die overigens heilig van Janskes verschijningen is overtuigd. Daarbij speelt ook wensdenken een rol: Hopmans wil een potentieel Maria-heiligdom niet de kop in drukken. Kardinaal De Jong, die niets van de Welbergse ‘wonderen’ gelooft, maakt evenmin een einde aan de cultus.”
'Schaamteloze belager
Dat doet uiteindelijk het Heilig Officie in Rome, tegenwoordig Congregatie voor de Geloofsleer. In december 1950 legt het Vaticaanse bestuursorgaan na jarenlang geheim onderzoek de laatste hand aan een rapport, dat spreekt van lugendae abberationes (afschuwelijke uitspattingen) in Welberg. Pastoor Ermen wordt omschreven als een “schaamteloze belager die de schaamdelen van Janske betast, en zelfs in de biechtstoel seksuele handelingen met haar pleegt”. Ook andere leden van het ‘clubke’ onderhouden sensuele betrekkingen met de zieneres. Margry: “Daarbij leed Janske onder een groot zondebesef dat teruggaat op haar jeugd, waarin ze waarschijnlijk seksueel werd misbruikt.”
Het rapport van het Heilig Officie is kristalhelder: aan het met doodzonden doordrenkte bedrog dient onmiddellijk een einde te komen, Janske moet elders gaan wonen en ze mag haar ‘vaderke’ nooit meer zien. Janske overlijdt in 1960, 53 jaar oud, Ermen in 1972 op zijn 79ste. Ze liggen naast elkaar begraven op het kerkhof van Welberg.
Behalve twee Nederlandse bisschoppen heeft nooit iemand het onderzoek van het Heilig Officie mogen inzien. Tot nu dus. Margry: “Het cultuurhistorisch belang van mijn boek? Dat de menselijke constructie van het wonderbaarlijke inzichtelijk is gemaakt. Ik denk dat mijn boek exemplarisch is voor veel vergelijkbare gevallen in de wereld.”
Peter Jan Margry, Vurige liefde. Uitgeverij Prometheus, 392 blz., € 27,50
Lees ook:
In Medjugorje worden dagelijks Mariaverschijningen gemeld
Of de Mariaverschijningen in het Bosnische Medjugorje echt zijn? Het Vaticaan twijfelt. Toch is Medjugorje uitgegroeid tot een van de belangrijkste Europese pelgrimsoorden. En de voorzieningen voor pelgrims worden er uitgebreid. Met steun van het Vaticaan.