Een nieuwe wet op de godsdienstvrijheid zorgt in Montenegro voor grote spanningen. Die wet is bedoeld om de Montenegrijns-orthodoxe kerk een steun in de rug te geven, en de Servisch-orthodoxe kerk in het land dwars te zitten, luidt de kritiek.
Geestelijken die in het bijzijn van honderden gelovigen volgens oud gebruik takken aansteken om het begin van Kerstmis te vieren. Terwijl tegelijkertijd krap 100 meter verderop precies hetzelfde gebeurt, maar dan door aanhangers van een andere kerk. Met tussen de feestgangers een kordon van politieagenten om ongeregeldheden te voorkomen.
Dit tafereel op 6 januari in Cetinje, de oude hoofdstad van Montenegro, was niet bepaald het toonbeeld van vrede op aarde. Die dag vieren orthodoxe christenen van kerken die de juliaanse kalender volgen het begin van Kerstmis. Het probleem draaide nu eens niet om verschil in godsdienst. Beide groepen bij het kerstritueel bestonden immers uit orthodoxe gelovigen: de ene behorend tot de Servisch-orthodoxe kerk, de andere tot de Montenegrijns-orthodoxe. Een nieuwe wet is de aanleiding voor spanning tussen de twee geloofsgemeenschappen. Een wet op de godsdienstvrijheid in Montenegro nog wel. De Servisch-orthodoxen vatten die paradoxaal genoeg juist op als regelrechte aanval op hun rechten.
Vechten in het parlement
Dat de gemoederen hoog oplopen, bleek tijdens de behandeling van het wetsvoorstel eind december in het Montenegrijnse parlement in de huidige hoofdstad Podgorica. Buiten demonstreerden duizenden tegenstanders, binnen waren er vechtpartijen. De politie greep in en hield alle leden van de grootste oppositiepartij aan.
Steen des aanstoots is de bepaling in het wetsvoorstel dat kerken van alle bezittingen die van voor 1918 dateren moeten aantonen dat ze die voor die tijd ook al hadden. In dat jaar ging het nietige koninkrijkje Montenegro op in het Koninkrijk der Serviërs, Kroaten en Slovenen, de voorloper van Joegoslavië. Kunnen ze dat niet aantonen, dan vallen kloosters, kerken en land toe aan de Montenegrijnse staat. De Servisch-orthodoxe kerk ziet de bui al hangen: ze is verreweg de grootste in Montenegro, met een aanhang van 70 procent van alle christenen. En heeft vrijwel al het religieus erfgoed – inclusief honderden middeleeuwse kerken en kloosters – in Montenegro in handen. De nieuwe wet is alleen maar bedoeld om dat af te pakken, vreest de kerk, en ‘discrimineert en is ongrondwettig’.
De gedachte achter het wetsvoorstel zou zijn om de Montenegrijns-orthodoxe kerk verder in het zadel te helpen. Die werd pas in 1993 opgericht, en is weliswaar erkend door de regering, maar niet door de andere orthodoxe kerken.
De regering ontkent slechte intenties met de wet te hebben. De Servisch-orthodoxe kerk kan de kerken en kloosters gewoon blijven gebruiken, maar het moet duidelijk zijn wat van de kerk is en wat van de staat. Desondanks gaan duizenden inwoners sinds eind december vrijwel dagelijks de straat op om tegen de regeling te protesteren. In Podgorica maar ook in andere steden, al dan niet in door priesters geleide processies.
Ook in Servië, de Servische delen van Bosnië-Herzegovina en Kosovo zijn er demonstraties. Die verlopen meestal vreedzaam, maar in de Servische hoofdstad Belgrado bestookten relschoppers de Montenegrijnse ambassade met vuurwerk en probeerden ze een vlag in brand te steken.
In Podgorica trad de politie tijdens een protest met geweld op tegen een bisschop. “Ik hoop dat de Montenegrijnse autoriteiten diep zullen nadenken, nu ze de reactie van het volk zien. Het is onredelijk wat ze hebben gedaan. Het is een wet die niemand steunt, waar ieder normaal mens tegen is”, zei patriarch Irenej, het hoofd van de Servisch-orthodoxe kerk in Belgrado tegen de krant Kurir. “Ik bid tot God dat hij rede geeft aan de machthebbers van Montenegro om een eind te maken aan het geweld en het afpakken van het eigendom van de Servische kerk.”
Een religieuze kwestie is automatisch politiek
In een woelige regio waarin natiestaten niet bestaan, en de godsdienst die je aanhangt meer zegt over je identiteit dan in welk land je woont, is een religieuze kwestie automatisch politiek. Bijna een derde van de 620.000 inwoners van Montenegro noemt zich Servisch.
Hoe dichter je bij de grens met Servië komt, des te groter dat aandeel. De band tussen beide landen is traditioneel innig, maar sinds Montenegro zijn eigen weg gaat ook steeds problematischer. Tijdens het uiteenvallen van Joegoslavië en de oorlogen in Kroatië en Bosnië in de eerste helft van de jaren negentig, bleef Montenegro als enige trouw aan Servië. Met zijn tweeën vormden zij vanaf 1992 nog Joegoslavië.
Maar geleidelijk nam Montenegro steeds meer afstand, onder meer vanwege de catastrofale economische situatie in Servië. Podgorica ruilde de dinar in voor de Duitse mark als betaalmiddel, en weigerde in 1998 deel te nemen aan de oorlog in Kosovo. Uiteindelijk scheidde Montenegro zich in 2006 vreedzaam af van Servië, na een referendum waarin slechts een nipte meerderheid van 55,5 procent voor onafhankelijkheid stemde.
Op de culturele, religieuze en economische banden had dit alles weinig effect. Die zijn altijd hecht gebleven. Montenegrijns is sinds enkele jaren een officiële taal, maar verreweg de meeste Montenegrijnen zeggen net als voorheen dat ze Servisch spreken. Serviërs vormen ’s zomers nog steeds de grootste groep vakantiegangers aan de schilderachtige Montenegrijnse kust, en de Servisch-orthodoxe kerk blijft even dominant als altijd.
Vers in het geheugen
Maar ook al zijn de buurlanden beide kandidaat voor het EU-lidmaatschap, politiek knettert het geregeld tussen de twee. De erkenning door Podgorica van Kosovo als onafhankelijk land in plaats van als provincie van Servië hakte er in Belgrado diep in. Ook het Navo-lidmaatschap van Montenegro ligt daar gevoelig, met de bombardementen op Joegoslavië door het bondgenootschap in 1999 om terugtrekking uit Kosovo af te dwingen nog vers in het geheugen.
Omgekeerd beschuldigt Montenegro Servië van betrokkenheid bij een veredelde couppoging tijdens de parlementsverkiezingen in 2016. De leider van de grootste oppositiepartij in het Montenegrijnse parlement, een Serviër, is voor betrokkenheid daarbij veroordeeld. Nu is hij opnieuw aangeklaagd wegens geweld bij het parlementaire debat over de godsdienstwet.
Die wet is nu volop inzet van een politieke ruzie. De houding van de Servisch-orthodoxe kerk bedreigt de eenheid van het land, waarschuwt de regering in Podgorica. Maar volgens Belgrado is de nieuwe wet niet meer dan de zoveelste manier om Serviërs te pesten.
De Servische president Aleksandar Vucic doet ook een duit in het zakje. “Wij willen ons niet mengen in binnenlandse zaken en de betrekkingen met Montenegro niet bederven, we willen ons verantwoordelijk opstellen, maar wij zijn met het Servische volk”, sprak hij na het aannemen van de wet.
Precedentwerking
Hij meldde van plan te zijn Kerstavond in Montenegro door te brengen, als privépersoon. Daar zag hij na een gesprek met patriarch Irinej van af. “Ik wil geen alibi geven aan het Montenegrijnse regime, dat dit een aanval zou zijn op hun onafhankelijkheid”, gaf hij als verklaring. Verder laat Vucic niet na zijn ongenoegen over de wet te uiten. Hij wijst op een mogelijke precedentwerking. “Straks verzinnen de Albanezen een of andere Kosovaars-orthodoxe kerk.”
En zo biedt de religieuze rel in het buurland de Servische president een uitgelezen mogelijkheid om zich te positioneren als de beschermer van de Serviërs en het Servische erfgoed.
Milo Djukanovic, zijn Montenegrijnse evenknie die sinds de jaren negentig in diverse functies de touwtjes in handen heeft, kan zich intussen opwerpen als de hoeder van een onafhankelijk Montenegro. Sommige commentatoren houden er zelfs rekening mee dat de twee het op een akkoordje hebben gegooid om de kwestie in hun respectievelijke landen maximaal te kunnen exploiteren voor politiek gewin.
Djukanovic houdt zich sinds de ondertekening van de wet stil, maar premier Dusko Markovic heeft de geestelijken van de Servisch-orthodoxe kerk opgeroepen terug te gaan naar hun kerken en hun aanhangers niet op te hitsen. De regering is bereid tot dialoog maar tolereert geen chaos, zei hij. Ze heeft zichzelf een jaar de tijd gegeven om alle religieuze plaatsen in het land in een register in kaart te brengen.
Lees ook:
Chaos in het parlement van Montenegro, 18 politici opgepakt
In Montenegro werden achttien volksvertegenwoordigers opgepakt nadat in het parlement chaos was ontstaan in het debat over de nieuwe godsdienstwet.