Wat is waarheid?
Verlangen naar God is ook verlangen naar waarheid
Religie staat buitenspel in het alledaagse gesprek over waarheid. Volgens de Leidse filosoof Timo Slootweg gaan we daarmee voorbij aan het universele, menselijke ‘verlangen naar leven’. Dat kun je ervaren in een niet-dogmatisch geloof.
Bij een pandemie luisteren we naar virologen. RIVM-directeur Jaap van Dissel leek de afgelopen tijd wel een schaduwminister. Dit is volgens filosoof Timo Slootweg, docent aan de Universiteit Leiden, maar één voorbeeld van de wijze waarop we als vanzelfsprekend aannemen dat de waarheid het exclusieve domein is van wetenschap en rationaliteit. “Ik wil niets op de wetenschap afdingen. Maar ik denk dat we iets essentieels over het hoofd zien,” zegt hij. “Ook in religie, in geloof, is waarheid te vinden.”
Slootweg voerde de redactie van een onlangs verschenen bundel waarin het ‘personalisme’ centraal staat, een filosofische stroming die klaar is om herontdekt te worden en die het waarheidsbegrip zou kunnen verruimen. De personalisten vertonen verwantschap met de existentialisten, Søren Kierkegaard is een gemeenschappelijke inspiratiebron. Veel personalistische denkers, zoals Max Scheler, Martin Buber en Immanuel Levinas hebben Joodse of christelijke wortels, maar zonder zich hiertoe te beperken in de letterlijke, religieuze zin.
Maand van de filosofie
Waar of niet?
De Maand van de Filosofie is gewijd aan het thema waarheid.
Wat noemen we waar? Wat betekent waarheid in de wetenschap, in religie, in de kunst, in de politiek? Trouw onderzoekt het in een vijfdelige serie.
Aflevering 4: Waarheid en religie.
De Spaanse filosoof, toneelschrijver en dichter Miguel de Unamuno (1864-1934), over wie Slootweg in de bundel een hoofdstuk schreef, gaat in tegen een wereldbeeld waarin de wetenschap het alleenrecht op de waarheid heeft. Slootweg: “Personalisten als De Unamuno stellen – de naam zegt het al – de mens centraal. Daarbij leggen ze de nadruk op de verbondenheid die het individu maakt tot wie hij of zij is. Een persoon ben je niet van geboorte, het is iets wat je geleidelijk aan wordt, wanneer je jezelf tot andere personen verhoudt; ook de verhalen die over hen verteld worden.”
Maar wat heeft dit met waarheid te maken?
“Veel, maar dat is in onze samenleving niet evident. In het hedendaagse, westerse wereldbeeld is wetenschappelijke kennis eigenlijk de enige maatstaf waarmee we bepalen of iets bestaat. De Unamuno beaamt dit, hij zegt niet dat we hiervan af moeten. Dat zou niet eens kunnen. Alle mensen verlangen van nature naar kennis, zoals ook Aristoteles stelt.”
Wat is dan het probleem?
“Dat de mens nog een ander onvervreemdbaar verlangen heeft, dat nu genegeerd wordt. Volgens De Unamuno heeft de mens naast het verlangen naar kennis een verlangen naar leven. Dat is niet enkel de wil om te overleven, in de nuchtere wetenschap dat de dood het einde is, maar het verlangen naar volop leven, altijd leven, eeuwig leven. Als je dat vitale verlangen ten grondslag legt aan je denken, krijg je een heel ander beeld van de werkelijkheid. Dat verlangen gebruikt de innerlijke zintuigen, de verbeeldingskracht, om de waarheid te zien.”
Dan ga je dus geloven in iets wat niet waar is?
“Niet per se. Wij zijn zozeer opgevoed met de gedachte dat alleen nieuwsgierigheid tot ware kennis leidt, dat we ons niets meer kunnen voorstellen bij deze andere wijze van zien. Geloof, verbeelding en fictie zouden alleen maar subjectief zijn. Die kunnen alleen maar tot dwaling leiden, alleen maar schaduwen opleveren.”
Waar komt deze opvatting vandaan?
“Van de Griekse denker Plato, die aan de basis staat van het westerse denken. Dichters en kunstenaars beschouwde hij als handelaars in onwaarheid, in ‘niets’! Ze waren gevaarlijk, ze moesten de ideale staat worden uitgegooid, want ze geven voedsel en water aan onze verlangens, terwijl we die juist moeten laten verdorren. In de ziel dient de rede te heersen. Hier is het alleenrecht van de ratio op de waarheid begonnen.”
Kunst en verbeelding zijn nog iets anders dan geloof.
“Maar in het Westen is het geloof onder deze Platoonse invloed ook al snel in beslag genomen door de rationaliteit. Men ging geloven om te kunnen begrijpen. Men ging God beschouwen als ‘eerste oorzaak’, en als Platoonse idee. Hij werd vormgegeven in dogma’s – vaststaande geloofswaarheden. “Voor God is alles mogelijk”, zegt de Bijbel, maar God werd als het ware ingekapseld in een systeem van redelijkheid. Door het geloof zo te benaderen heeft men eigenlijk het latere ongeloof voorbereid, denkt De Unamuno. Het dogmatische christendom is doods geworden. Een dergelijke God is niet vitaal.”
De kerkvaders hebben met de redelijkheid hun eigen graf gegraven?
“Inderdaad. Voor de denkers van de Verlichting was het maar een kleine stap om in alle redelijkheid afstand te nemen van het geloof. Kant stelde: we moeten zelf durven denken en de zelfopgelegde onmondigheid – het religieuze denken – van ons afleggen. En dan kun je concluderen dat de godsbewijzen niet deugen. Maar God is nooit het object geweest van kennis! God is het ‘object’ van ons verlangen naar leven. Pas als we met dit verlangen onze verbeelding gebruiken, tegen de rede en de verstandigheid in, komen we de waarheid op het spoor.”
Maar houden we onszelf dan niet juist voor de gek?
“Dat is een interessante vraag – niet voor niets is Don Quichot de grote held van De Unamuno: hij noemt hem de Spaanse Christus. Don Quichot, de gevallen edelman die zichzelf inbeeldt dat hij een ridder is, wordt volgens De Unamuno meestal verkeerd begrepen, als iemand die zichzelf voor de gek houdt. Volgens De Unamuno capituleert Don Quichot bewust niet voor het dictaat van het gezonde verstand en de benauwde wereld die het evoceert. God heeft de wijsheid der wijzen tot dwaasheid gemaakt. Feit en fictie liggen niet tegenover elkaar, maar in elkaars verlengde. Dat is voor Grieken dwaasheid, maar de verbeelding is een innerlijk zintuig dat een dieper gelegen waarheid en werkelijkheid aan het licht brengt. Don Quichot bevat zo bezien een eeuwige, levende filosofie. Hij berust niet in de dood en in de wereld van ‘verstandig overleven’. Hij gaat steeds op nieuwe avonturen, die iedereen om hem heen inspireren.”
Het lijkt alsof we het domein van de filosofie verlaten.
“Toch is dat niet zo. De dominantie van het rationalisme is aangevochten in de romantiek en door Nietzsche, Heidegger, de existentialisten en de personalisten. Door het geloof geïnspireerd of niet: allemaal vinden zij dat het rationalistische begrip van wat waar en werkelijk is zo armzalig is, dat het de natuur, de dingen en onszelf tekortdoet. We moeten ons laten voeden door het verlangen naar de hemelse toestand van God die eens ‘alles in allen zal zijn’, zoals Paulus het formuleert. Leven, eeuwig leven, het Koninkrijk Gods, dat we zonder de ander onmogelijk kunnen verwerven. Als een visioen dat we met onze innerlijke verbeelding kunnen voorvoelen. Zo wordt je beeld van de werkelijkheid – van wat mogelijkheid en waarheid is – veel rijker, vruchtbaarder en vitaler. Ons handelen zal er dan op gericht zijn dit in déze wereld reeds gestalte te geven.”
Hoe maak je dit concreet?
“Door gevende liefde en medelijden, levend vanuit je hart. Geloof is een geneesmiddel tegen de verstandige, stoïcijnse berusting in wat de rede noodzakelijk acht of als onmogelijk terzijde schuift. ‘Kerk’ is overal waar men met de rede spot en waar men verlangt naar leven en onsterfelijkheid. Met iedere daad van liefde of vergeving breekt er hier en nu iets van deze eeuwigheid, dit Koninkrijk door.”
Maar bij een pandemie zullen we nog steeds naar virologen luisteren.
“Natuurlijk. Maar wetenschappers kunnen ons enkel laten ‘overleven’. We zouden politiek gezien ook moeten streven naar waarachtig en goed leven. Personalistische denkers als Mounier en De Rougemont hebben grote invloed gehad op idealen die aan de Europese eenwording ten grondslag liggen en die door politici met vuur werden uitgedragen. De Unamuno zegt, net als Nietzsche: goed is dat wat ons vitale verlangen bevredigt. Kwaad is wat het niet bevredigt. Goed en kwaad staan niet vast, zoals de rede en de deskundigen dicteren. Zij moeten steeds weer gezocht worden vanuit het verlangen naar leven, dat ons met de ander verbindt. Dit geloof moet vitaal blijven.”
Claudia Bouteligier en Timo Slootweg (red.): ‘Rechtvaardigheid, persoon en creativiteit. Personalisme in recht en politiek’; uitgeverij Gompel&Svacina, 383 blz; €54,50
Lees ook:
Kunst voert ons naar de rand van het denken
Kunst kan ons wereldbeeld doen kantelen, maar ook wijzen op de grens van de rede, zegt filosoof Thijs Lijster. “Voor schilderijen van Mark Rothko barsten mensen soms in tranen uit.”
Wetenschap is niet zomaar een mening
Het is een hardnekkig misverstand dat de wetenschap dé waarheid ontdekt. Toch bestaat waarheid in de wetenschap wel, verheldert wetenschapsfilosoof Chunglin Kwa.
Deze vier atheïsten hebben een beperkt begrip van waarheid
In hun atheïstische klassieker ‘The Four Horsemen’ beweren Richard Dawkins, Christopher Hitchens, Daniel Dennett, Sam Harris dat gelovigen niet geïnteresseerd zijn in ‘de waarheid’. Dat is een misverstand.