De Duitse psycholoog Gerd Gigerenzer doet al jarenlang onderzoek naar intuïtie. Wat blijkt? Wie veel ervaring heeft, kan bij het maken van een beslissing beter vertrouwen op zijn intuïtie dan op beredeneerd, logisch nadenken.
Al twintig jaar bestudeert Gigerenzer de werking van menselijke intuïties. Hij schreef het boek De kracht van je intuïtie, waarvan de herziene editie deze week in het Nederlands verschijnt. Uit zijn onderzoek blijkt: mensen met veel ervaring en weinig tijd kunnen bij het maken van een beslissing beter vertrouwen op hun intuïtie dan op beredeneerd, logisch nadenken.
Om bij het begin te beginnen: wat is intuïtie precies?
“Intuïtie is een gevoel, en heeft drie belangrijke kenmerken: het is gebaseerd op jarenlange ervaring, komt snel op in je bewustzijn, en je kunt het niet uitleggen. Intuïtie reikt verder dan de beschikbare informatie. Vaak draait het om de vraag: moet ik dit wel, of juist niet doen? Of neem een dokter die een patiënt ziet, en denkt: er klopt iets niet. Intuïtie kan vervolgens bewust nadenken initiëren; dan besluit een dokter bijvoorbeeld een medisch onderzoek in te stellen. Intuïtie is dus niet, zoals nog altijd vaak wordt gedacht, een soort zesde zintuig, en ook niet de vijand van de rede. We hebben beide nodig, en ze werken ook samen: mensen switchen altijd tussen onbewuste intuïties en bewuste deliberatie.”
Worden intuïties voldoende serieus genomen?
“Zeker niet. Intuïties worden vaak in verband gebracht met spiritualiteit, irrationaliteit en vrouwelijkheid, en er wordt maar weinig wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Dat is grotendeels een erfenis van de ontwikkeling van de sociale wetenschappen en psychologie in de negentiende eeuw. Granville Stanley Hall, de eerste president van de American Psychologist Association, zei dat vrouwen zich laten leiden door hun intuïtie en gevoelens, en dat ze er niet bij gebaat waren van deze ‘natuurlijke’ staat af te wijken en zich bezig te houden met het maken van bewuste beslissingen. Sommige wortels reiken verder terug: ook filosoof Immanuel Kant beschouwde vrouwen als inferieure actoren, gedreven door intuïtie – in tegenstelling tot mannen, die zouden handelen op basis van rationele, morele principes. Een wantrouwen ten opzichte van vrouwen en intuïtie zijn vaak hand in hand gegaan. Het wordt tijd dat we intuïties op waarde gaan schatten.”
In tegenstelling tot een instinct, dat is aangeboren, kunnen we onze intuïtie trainen. Hoe doen we dat?
“Door goed te kijken, en zo te leren onderscheiden wat relevant is en wat niet. Een ervaren dokter baseert zijn intuïtie waarschijnlijk op meerdere tekens van een patiënt, en zijn intuïtie zal ook verbeteren naarmate hij de patiënt vaker ziet. Of neem dit simpele voorbeeld: als iemand naar je glimlacht, zullen de meeste mensen intuïtief aanvoelen of die glimlach oprecht is of niet. Hoe dat kan? Onderzoek heeft uitgewezen dat wenkbrauwen een cruciale rol spelen: als iemand werkelijk lacht, doen zijn wenkbrauwen mee. Bij een gemaakte lach verandert er niets in het gezicht, behalve rond de mond. Onbewust hebben we geleerd dat onderscheid te maken. Hoe meer je je hierin oefent, hoe waarschijnlijker dat je intuïties juist zijn.”
Het belang van ervaring heeft nog een andere implicatie, stelt Gigerenzer. “Er verschijnen tegenwoordig veel spirituele zelfhulpboeken over intuïtie, maar die gaan vrijwel altijd uit van een soort algemene intuïtie. Dat klopt niet. Intuïtie is domeinspecifiek: een ervaren sporter met een goed ontwikkelde intuïtie in zijn spel, hoeft geen goede intuïtie te hebben als het gaat om geldzaken, ondernemerschap of menselijke integriteit. De wetenschappelijke diskwalificatie van intuïties is vaak gebaseerd geweest op psychologische onderzoeken die grote groepen mensen een ‘intuïtieve’ beslissing laten nemen over random onderwerpen, waar eigenlijk niemand ervaring mee heeft.”
De uitkomst kan ook zijn dat het beter is om je intuïtie (nog) niet te vertrouwen. Gigerenzer: “In een onderzoek lieten we ervaren handbalspelers via een scherm naar een wedstrijd kijken. Op cruciale momenten bevroren we het beeld. Ze moesten direct de vraag beantwoorden wat een speler op het scherm op dat moment het beste kon doen. Daarna deden we de test opnieuw, maar gaven we de spelers meer tijd om informatie in te winnen en mogelijkheden af te wegen. Wat bleek? Als spelers veel ervaring hadden, was hun eerste ingeving vrijwel altijd de juiste. Jonge, onervaren spelers waren daarentegen gebaat bij meer tijd en informatie.”
U werkt veel samen met grote bedrijven, waar de druk om een goede beslissing te maken vaak hoog is. Hoe wordt intuïtie daar gewaardeerd?
“Ik heb gesproken met allerlei topmanagers in het bedrijfsleven, en steeds vroeg ik ze: hoeveel belangrijke beslissingen die je moet maken zijn uiteindelijk gebaseerd op intuïtie? Het antwoord: ongeveer de helft. Maar dat zullen ze nooit onder hun eigen naam toegeven. Die angst komt door dat diepgewortelde wantrouwen ten opzichte van onze intuïties, en het feit dat je persoonlijk verantwoordelijkheid moet nemen voor een intuïtief genomen beslissing.”
Dat wantrouwen kost vooral veel tijd en geld, stelt Gigerenzer. Hij ontdekte dat leidinggevenden doorgaans twee tactieken hebben om met intuïtief genomen beslissingen om te gaan. “Ze vragen werknemers om achteraf feitelijke redenen te vinden bij de beslissing, en presenteren die vervolgens als doorslaggevend. Of er wordt een extern consultancybureau ingehuurd om hetzelfde te doen. Die verdienen veel aan het heersende wantrouwen tegenover intuïties.”
Voor alle leidinggevenden die meelezen: hoe kunnen ze het beter aanpakken?
“Een praktisch voorbeeld: ik sprak de CEO van een groot bedrijf nadat ik een lezing had gegeven. Hij vertelde over een beslissing die hij moest maken met drie andere collega’s, over het wel of niet starten van een zusterbedrijf in Taiwan. Drie van de vier waren voor, maar er was er eentje die tegen stemde. Hij kon niet goed uitleggen waarom, maar het voelde niet goed. Omdat de meerderheid voor stemde, besloten ze toch door te zetten. Later bleek het een slechte beslissing te zijn geweest. Nu snap ik dat we onszelf de verkeerde vraag hebben gesteld, zei de man. Ze hadden de tegenstemmer geforceerd antwoord te geven op de waarom-vraag, en diskwalificeerden vervolgens zijn redenen. In plaats daarvan, zo realiseerde hij zich nu, hadden ze zichzelf beter de vraag kunnen stellen: wie is de meest ervaren leider in deze groep? Dat was de tegenstemmer, en gezien zijn ervaring was het dus gerechtvaardigd geweest de beslissing te laten afhangen van zijn intuïtie.”
Gerd Gigerenzer
De kracht van je intuïtie: de intelligentie van het onbewuste (herziene editie)
Uitgeverij Kosmos; 288 blz. ; € 21,99
Correctie: In een eerdere versie vertelde Gigerenzer over de Duitse doelman Jens Lehmann. Die haalde tijdens het wereldkampioenschap in 2006 bij het penaltyschieten een briefje uit zijn mouw. Anders dan vermeld, was dat briefje niet leeg, maar stond er informatie op over hoe de Argentijnse tegenstanders hun penalty’s namen.
Lees ook:
‘De kunst is vertrouwen te krijgen in je intuïtie’
Welk verhaal geeft uw leven zin? Trouw-lezers vertellen hun verhaal. In deze aflevering: Gerard Jansen (1952). ‘Als je, zittend op je kussentje, je geest z‘n gang laat gaan, krijg je vanzelf een antwoord op de vraag waarmee je zit.’