BoekrecensieReligie
Stavrakopoulou schreef een knappe studie naar hoe God in 2000 jaar langzamerhand zijn lichaam verloor
God. Een anatomisch onderzoek
Francesca Stavrakopoulou
Uitgeverij Ambo Anthos, 624 Blz. € 39,99
★★★
De schrijver
De Britse Francesca Stavrakopoulou (1975) is niet-religieus opgevoed door een Engelse moeder en Griekse vader, noemt zichzelf atheïst, maar koos uit fascinatie voor de studie theologie en religiewetenschappen. Nu is ze hoogleraar Hebreeuwse Bijbel en oude religie aan de Universiteit van Exeter met een specialisatie in de geschiedenis en religie van Israël en Juda. Voor onder meer de BBC en Channel 4 becommentarieert ze de Bijbelse geschiedenis, de rol van vrouwen en de ontwikkeling van Bijbelteksten.
Het thema
Wanneer een boek al voor het Nederland bereikt, door Engelse critici is bejubeld als ‘verbluffend, provocerend en verontrustend’, op de shortlist staat van The Wolfson History Prize 2022 en vertaald is in meerdere talen, zijn de verwachtingen hoog. De jury van deze prestigieuze prijs voor het boek dat onderzoek en leesbaarheid het beste combineert, noemde het lijvige God. Een anatomisch onderzoek origineel en moedig.
Dat is het zeker, aangezien het ‘stoffelijk overschot van de Bijbelse God’ niet vaak op de snijtafel is gelegd voor anatomisch onderzoek. Via voeten, genitaliën, romp, huid, organen, handen, zintuigen en hoofd fileert Stavrakopoulou hoe God in de Bijbel is omschreven en legt dat steeds naast mythen en de historie van gelijktijdige religies en volken.
De Bijbelse God is volgens de schrijver gedood, ze wil ons ‘de echte God van de Bijbel doen ontmoeten’. Uit de autopsie van de dode God verrijst de allerminst monotheïstische vadergod El, met woeste dondergod Jahwe als slechts een van zijn vele kinderen, met vrouw en lichaam. In de Bijbel is Gods lichaam een gegeven, dat van een ‘gigantische man met een zware tred’, ietwat bourgondisch, die slaapt, eet, huilt en lacht, een mens als wij, zijn evenbeeld.
De stelling
Stavrakopoulou beschrijft hoe in tweeduizend jaar die lichamelijke God onder invloed van Griekse filosofie, antieke Joodse mystiek, christelijke doctrine en kolonialisme de nek is omgedraaid. Teksten zijn vergeten of herschreven vanuit de bekende antiseksuele, masculiene, westerse interpretatiekaders en niet-passende denkbeelden over God. ‘God begroef Mozes’ werd ‘ze begroeven hem’. Zo ontstond de moderne, onstoffelijke en onlichamelijke God van het Westen, die tegen evolutie en abortus is, alomtegenwoordig, transcendent, onzichtbaar en ver weg.
Maar, zo stelt Stavrakopoulou, de God die door ‘rationalistische intellectuelen’ is afgeserveerd, lijkt in niets op de Bijbelse God. Ook wie dat lichamelijke als primitief beschouwt en metaforisch ziet, ontkent Gods lichaam. En zo verdwenen al Gods lichaamsdelen. Maar zijn religieuze realiteit is onuitwisbaar, zijn adem blijft.
Kernzin
In de opdracht voorin staat de scène van Lewis Carroll uit Alice in Wonderland (1865) waarin Cheshire Kat langzaam verdwijnt, eindigend bij zijn grijns. “Nee maar!”, dacht Alice, “(…) een grijns zonder kat. Nog nooit in mijn leven heb ik zoiets raars gezien.”
Redenen om het boek niet te lezen
Wie de Bijbelverhalen kent, valt niet steil achterover van de lichamelijkheid hierin: de liefdeslyriek in Hooglied, God die wandelt met Adam en Eva, worstelt met Jakob. De grootte van het overzicht verrast, maar wat is het pleidooi na deze constatering? Goed, de Bijbelse God heeft een lichaam, weerspiegelt die cultuur, maar wat nu?
Ook overtuigt niet alles. Zo zouden de ‘voeten’ en ‘regenboog’ in de Bijbelboeken Ezechiël, Hosea en Jesaja ‘eufemistisch’ verwijzen naar Gods genitaliën. De uitputtende research mist soms relevantie, tenzij je ruim twintig pagina’s over de besnijdenis en Jezus’ Heilige Voorhuid wilt lezen.
Redenen om het boek wel te lezen
Stavrakopoulou wil vooral uiteenzetten hóe Gods lichaam verdween, hoe denkbeelden ontstonden, en dat is interessant. Hoe bijvoorbeeld Gods huid langzaam veranderde van stralend naar wit, zuiver als sneeuw, superieur aan een donkere huid.
De verhalende, plastische en zintuigelijke teksten trekken je er vlot doorheen. Knap, ondanks de vele feiten en jaartallen. Stavrakopoulou maakt aannemelijk hoe de Bijbel is gefilterd en geconstrueerd, kind is van zijn tijd en daarmee voorouder van de onze, tot in het diepst van onze poriën.