ColumnEva Meijer
Rouwen om het uitblijven van de winter
Ze zeiden dat het zou gaan sneeuwen, maar hier regent het alleen. Vroeger vroor het weken. Ik mis de winter.
Ik ben niet de enige die zich hierdoor wat verloren voelt. Het Inuktitut, de taal van de Noord-Baffin Inuit uit Groenland, heeft een woord voor heimwee als je thuis bent, dat ook kan verwijzen naar een vriend die zich ineens vreemd gedraagt: uggianaqtuq.
In de afgelopen jaren heeft het woord er een betekenis bij gekregen: het wordt ook gebruikt voor onverwachte weersomstandigheden, die leiden tot een veranderende leefomgeving. Een recent bevolkingsonderzoek toont aan dat het veranderende klimaat bij een groot deel van de Groenlanders angst en gevoelens van depressiviteit veroorzaakt.
Engelsen spreken over ecological grief – de collectieve rouw om soorten die al verloren zijn, gemeenschappen die hun leefgebieden kwijtraken en individuen die sterven. In Nederland denken de meeste mensen dat het zo’n vaart niet zal lopen. Hoewel uit onderzoek blijkt dat het waarschijnlijk niet de vraag is of een groot deel van het land onder water zal verdwijnen, maar wanneer, heeft de Nederlander vertrouwen in onze dijken. Toch is het woord klimaatdepressie al opgedoken, net als klimaatangst. Er zijn veranderingen in gang gezet die de toekomst van onze leefwereld bedreigen en dat beïnvloedt hoe mensen hun leven ervaren.
De antieke filosofische troost doet een ethisch beroep op degene die lijdt
De Poolse filosoof Mateusz Tokarski schrijft over de troost van milieufilosofie in het omgaan met een veranderende wereld. Hij richt zich specifiek op relaties met wilde dieren die menselijke leefgebieden inkomen en onrust meebrengen, zoals in Nederland de wolf. Tokarski onderzoekt of de ideeën over troost van de Stoa, Cicero en Boëthius hier uitkomst kunnen bieden.
De filosofische troost van antieke denkers verschilt van de hedendaagse manier van omgaan met leed. Die is vaak gebaseerd op luisteren en iemands pijn serieus nemen. De antieke filosofische troost is veeleisender en doet een ethisch beroep op degene die lijdt. Door rationeel te redeneren kan die zich een ander perspectief aanmeten en daarmee haar houding veranderen.
Filosofie kan laten zien dat we als mensen deel uitmaken van een groter geheel en dat we bepaalde plichten hebben naar de dieren met wie we de wereld delen. Dat kan iemands perspectief veranderen en troost bieden. Tokarski verwijst hier bijvoorbeeld naar het werk van Val Plumwood, een ecofeminist die na een aanval van een krokodil begreep dat we allemaal deel uitmaken van een grotere levende wereld.
Nu is rouw om een seizoen wat anders dan leren samenleven met wolven. Maar (opnieuw) begrijpen dat we deel zijn van een groter geheel kan ook hier een ander perspectief bieden en mensen aansporen hun houding te veranderen. (Activisme kan ook een bron van troost zijn, naast een brug naar een betere wereld.)
Ondertussen lees ik ‘De levende berg’ van Nan Shepherd, waarin het flink sneeuwt en de mens maar een vlekje in het landschap is. Mijn verlangen naar kou vervaagt er niet door, maar ik ben ook maar een vlekje. Dus ik schrijf deze column om jullie aan te sporen, ik kijk door het raam naar de regen en maak me op voor de lente.
Lees ook:
De pessimisten zijn weer in de meerderheid, waar zijn alle optimisten?
De mening van de Nederlander wordt steeds somberder. Milieu en klimaat spelen daarin een grote rol, stelt het SCP.