Tijd, dat heeft de kerk voor eenzame mensen
Ook kerken bekommeren zich om de eenzamen. Vanuit het idee dat ieder mens ‘gekend en gezien’ wil worden, proberen ze contact te leggen met kwetsbaren.
Hij heeft geen horloge, hij heeft geen agenda. Wat de Rotterdamse wijkpastor Bart Starreveld te bieden heeft, is tijd. Tijd, om contact te leggen met mensen op straat. “Even praten. Dat is niet zomaar wat hoor. Het is een van de bijzonderste dingen van mensen, dat we kunnen praten. En als we met mensen praten, dan is er een link met God.”
Starreveld verwoordt de kern van waar het vandaag, bij de landelijke pastorale dag van de Protestantse Kerk in Nederland om draait. Het thema dat de honderden dominees, ouderlingen, pastoraal werkers bespreken is eenzaamheid, het gemis aan echte, betekenisvolle contacten en relaties waaraan volgens de Gezondheidsmonitor van 2016 meer dan een miljoen mensen lijden. Onder 85-plussers komt het het meest voor, gevolgd door mensen die hun partner door dood of scheiding hebben verloren. Ook lager opgeleiden en migranten hebben er bovengemiddeld last van.
Pastor Starreveld werkt in de oude wijken Ommoord en Lombardijen in Rotterdam. In die stad zette CDA-er Hugo de Jonge als wethouder al in op het bestrijden van eenzaamheid, onder andere door bezoeken te organiseren aan inwoners op leeftijd. Nu hij minister is, heeft De Jonge eenzaamheid tot een van zijn speerpunten gemaakt. Er was al een brede coalitie van maatschappelijke organisaties tegen eenzaamheid. Die is gestopt en wordt voortgezet als officieel onderdeel van De Jonges ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport. De PKN was eerder wel partner, maar daar is de kerk nu mee opgehouden. Niet uit desinteresse of omdat de landelijke overheid een religieuze club liever zou mijden, zegt Janet Bac van Kerk in Actie, de diaconale poot van de PKN. “Het is een kwestie van tijd en budget, we richten ons nu op andere dingen.”
De campagne ‘Een tegen eenzaamheid’ moet vooral lokaal handen en voeten krijgen. In 25 gemeenten werken maatschappelijke organisaties en de gemeente al samen om mensen die zich eenzaam voelen te bereiken. Of in die groep veel gelovigen zitten, vermelden de statistieken niet; de organisatoren van de pastorale dag over eenzaamheid zien in de praktijk dat ook leden van kerken gebrek kunnen ervaren aan betekenisvolle relaties.
Maar tegelijkertijd kijken kerken over hun eigen muren heen, ze zien ook daarbuiten voor zichzelf een rol. Hoe vullen ze die in, of hoe zouden ze dat moeten doen? Vier visies van mensen met ervaring en kennis, binnen en buiten de kerk.
Bart Starreveld, wijkpastor in Ommoord en Lombardijen, Rotterdam
Wijkpastor Starreveld heeft net boodschappen gedaan, ze eten vanavond bloemkool. Onderweg zag hij in een portiek een slapende man liggen. Starreveld sprak hem aan, de dakloze maande hem door te lopen, hij wilde even rusten. Prima, zei de pastor. Maar hij zei erbij: ‘De volgende keer kom ik weer even bij je kijken’.
“Dit werk is meelopen. Je redt het niet in één keer”, zegt Starreveld. “Sommige situaties zijn zo complex, dat neemt heel veel tijd in beslag. En soms los je niks op, dan gaat het om het contact.”
Voor de wijkpastor begint een gemiddelde dag in de kerk. Daar doet hij wat administratieve dingen, misschien legt hij de laatste hand aan een verzoek om een bijdrage uit een van de fondsen waaruit hij wordt betaald. Als dat is gedaan, dan gaat hij de straat op. Want God is, zegt hij, zeker in oude stadswijken niet meer in de kerk, maar op straat. “Met God en mens op straat gebeurt er wat. Ik ben net als Jezus, die was ook een straatpastor, hij was altijd overal.”
De Rotterdammer hoeft niet op zoek naar mensen die behoefte hebben aan contact. Hij ziet dat niet aan ze, hij voelt het. “Ze komen vanzelf in je gezichtsveld, er is zoveel vereenzaming”, zegt hij. Hij vraagt aan ze hoe het gaat, wie ze vandaag hebben gesproken, wat hen aan het hart gaat. “In elk contact probeer ik te zoeken naar beweging, naar bevrijding. In welke gevangenis zit iemand, en zijn er mogelijkheden eruit te komen? Dat gaat gepaard met vragen, wat zou er gebeuren als je dit deed, of dat?” Voorzichtigheid is geboden, zegt hij, belangrijk vindt hij het van de mensen geen slachtoffer te maken, “Ze hebben het al moeilijk genoeg.”
In zijn ontmoetingen – gemiddeld twee per dag – merkt hij dat de kerk er bij deze straatbewoners goed op staat. Sommigen komen er weleens, voor een kop koffie op een inloopochtend. “De kerk is een veilige plek voor ze. Ze leggen er hun hele hebben en houden neer, ze zeggen zelf dat ze daar kunnen zeggen wat er met ze is.”
Of zijn werkwijze alleen geschikt is voor de grote stad, hij heeft geen idee. “Ik doe dit hier, in Rotterdam. Hoe het in dorpen is, daar ben ik heel benieuwd naar.”
Betsy Nobel, predikant in Terwolde-De Vecht en een van de drie dorpskerk-ambassadeurs van de PKN
Als iemand uit Betsy Nobels gemeente wordt opgenomen in het ziekenhuis, wordt in de tussentijd zijn tuin door de buren bijgehouden. “Daar hoef je niet om te vragen, dat gebeurt gewoon”, zegt de predikant uit Terwolde, een dorpje vlakbij Deventer.
Dat past precies in het beeld van een dorp als hechte gemeenschap, waar hulp vanzelfsprekend is, en eenzaamheid ver weg. Maar dat is een misverstand: “Er zijn minder mensen geïsoleerd, maar mensen die het zijn, hebben het zwaarder”, zegt Nobel. Dat komt doordat mensen schaamte voelen in zo’n plek waar iedereen weet wie je bent. Val je buiten de geijkte kaders, dan ben je al snel ‘een vreemde vogel’, met wie contact wordt gemeden. En, zegt Nobel, in de stad zijn er inloophuizen en andere voorzieningen waar mensen anoniem naar binnen kunnen. Anonimiteit, die is er in een dorp niet.
Dat heeft ook een positieve kant. Als een dorpsgenoot omkomt bij een ongeluk, dan weet iedereen dat. En dan belt Betsy Nobel bij de nabestaanden aan, “om te vragen hoe het gaat”. Vaak is ze welkom, soms niet – ook goed. Haar diaconie knapte, via de hulporganisatie Present, het huis op van iemand die nooit opendeed. Die wordt nu weleens gevraagd mee te gaan als er iets te doen is. “Het is belangrijk om te kijken hoe je mensen het gevoel kan geven dat ze erbij horen, dat kan van muziekclub tot kerk”, zegt Nobel.
Ze waarschuwt wel voor overspannen verwachtingen: “Je kunt niet alles oplossen. Het alleenzijn kun je een beetje doorbreken, maar aan de eenzaamheid kun je niet altijd wat doen.”
Bewust zoekt de kerk in Terwolde-De Vecht aansluiting bij andere maatschappelijke organisaties die op het sociale terrein bezig zijn: met de Zonnebloem, het maatschappelijk werk, de wijkagent is al eens op bezoek geweest. De dominee merkt dat er vanuit overheid en sociale instanties ‘meer openheid’ is om de kerk erbij te betrekken. “We worden steeds meer als maatschappelijke partner gezien. Wij zijn mensen die achter de voordeur komen, ik kom soms makkelijker binnen dan een officiële instantie.”
Erica Hoebe-de Waard, predikant in de Protestantse gemeente Wageningen en redactielid van het Ouderlingenblad, dat de pastorale dag mede-organiseert.
Mensen bekeren, dat is misschien wel het laatste waaraan de Wageningse dominee Erica Hoebe dacht toen ze samen met de Rotary voor tweehonderd Wageningse kinderen een uitje organiseerde naar de Efteling. “Je wilt dat deze kinderen na de vakantie ook iets kunnen vertellen over wat ze hebben meegemaakt en zich niet eenzaam voelen in de klas. Daar gaat het om.”
Tegelijkertijd merkt de dominee wel dat er bij het scala aan sociale activiteiten veel gesprekken ontstaan over ‘het leven en het geloof.’ “Als mens kun je voluit mens zijn als je gekend en gezien wordt. Vanuit het geloof zeg je: God kent ons, ten diepste. Je kunt dat ook bij andere mensen ervaren, dat die oog hebben voor jou.” Zo ziet zij dat, en dat vertelt ze – op verzoek.
Haar gemeente kiest elke vier jaar een aantal speerpunten, en deze periode is eenzaamheid daar een van. Er zijn spelletjesmiddagen voor ouderen, thema-avonden voor singles, bijeenkomsten met studenten. Want ook onder jongeren is er, weet Hoebe, eenzaamheid. Vanuit de kerk is er een inloophuis opgezet, met onder meer een breicafé, een borstvoedingsclub en muziek.
Erica Hoebe gelooft in ‘de kracht van mensen’. Ze ziet die volop bij de vrijwilligers in haar kerkelijke gemeente, ze noemt hen mensen met ‘een open hart’. Maar ze worden in trainingen ook gewaarschuwd: “Kom niet met meningen en adviezen”, horen ze dan. “Je kunt luisteren, doorvragen, de drempel voor activiteiten lager maken door ze uit te nodigen, maar mensen moeten er zelf voor kiezen ergens aan mee te doen.”
‘Laat OMA thuis’, heet dat in het kerkelijk vakjargon: kom niet met Oplossingen, Meningen en Adviezen. Maar luister – en dat schrijven ze hier het liefst met hoofdletters.
Anja Machielse, bijzonder hoogleraar empowerment van kwetsbare ouderen aan de Universiteit voor Humanistiek
Hoogleraar Anja Machielse heeft veel onderzoek gedaan onder eenzame mensen en als ze daar iets uit heeft geleerd, dan is het dat zij enorme behoefte hebben aan een luisterend oor, aan empathie en inlevingsvermogen. Daar kunnen kerken naar haar idee een belangrijke rol in vervullen: “Kerkelijke vrijwilligers kunnen persoonlijke aandacht geven. Gezien en gekend worden, daar draait door het om. Nabij zijn zonder oordeel, zonder dat iemand meteen zegt: dat kun je zo- en zo oplossen.”
In die benadering, gericht op nabijheid en contact in plaats van op oplossingen en concrete doelen, zit volgens Machielse de meerwaarde van de kerk. Professionals hebben daar geen tijd voor, zij worden afgerekend op meetbare resultaten. Anderzijds hebben zij wél deskundigheid in huis die goedbedoelende vrijwilligers juist weer missen.
Het is die wrijving die maakt dat kerken volgens Machielse in het lokale beleid voor kwetsbare mensen nogal eens over het hoofd worden gezien. “Er is bij welzijnsorganisaties sowieso scepsis over vrijwilligersorganisaties, niet alleen over kerken. Men blijft in het eigen circuit.” Alleen al om dat wantrouwen weg te nemen, vindt de hoogleraar het van belang dat kerken hun bezoekvrijwilligers trainen, ze voorbereiden op terughoudendheid of weerstand, hen leren actief te luisteren.
De professionals weten zich, aldus Machielse, ook vaak geen raad met levensvragen en zingeving – bij uitstek het terrein van kerken. Vaak hebben kwetsbare mensen ‘dagelijkse levensvragen’, hoe ze om moeten gaan met het feit dat ze psychische problemen hebben, of hun maatschappelijke positie kwijt zijn. Daar willen ze aandacht voor, ook van mensen uit de kerk – zolang die, zoals Machielse het zegt, hen niet willen ‘inlijven in de kerk’, of hun levensbeschouwing opdringen.
Citaten uit onderzoek Anja Machielse
‘Mensen gaan naar huis en de deuren gaan dicht. Ze hebben geen tijd. Je hoeft niet te bellen van: ‘er is wat gebeurd, kom je even een bakkie drinken?’ Want er is gewoon niemand. Je ziet niemand meer. Dat was vroeger echt anders.’
‘Ik heb nooit contact kunnen leggen met mensen. Ik kende wel mensen maar ik had geen contacten.’
‘Ik zou wel willen dat mensen wat meer naar me omkeken. Ze kijken helemaal niet naar me. Ze kijken nooit eens naar binnen, ze zullen nooit eens een hand opsteken.’
Lees ook:
Eenzaam in de grote stad
Actieplan | Rotterdam doet het al twee jaar en ook Amsterdam komt vandaag - net voor de Week tegen Eenzaamheid - met een aanpak om eenzamen tegemoet te komen. Vooral veel oudere allochtonen leiden een teruggetrokken bestaan.
Eenzame ouderen zijn niet geholpen met alleen een kopje koffie en een bloemetje
Ouderen krijgen 26 miljoen extra uit Den Haag voor hulplijnen, meldpunten en jaarlijkse huisbezoeken om eenzaamheid te bestrijden. Is dit de juiste methode? Trouw vraagt het Theo van Tilburg, hoogleraar sociologie aan de Vrije Universiteit.