Filosofisch ElftalVluchtelingen
Vijftig miljoen kinderen op de vlucht: zo blijf je betrokken, zonder je machteloos te voelen
Vijftig miljoen kinderen zijn op de vlucht. Hoe reageer je op zulke getallen? Hoe zorg je dat je betrokken blijft, zonder voortdurend gebukt te gaan onder de ellende die erachter schuilgaat?
Nog nooit waren zoveel kinderen op de vlucht. Bijna 50 miljoen kinderen zijn ontheemd door oorlog, geweld, armoede of natuurrampen, meldde kinderrechtenorganisatie Unicef begin deze week. Je kunt je er lastig een voorstelling van maken – 50 miljoen individuen; onbevattelijk veel leed dat toch op afstand blijft. Hoe verhoud je je tot een probleem van deze omvang?
“Dit is een tragische situatie”, zegt Paul van Tongeren, emeritus hoogleraar ethiek in Nijmegen en Leuven. “Wij worden geconfronteerd met een appèl waar wij onmogelijk aan kunnen voldoen. Wie niet afgestompt is, zal onmiddellijk geraakt worden door dit leed en het willen verhelpen. Tegelijkertijd kan dat niet: 50 miljoen kinderen redden is onmogelijk. Dat mag ook niet van je verwacht worden. We zien dat al terug in een rechtsregel uit de Romeinse tijd, die nog steeds geldt: “Tot het onmogelijke is niemand gehouden”, niemand wordt geacht het onmogelijke te doen. Filosoof Immanuel Kant gebruikte deze regel ook in zijn ethiek.
“Maar de onmogelijkheid om ál die kinderen te redden, betekent niet dat het onmogelijk is om iets te doen. Alle beetjes helpen. Elk kind dat gered wordt of één dag niet hoeft te lijden, is de moeite waard. En twee geredde kinderen is beter dan één. Daarom is het van groot belang om niet afgestompt te raken, en te denken: dit probleem is te groot, we kunnen er toch niets tegen doen. Want we kunnen het leed van kindervluchtelingen wel degelijk verminderen, door goede doelen financieel te steunen. Als het voor jou momenteel gemakkelijk is om te geven, geef je waarschijnlijk niet genoeg. Filosoof Peter Singer stelt voor dat iedereen 10 procent van zijn inkomen weggeeft. Dat lijkt me een goed idee. Er zijn weinig inkomens in Nederland voor wie dat werkelijk pijnlijk is, zeker als je het vergelijkt met de pijn van bijvoorbeeld vluchtelingenkinderen.”
“Laten we de overheid en de bedrijven niet vergeten in dit verhaal”, reageert filosoof en schrijver Désanne van Brederode. “Als burgers dit soort keuzes maken, valt dat natuurlijk enkel toe te juichen. Maar uiteindelijk moeten beslissingen van bovenaf voor structurele verandering zorgen. Druk op hen uitoefenen – door middel van je stem of door te demonstreren – is daarom ook van belang. Net zoals een dieper bewustzijn genereren van wat hier werkelijk aan de hand is. Zo is opvang voor vluchtelingen essentieel, maar tegelijkertijd ook symptoombestrijding. Want waarom vluchten mensen? Vanwege oorlog, dictatuur, klimaatverandering, armoede.
‘Achter al die 50 miljoen levens zit een verhaal’
“Door je oprecht af te vragen waarom mensen een reis vol risico’s afleggen naar een vreemd land kan werkelijk begrip voor het vluchtelingenprobleem ontstaan. Achter al die 50 miljoen levens zit een verhaal – of het nu een kind is dat een oorlogsgebied is ontvlucht, of een kind dat in principe prima woonde in een Afrikaans dorpje, maar te maken had met uitbuiting en geen enkel perspectief meer zag. Als we die verhalen beter zouden kennen, in plaats van alleen maar te zeggen hoe zielig het allemaal is en vijf euro te doneren, kunnen we gaan kijken hoe je deze problemen bij de wortel aan kunt pakken.”
Van Tongeren: “Als je het verhaal van één kind zo reëel mogelijk probeert voor te stellen, zie je dat die kwantificering van 50 miljoen bijna luguber is. Elk geval is al een zodanige totaliteit aan pijn, ellende en toekomstverlies, dat je haast niet meer kunt zeggen: dit wordt meer als het voor twee mensen geldt, of voor miljoenen. Eén geval draagt al een soort oneindigheid in zich, en een oneindigheid kun je niet vermenigvuldigen. Dit is geen beschuldiging aan organisaties die dit soort cijfers naar buiten brengen om de ernst van het probleem duidelijk te maken. Het is een waarschuwing aan onszelf: in de kwantificering van leed zit een obscene vertekening van wat dat leed eigenlijk is.
‘We zitten gevangen tussen de verplichting iets te doen en het besef dat het nooit voldoende is’
“De morele vraag voor ons bij dit leed is: hoe breng je maat aan in wat je doet om te helpen? Aan de ene kant moet je jezelf laten raken door dit leed en het proberen te bestrijden. Aan de andere kant is het zaak om niet voortdurend gebukt te gaan onder het besef dat je eigenlijk niet genoeg doet, omdat er altijd meer ellende zal zijn dan jij kunt verhelpen. Want het kan ook niet de bedoeling zijn dat je ongelukkig wordt, omdat er ongelukkigen zijn. En door onze informatiesamenleving zijn we op de hoogte van meer leed dan ooit tevoren. We zitten daardoor gevangen tussen de verplichting iets te doen en het besef dat het nooit voldoende is. Daarin moet je een balans zien te vinden, die voor elke persoon anders is, afhankelijk van bijvoorbeeld je vrije tijd en salaris.”
Van Brederode: “Het gaat niet alleen om deze persoonlijke balans, maar ook om de vraag of uitgaven in onze maatschappij nog met elkaar in verhouding staan. Zo worden er miljoenen neergelegd door voetbalclubs om bepaalde spelers binnen te halen. Nu snap ik dat sport belangrijk is, en voetballers mogen van mij best een riant salaris krijgen. Maar dit is toch buiten elke proportie, met al die armoede in de wereld? Of kijk naar de ruimtevaart: hoe valt het te verantwoorden dat we de ruimte willen onderzoeken, terwijl we op aarde onze zaken helemaal niet op orde hebben?
In dat onderzoek gaan miljarden om; daar zouden we zo ontzettend veel vluchtelingen mee kunnen helpen. Ik mis de publieke verontwaardiging daarover.”
In het Theologisch Elftal reflecteren twee godgeleerden op de actualiteit.