ColumnMarli Huijer
Schaduwwerk is een unieke vorm van knechtschap
Aan de kassa van de ijsbaan zit een jongeman verveeld achter het plexiglas. Het is stil op dit uur. Ik leg mijn rittenkaart op de draaischijf. De kassier tikt tegen het glas: ‘Tegen de scanner houden!’ Zijn computer geeft akkoord, ik krijg een papieren QR-code. Die code had ik ook thuis kunnen uitprinten, maar de scanner op de toegangspoort weigert mijn printjes. Voordat de kassier verder kan gaan met nietsen, vraag ik hem wanneer we weer met de rittenkaart door de poortjes mogen. Zoals vóór corona.
Hij haalt zijn schouders op: “Het blijft zo.”
“Maar dat online reserveren kost zeeën aan tijd”, protesteer ik. “Minstens vijf minuten per schaatser, en dat x 700 als het vol is, en dat 50 schaatsuren per week.”
Tijdens het rijden van mijn rondjes reken ik uit hoeveel de som van al die reserveringsminuten is. Zelfs als de baan steeds maar halfvol is, gaat het om bijna 150 uur per week. Het reserveren kost bovendien vaak meer dan vijf minuten.
‘Schaduwarbeid’ noemde de filosoof en theoloog Ivan Illich zo’n veertig jaar geleden in een gelijknamig boek deze vorm van onbetaalde arbeid. We krijgen op een haast onzichtbare manier werk opgedrongen. Dat gebeurt ook als we formulieren moeten invullen om bijvoorbeeld huurtoeslag te krijgen, uren onderweg zijn naar ons werk, of een halve dag zitten te wachten op een pakketje dat wordt bezorgd. We zouden die uren liever iets anders doen, maar zonder schaduwarbeid kunnen we die toeslag, dat werk of pakketje wel vergeten.
Unieke vorm van knechtschap
Schaduwwerk is een ‘unieke vorm van knechtschap’, schrijft Illich. De tijd die ermee gemoeid is, wordt zonder betaling opgeëist en komt vooral voor in kapitalistische en bureaucratische samenlevingen, die er belang bij hebben om consumenten en cliënten via onbetaalde arbeid aan zich te binden. Het doet denken aan de ‘bullshitjobs’, waarover de antropoloog David Graeber schreef: zinloze banen die slechts bedoeld zijn om mensen bezig te houden, maar hen ook in die banen gevangen houden. Het argument voor de schaduwarbeid is gewoonlijk efficiëntie: het kost de bezorger te veel tijd om uw pakje bij de buren af te leveren.
De Covid-19-epidemie heeft tot meer schaduwarbeid geleid. Voor vrijwel ieder bezoek aan museum, restaurant, concert of ijsbaan wordt de bezoeker verplicht vooraf digitaal een uur te reserveren. Zonder QR-code kom je bijna nergens meer in.
Het voordeel is dat je nooit voor een gesloten deur staat. Dat is wat de kassier antwoordt. Afgelopen kerstvakantie overkwam me dat inderdaad een keer: voor het eerst van mijn leven. Want in de decennia daarvoor, toen er geen reserveringssysteem was, heeft zich dat nooit voorgedaan. Mocht je toen zelf besluiten wat te druk was? Is dat voorbij sinds corona?
Het nadeel van al die reserveringen is dat je nooit meer voor verrassingen staat en alleen nog de deur uit gaat als je zeker weet dat je ergens terecht kunt. Improviseren, zomaar wat rondslenteren, spontaan ergens binnenlopen of een andere activiteit bedenken als er geen plaats is, is er niet meer bij. De schoonheid van het onverwachte gaat zo verloren.
De jongeman achter de kassa zit niet te wachten op de overpeinzingen van een filosoof. Hij krijgt betaald voor zijn uren, ook als hij niets te doen heeft. Zolang de bezoekers niet in opstand komen tegen de zinloze schaduwarbeid, hoor je hem niet klagen.
Marli Huijer (1955) was arts, maar maakte de overstap naar de filosofie. Ze is emeritus hoogleraar publieksfilosofie. In 2015 en 2016 was ze Denker des Vaderlands. Lees haar columns hier terug.