Transgender Bea Smit vierde haar nieuwe naam in de kerk: ‘Ik hoor er weer helemaal bij’
In de zomer komt er een handreiking hoe kerken om kunnen gaan met mensen die van geslacht veranderen. Een handjevol kerken heeft al ervaring met een dienst waarin de nieuwe naam van een gemeentelid wordt gevierd.
Bij de laatste vergadering van de kerkenraad voor de zomervakantie van 2017, had Bernhard Smit uit Emmer-Compascuum een paar mededelingen. De ouderling/kerkrentmeester vertelde dat hij eigenlijk vrouw was, de transformatie was in volle gang. Na de zomer zou ze haar nieuwe paspoort en rijbewijs krijgen met haar nieuwe naam, Bea. In de kerk zou ze voortaan in vrouwenkleren komen. En ze had een verzoek: of haar nieuwe naam in een dienst bevestigd en gezegend kon worden, zodat die bekend was bij God en de gemeente waarvan ze sinds haar doop lid was.
De kerkenraad van de plaatselijke Protestantse Kerk in Nederland besloot de zaak over de vakantie heen te tillen. Smit begreep dat. Maar ze schrok toen ze hoorde dat de kerkenraad ‘een professor uit Amsterdam’ in de arm had genomen voor advies. Dat was Heleen Zorgdrager, hoogleraar theologie en genderstudies aan de Protestantse Theologische Universiteit. Ze schreef mee aan een brochure over transgenders van de Protestantse kerk in Nederland en ze is medeauteur van een handreiking die in de zomer verschijnt op initiatief van haar universiteit en de christelijke beweging voor homoseksuelen en transgenders LKP.
“Ik dacht dat ze haar inschakelden om mij te overrulen, zodat het niet door zou gaan”, zegt Bea Smit. Maar dat viel mee. Zorgdrager had tegen de kerkenraad gezegd dat ze eerst met Bea zelf wilde spreken. “We hadden een goed gesprek. Ik dacht: dit zit wel goed”, zegt Smit, die nu 69 is.
Communiceren
In het daaropvolgende gesprek met de kerkenraad, werd hoogleraar Zorgdrager duidelijk dat het kerkbestuur eraan mee wilde werken dat Bea lid van de gemeente zou blijven, en dat ze geaccepteerd zou worden. “Het probleem was niet zozeer dat de kerkenraad vond dat Bea niet als vrouw naar de kerk mocht komen, maar dat de kerkenraad niet wist hoe ze dit aan de gemeente moest communiceren”, zegt Zorgdrager. Uit vrees voor onrust in de gemeente, wil de kerkenraad niet meewerken aan dit artikel.
Alle drie de partijen vonden het lastig dat Smit lid was van de kerkenraad. “Gemeenteleden zouden misschien niet vrij kunnen praten”, zegt Smit. “Het leek beter om de kerkenraad de ballen te laten opvangen, zodat Bea in de luwte haar plek kon innemen”, vindt Zorgdrager. Besloten werd dat ze eervol van haar functie als ouderling werd ontheven; als kerkrentmeester kon ze wel lid blijven van de bouwcommissie.
De kerkenraad besloot ook dat er een dienst zou komen waarin haar nieuwe naam werd bevestigd. De gemeente kon zich daarover uitspreken op een gemeenteavond. Bea was daar bij, daar had niemand bezwaar tegen. ‘En als het te gek wordt, dan ga ik weg’, had ze vooraf bedacht, maar het bleef allemaal fatsoenlijk. Hoogstens was er de vraag ‘of die naamdienst nou echt moest.’ “Ja, dat moet wel”, zei Bea.
Appeltaart
Ze vond het wel heel lang duren voordat die dienst er was, veel té lang, ze had het gevoel dat de kerkenraad toch op de rem trapte. Maar een half jaar later kwam die dienst er. Anders dan voor een doopdienst of voor een huwelijk is daarvoor in de PKN geen vaste ‘handleiding’ in het zogenoemde dienstboek – Zorgdrager en Smit vinden dat die er wel moet komen. De PKN laat weten dat de werkgroep Liturgie en eredienst gaat onderzoeken of het mogelijk is een passende tekst op te nemen in het dienstboek.
In de kerkdienst in Emmer-Compascuum deden ze het zo: Bea Smit werd naar voren geroepen, haar nieuwe naam werd bevestigd, en de dominee zegende haar. Smit schat dat er zo’n twintig gemeenteleden waren weggebleven van de tachtig die er normaal zitten. Maar omdat ze zelf gasten had uitgenodigd, ook van andere kerkenraden, was de kerk vol, voller dan normaal, en ze bleven allemaal voor haar zelfgebakken appeltaart.
Smit: “Het was fantastisch. Door een nieuwe naam hoor ik er weer helemaal bij, zo voelt het. Mijn nieuwe naam is in Gods hand geschreven.” Ze zegt ook dat ze met evenveel plezier in de kerk zit als toen ze nog Ben was en ouderling. “Er zijn er wel die het raar blijven vinden, of die moeilijk kunnen switchen. Maar die laat ik in hun waarde. Dat heb je overal, niet alleen in de kerk.”
Aanvaarding
Ook Zorgdrager heeft de indruk dat het overgrote deel van de gemeente Smit heel hartelijk heeft verwelkomd. Of dat exemplarisch is voor de kerken in het algemeen, is niet bekend. In 2004 is 34 transgenders gevraagd naar hun ervaringen met de kerk. Tweederde van hen was daar negatief over, eenderde vond het kerkelijk klimaat voor transgenders redelijk gunstig. “Mijn inschatting is dat dat nu andersom zou zijn”, zegt Zorgdrager op basis van wat zij om zich heen hoort. Ze verwijst ook naar ‘de tijdgeest’, waarin opener wordt gesproken over transgenders dan pakweg tien jaar geleden, al blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau dat zij meer problemen hebben dan homoseksuelen.
In de kerk is dat niet anders, denkt Heleen de Boer, voorzitter van LKP, de landelijke organisatie van de christelijke LHBT-beweging. “Voor lesbiennes en homo’s is het in de kerk al moeilijk, voor transgenders is het nog ingewikkelder om erkend te worden.” Haar organisatie helpt daarbij, bij voorbeeld door een dag te organiseren over geloof en transgender. Daar kwamen, vier jaar geleden, honderd mensen op af.
Tussen kerken zijn er ondertussen wel verschillen. In het algemeen geldt, zegt hoogleraar Zorgdrager, dat hoe behoudender de kerk, hoe moeilijker de aanvaarding is van transgenders. De katholieke leer biedt geen ruimte voor geslachtsverandering. Ook in evangelische kringen ligt het ingewikkeld, zegt hoogleraar natuurkunde Cees Dekker, die kerkdiensten leidt in de evangeliegemeente Morgenstond in Delft. Zelf vindt hij dat de kerk in elk geval een veilig klimaat moet bieden voor LHBT’ers. En er moet meer discussie over komen – hij was mede-organisator van een debat in zijn kerk, waar transgenders open spraken, ook over de mee- en tegenwerking in hun gemeente.
Nashville
Het verzet vanuit conservatief-christelijke kringen kwam duidelijk naar voren in de Nashville-verklaring, in Nederland ondertekend door pastores uit de orthodoxe hoek. Veel meer nog dan ‘anti-homo’, is het een document tegen ‘transgenderisme’, tegen vervaging van grenzen tussen mannelijk en vrouwelijk, tegen de overgang van het ene naar het andere geslacht, die ook nog eens onder sociale druk zou plaatsvinden.
De opstellers vinden daarvoor argumenten in de Bijbel. In het Oude Testament staat dat vrouwen geen kleren van mannen mogen dragen, en mannen geen vrouwenkleren. ‘Dit is de Heere een gruwel’, waarschuwt de oude Statenvertaling. De redenering is dat het biologisch geslacht Gods bedoelingen met de schepping weerspiegelt. Alles wat ingaat tegen die begrenzingen van man en vrouw en hun bijbehorende rollen, wijzen behoudende christenen daarom af, en dat is een grotere groep dan de kleine groep van ondertekenaars van ‘Nashville’.
Theologen als Heleen Zorgdrager zien dat anders. Zij wijst er op dat God de mens schiep als zijn evenbeeld, ‘mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen’. Gods beeld van sekse is daardoor voor haar open, ook voor geslachtsverandering. En de Bijbelse kledingvoorschriften neemt ze niet letterlijk. Ze wijst erop dat er wel meer regels in de Bijbel staan waaraan christenen zich niet houden – bijvoorbeeld dat kleren maar uit één stof mogen zijn gemaakt. “Waarom zou je dit ene eruit halen?”, vragen zij en haar liberale geestverwanten zich af.
Doopregister
Maar Zorgdrager vreest dat veel transgenders aan dit soort bijbelexegese niet toekomen. Ze verlaten de kerk nog voordat ze in transitie gaan: “Zij vrezen dat in de kerk hun wens om hun lichaam aan te passen niet begrepen zal worden. Ze hebben niet het gevoel dat er in de kerk oog is voor hun transgender-zijn. Ze voelen zich eenzaam, en houden het niet lang vol.”
Veel van deze mensen vinden hun ‘spirituele netwerk’ bij anderen, bij voorbeeld bij de belangenvereniging COC. “Dat is heel goed, maar de kerk laat kansen liggen om kerk te zijn, om religieus en sociaal een netwerk te zijn voor transgenders”, vindt Zorgdrager.
De protestantse Jolanda Molenaar heeft zo’n kerk al gevonden, of eigenlijk zijn het er twee. Als vrouw verhuisde de vroegere Adriaan in 2001 naar Groningen. In de Nieuwe Kerk vond ze een warme PKN-gemeente. In de paasnacht in 2005 heeft zij daar een persoonlijke doopgedachtenis uitgesproken, en is haar nieuwe naam, Jolanda Adriana, in het doopregister geschreven. “Je naam staat voor wie je bent. Ik ben met mijn nieuwe naam bevestigd in deze gemeente. Dat heeft mij diep geraakt, en de gemeente ook. Ik sta op de schouders van dat moment”, zegt ze.
Vrijzinnig
De 64-jarige Molenaar is nu in opleiding voor predikant bij de doopsgezinden, een klein vrijzinnige gemeenschap van ruim 8000 leden, die geen enkel punt maakt van haar identiteit. “Ik heb de doopsgezinden steeds meer lief gekregen als heel gastvrij en open, je kunt er werkelijk jezelf zijn”, zegt ze. Maar ze blijft ook met een been in de PKN staan: ze loopt nu stage bij de PKN in Vledder, ‘een geweldige geloofsgemeenschap’.
“Het blijft dubbel”, zegt ze over haar affiniteit met zowel de grote Protestantse Kerk als met de kleine doopsgezinden. “Bij de PKN is het afwachten wat voor gemeente je treft. Veel gemeenten zijn nog niet zover. In Groningen was de gemeente heel warm, maar de kerkenraad moest eerst wel op één lijn komen over mijn verzoek opnieuw in het doopregister te worden opgenomen. Bij de doopsgezinden kun je ervan op aan dat je wordt geaccepteerd.”
Tips van Heleen Zorgdrager voor het creëren van een veilig kerkelijk klimaat voor transgenders:
1: Vraag aan transgenders wat zij nodig hebben
2. Maak het algemene ‘iedereen is welkom’ concreet voor groepen als homoseksuelen en transgenders
3. Spreek over God in een taal die inclusief is, die iedereen erbij betrekt
4. Laat zien dat er oog is voor transgenders, bid bij voorbeeld eens voor mensen die in transitie zijn of in stilte worstelen met hun geaardheid
5. Doe de wisselzang niet tussen mannen en vrouwen, maar tussen hoge en lage stemmen
Lees ook:
Waarom refo-fundamentalisten de Nashville-verklaring naar Nederland haalden
De Nashville-verklaring importeert Amerikaanse ideeën in Nederland en mobiliseert orthodoxen die het over weinig eens zijn. Behalve over die duivelse homolobby.
Achteraf had ik eerder open willen zijn over mijn transitie
Een jaar geleden waagde Matthea Benders de oversteek van man naar vrouw. De echtgenoot en vader van drie kinderen was niet meer en ging een ander leven leiden. Trouw volgt Matthea in haar geslachtsverandering.