null Beeld Idris van Heffen
Beeld Idris van Heffen

Kerkenfusie

Twee gereformeerde kerken gaan samen, wie volgt?

Ontslag, een overstap naar een andere universiteit: de breuk in de vrijgemaakte kerk in 1967 greep zwaar in in het leven van mensen. Vanaf vandaag zijn de kerken gefuseerd. ‘De verzoening is er en daar ben ik blij om.’

Maaike van Houten

Twee kleinere, behoudende gereformeerde kerken gaan na 55 jaar fuseren, en het zou kerkhistoricus George Harinck verbazen als het bij die fusie tussen de vrijgemaakten en Nederlands gereformeerden blijft. “Ik hoor al om me heen dat mensen zeggen: waarom lopen we niet meteen door, en sluiten we ons aan bij de grote Protestantse Kerk in Nederland?”

Persoonlijk staat de vrijgemaakte Harinck hier ‘niet negatief’ tegenover. “Ik verwacht wel dat dit gaat gebeuren. De PKN wordt wat orthodoxer. En de meest behoudende vleugel van de PKN is voor veel vrijgemaakten en Nederlands gereformeerden te zwaar”, zegt Harinck, rector van de Theologische Universiteit in Kampen die dominees opleidt voor beide kerken die gaan fuseren.

De term ‘vrijgemaakt’ verdwijnt na tachtig jaar

Welkom op het protestantse erf. Maandag fuseren de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt (GKv) en de Nederlands Gereformeerde Kerken officieel tot een nieuwe kerk die, na een prijsvraag onder de leden, Nederlandse Gereformeerde Kerken gaat heten en die rond de 140.000 leden gaat tellen. De GKv is met circa 110.000 mensen de grootste leverancier.

De term ‘vrijgemaakt’ verdwijnt daarmee na een kleine tachtig jaar uit de naam van een kerk. “Ik ben daar blij mee”, zegt Harinck. “Ik vind vrijgemaakt een vervelend woord, het heeft iets gênants, het klinkt als afgescheiden, afzonderlijk.”

Die twee termen dekken wel de geschiedenis. In 1944 stapten de vrijgemaakten uit de Gereformeerde Kerken, wegens een conflict over de betekenis van de doop. De leden van de grote Gereformeerde Kerken in Nederland werden in het gewone spraakgebruik, vooral van vrijgemaakten, de synodalen. Zij gingen in 2004 op in de PKN.

De enige ware kerk

Die vrijgemaakte kerk manoeuvreerde zichzelf, zegt Harinck, in de jaren vijftig in een geïsoleerde positie. Men had de pretentie de enige ware kerk te zijn, en wees elke toenadering tot de synodalen af. Dat een minderheid niet voor dat isolement voelde, leidde in het decennium erna tot een scheuring. In 1967 richtten deze critici een eigen kerk op: de Nederlands Gereformeerde Kerken.

Harinck schetst de Nederlands-gereformeerden als ‘relativerender en relaxter’. ”Ze hadden niet het gevoel dat ze overal een eigen gereformeerd standpunt over moesten hebben. Het belangrijkst was dat je dichtbij de Bijbel leeft en een eenvoudig, vroom leven leidt.”

Anders dan de vrijgemaakten hadden ze ook minder behoefte zich maatschappelijk te organiseren. De GKv had een eigen krant, het Nederlands Dagblad, een eigen politieke partij, het GPV (voorloper van de ChristenUnie), eigen onderwijs, van basisschool tot universiteit. Vrijgemaakten verwachtten van elkaar dat ze binnen deze minizuil opereerden. Nederlands gereformeerden voelden zich vrijer om erbuiten hun weg te vinden.

‘De vrijgemaakten zijn opgeschoven’

“Maar de verwantschap bleef”, zegt Harinck. De Nederlands gereformeerden immers hadden er in 1967 bewust voor gekozen níet terug te keren naar de synodalen. Die vonden ze destijds te vrijzinnig in hun geloofsleer en te progressief in hun standpunten; de vrouw op de kansel zat er daar toen al aan te komen.

Maar deze ontwikkelingen bereikten ook het kleinere gereformeerde smaldeel, de Nederlands gereformeerden eerder dan de vrijgemaakten. De kerkhistoricus: “De vrijgemaakten zijn opgeschoven. Ze hebben in de jaren negentig afscheid genomen van het ware kerk-denken. Vrouwen kunnen er dominee worden, homoseksuelen volwaardig lid. Eigenlijk geven ze de Nederlands gereformeerden gelijk. Ze zeggen: jullie positie was goed.”

Ondanks de overeenkomsten, duurde het toch nog zes jaar voordat de fusie officieel een feit is. De nieuwe kerkorde, waarin de landelijke regels staan voor de nieuwe kerk, geeft de plaatselijke gemeenten veel vrijheid. Vrouwen op de kansel, kinderen aan het avondmaal, zegening van homoseksuele relaties: het mag allemaal, maar lokale gemeentes mogen zelf weten of ze van die mogelijkheid gebruikmaken of niet.

Keuzevrijheid ligt zwaar op de maag

Dat is ook zo geregeld in de PKN. En net als binnen de grote PKN, ligt die keuzevrijheid de meest behoudende flank van het nieuwe kerkverband zwaar op de maag. Ook al hoeven ze zelf van de mogelijkheden geen gebruik te maken, zij vinden het onverdraaglijk om lid te zijn van een kerk waarin er zo veel mag waar ze zo’n bezwaar tegen hebben.

Drie lokale vrijgemaakte gemeenten hebben aangekondigd de overstap naar die nieuwe kerk niet te willen maken: die in Urk, Capelle-Noord en Vroomshoop. Zij blijven voorlopig vrijgemaakt.

In de discussies over de hereniging klonk steeds de vrees voor leegloop: individuele leden die de fusiekerk te modern vinden, kunnen een kerk zoeken die beter bij hun geloofsopvattingen past. De Christelijke Gereformeerde Kerken komen dan het meest in beeld. Dat is een orthodox kerkgenootschap met een rechter- en een linkervleugel.

Op een aantal plaatsen werken vrijgemaakten en Nederlands-gereformeerden wel samen met de linkervleugel van de christelijke gereformeerden. “Dat is een hele ingewikkelde toestand”, weet Harinck. “De christelijke gereformeerden hebben landelijk een ruk naar rechts gemaakt. Dat maakt officiële samenwerking heel moeilijk. Hoe dat verder moet, is volstrekt onduidelijk.”

Logischer lijkt het hem dan ook, dat de fusiekerk de blik richt op de PKN. Zelf doet hij dat nu al. Harinck en zijn van oorsprong hervormde vrouw zijn aangesloten bij de vrijgemaakte kerk, maar ze mijden de PKN niet.

Truus Nieboer Beeld K.T. Meijer
Truus NieboerBeeld K.T. Meijer

Middenin de examens op de vrijgemaakte HBS in Groningen werd de man van Truus Nieboer (89) ontslagen als docent. Hij was te kritisch over de vrijgemaakte kerk.

“Mijn man en ik trouwden in 1958 en gingen in Haren wonen. Mijn man was bioloog, hij werkte aan zijn proefschrift. In die tijd werd in Groningen de eerste vrijgemaakte hbs opgericht. De voorzitter, dominee Rupke, en de directeur, doctor Smits, benaderden mijn man om daar leraar biologie te worden.

Herman was echt een wetenschapsmens, maar de heren deden een dusdanig dringend beroep op hem, dat hij toch dit offer heeft gebracht voor de nog te starten school. Die kreeg onder andere daardoor erkenning en subsidie van de overheid.

Op 21 maart 1964 verscheen het Getuigenis. Een groep vrijgemaakten vroeg daarin ruimte voor contact met de vroegere synodalen in de gereformeerde kerk die wij in 1944 hadden verlaten. Wij hebben dat Getuigenis ondertekend, net als vele vrijgemaakte predikanten en bekenden van ons.

Niemand van hen werd erop aangesproken, mijn echtgenoot wel. Direct na de mondelinge examens werd hij ontslagen, omdat hij zijn handtekening onder het Getuigenis niet wilde terugnemen.

Mijn man ging in beroep en werd in het gelijk gesteld. Collega’s ondersteunden ons financieel, omdat de school niet doorbetaalde, terwijl dat wel verplicht was. Hij werd weer ontslagen en weer in het gelijk gesteld. Tenslotte beriep het bestuur zich op de kantonrechter, en dat wint de werkgever eigenlijk altijd, en in Hermans geval ook.

Ondertussen waren wij in het voorjaar van 1964 vanuit Haren naar Yde verhuisd, in de kop van Drenthe. Kerkelijk vielen we toen onder Zuidlaren. Dominee Rupke, de voorzitter van het schoolbestuur dat Herman had ontslagen, was daar predikant. Wij konden het niet opbrengen om zondags onder zijn gehoor te zitten en zwierven kerkelijk een tijdje. Later werden we lid van de Tehuisgemeente in Groningen, in feite was dat de eerste Nederlands-gereformeerde gemeente.

Dat de kerken nu weer bij elkaar komen en dat er excuses zijn aangeboden, is positief. maar ik vond wel dat ook Herman dit zou moeten krijgen. Gelukkig heeft het huidige bestuur van de scholengemeenschap vorig jaar publiek eerherstel aangeboden. Ze zijn bij mij thuis geweest, met bloemen. De verzoening is er en daar ben ik blij om.

Bob Wielenga. Beeld
Bob Wielenga.

Na een conflict met de Vrijgemaakte Theologische Hogeschool, studeerde Bob Wielenga (79) af aan de VU, aan de theologische faculteit van de synodalen. Dat was hoogst ongebruikelijk.

“In de jaren zestig studeerde ik theologie aan de vrijgemaakte Hogeschool in Kampen. Mijn vader was dominee in de vrijgemaakte kerk en docent aan de Hogeschool. We waren goed vrijgemaakt, maar we zijn niet erg streng opgevoed. Toch, studeren aan de VU, bolwerk van de synodalen, dat was tien bruggen te ver. Dat deed je gewoon niet.”

“Er was in die jaren grote spanning in de vrijgemaakte kerk. De breuk in 1967 leidde ook tot een scheuring in Kampen, tussen mensen binnen en buiten het kerkverband, de latere Nederlands Gereformeerden.

“Professor van Bruggen wilde elke student die niet meer vrijgemaakt was, ondervragen op zijn trouw aan de geloofsbelijdenis. Dat gaf veel discussie en verdeeldheid. Professoren gingen besluiten over de betrouwbaarheid van een kerk. Dat leidde tot eindeloos geduvel.

“Ik wilde dat onderzoek zelf niet ondergaan en vertrok, naar de VU. Mijn vader had het daar moeilijk mee. Er waren geen tranen, geen gescheld, maar het was wel een gevoelig punt. De herinnering is niet dramatisch, maar wel pijnlijk.

“Ik werd dominee in de Nederlands Gereformeerde kerk, maar mijn vader was er niet bij toen ik daar intrede deed. Dat hoorde niet, als vrijgemaakte dominee kwam je niet bij de Nederlands Gereformeerde kerk, zeker niet zo vlak na de scheuring. Je vervreemdt je van elkaar, al heeft het niet geleid tot een emotionele breuk.

“Ik woon en werk al veertig jaar in Zuid-Afrika, maar ik volg de ontwikkelingen op de voet. Het is mooi en prachtig dat de twee kerken fuseren. Je verbaast je nu waar dit allemaal voor nodig is geweest, maar de breuk heeft ook goede kanten gehad. We hielden elkaar in een wurggreep, het kerkelijk leven was een puinhoop.

“Het is een ramp geweest voor families, maar toen we uit elkaar gingen kregen we allebei ruimte om te ademen. Dat is kennelijk nodig geweest om weer samen te kunnen gaan. ”

Lees ook:

Verzoening is ‘de corebusiness van de kerk’, en dus gaan twee gereformeerde kerken weer samen

Op weg naar fusie praten de landelijke besturen van twee behoudende gereformeerde kerken acht dagen over de nieuwe kerkelijke organisatie. Ook heikele punten komen aan bod: het huwelijk en de doop.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden