Bijna tweehonderd ontmoetingen brachten Roek Lips dichter bij het antwoord op de vraag: wat is de zin van het leven? Nu hij plots geconfronteerd is met acute leukemie, vindt hij nieuw houvast in die gesprekken, gebundeld in zijn nieuwe boek ‘De wereld dat ben jij’.
Roek Lips (61) was dicht bij zijn bestemming. Hij leefde een mooie droom, waarin hij naar eigen zeggen topsport bedreef: zes à zeven keer per week stond hij in het theater, gaf hij lezingen en voerde hij gesprekken met interessante denkers over de grote vragen van deze tijd. Hoe vinden we onze weg in een wereld die in crisis en verwarring is?
De theatervoorstelling Wie kies je om te zijn, gelijknamig aan zijn vorige boek, zou 10 februari in première gaan. Op die avond stond eveneens de presentatie van zijn nieuwste boek gepland: De wereld dat ben jij; Gesprekken en gedachten over een nieuwe tijd. Daarin zijn interviews gebundeld die Lips had met wetenschappers, kunstenaars, bestuurders en anderen. Een aantal daarvan verschenen in Trouw, in de serie ‘nieuwe leiders’.
Lips, voormalig netmanager bij de NPO, had nog meer plannen. De eerste retraite die hij in een klooster zou begeleiden was aanstaande, een andere droom die op het punt stond uit te komen. Maar aan alle activiteiten kwam abrupt een einde. Want geheel onverwacht blijkt Lips te lijden aan acute leukemie, een agressieve vorm van kanker.
Dat verlies onaangekondigd hard kan toeslaan, heeft Lips eerder indringend ervaren. De dramatische dood van zijn zoon Job, die op zijn achttiende verdronk toen hij ging zwemmen in de baai van San Sebastian en nooit meer werd gevonden, leidde tot een grote wending in zijn leven. Over zijn dood schreef Lips Het boek Job.
De diepere betekenis van genade
Nu ondergaat de schrijver, in een geïsoleerde, steriele ziekenhuiskamer in Amersfoort, een maand lang in zijn eentje een tweede serie zware chemokuren. “Het lijkt wel of ik al die boeken nu ook voor mezelf geschreven heb”, zegt hij twee dagen voor de nieuwe ziekenhuisopname. Aan de keukentafel thuis, omringd door wenskaarten, gelukssteentjes en bloemen, leest hij hardop de laatste zinnen uit zijn nieuwe boek:
De vraag is of je jezelf laat raken en bereid bent antwoord te geven op de oproep die daarin besloten ligt. In de ontmoeting met ‘de ander’ jezelf op het spel te zetten, met de bereidheid om jezelf te verliezen. Dat kan alleen op de plek waar je nu bent. En dát moment komt nooit meer terug.
“Ik had geen idee dat ik ziek was toen ik dit eind vorig jaar schreef. Maar de woorden kwamen als vanzelf tot mij en dat ontroerde me. Achteraf vind ik dat heel bijzonder. ‘De ander’ staat ook voor ‘het andere’. Het is troostend. Het raakt de diepere betekenis van genade. Dat alles ons gegeven is, ook een nare ziekte.
“Klachten had ik niet, ik zat juist ontzettend lekker in mijn vel. Nadat een vriend prostaatkanker kreeg, heb ik voor de zekerheid bij de huisarts een bloedtest aangevraagd om mijn PSA-waarde eens te onderzoeken. Daar was niets mis mee, zo bleek, maar de waarde van mijn leukocyten (witte bloedcellen) was veel te laag. Na vervolgonderzoeken en een beenmergpunctie gingen alle alarmbellen af. Dat was begin januari. Diezelfde week ging ik in isolatie voor de eerste chemotherapie.
“Ik was erg bang voor de momenten van eenzaamheid. Die kwamen. Toen ik zware koorts kreeg door een infectie in mijn bloedbaan, bijvoorbeeld. Op het moment dat de dokters en verpleegkundigen de kamer uit waren, lag ik daar in de nacht, voelde me doodziek en ongelofelijk alleen.
“De afzondering is ook een ontmoeting met de schaduwkanten van jezelf. Je wordt geconfronteerd met je onhebbelijkheden, angsten en behoefte aan erkenning. Maar toen ik daar doorheen was, voelde ik dat ik ook werd gedragen. Dat is een heel diepe ervaring.”
Ineens vastgesnoerd in een isoleercel
“De afgelopen jaren heb ik ontzettend mooie gesprekken mogen voeren met heel veel verschillende mensen. Nu ik ziek ben, kan ik op een nieuwe manier op al die gesprekken reflecteren.
“In de laatste ontmoeting die ik met Nyenrode-hoogleraar Paul de Blot had, op zijn 95ste, vlak voor zijn dood, vertelde hij over zijn jezuïetenopleiding. Die duurt vijftien jaar. De eerste veertien jaar ben je kennis aan het vergaren. Maar het laatste jaar, zei hij, is het belangrijkste. In dat jaar mag je alleen maar reflecteren op de kennis die tot je is gekomen, met als doel het volledig te gaan belichamen.
“Ik moet daar veel aan denken. Misschien vraagt het leven nu wel van mij om stil te vallen en binnen te laten komen wat die ontmoetingen met me hebben gedaan.
“De eerste week in het ziekenhuis was de week waarin ik een retraite zou gegeven in het klooster. Er stonden zelfs mensen op de wachtlijst en ik had er ongelofelijk veel zin in. En toen zat ik ineens in een isolatiecel, vastgesnoerd aan zo’n paal met chemo.
“Maar ik wilde niet 100 procent samenvallen met het patiënt-zijn. Ik ben gaan visualiseren dat ik niet in het ziekenhuis was, maar in een retraiteruimte, waarin ik tot stilstand ben gekomen. Dat heeft me erg geholpen.
Het mentale leven heeft richting nodig om te kunnen groeien
“Niet zo lang geleden sprak ik Andrea Maier (hoogleraar gerontologie, red.) voor mijn boek. Dat hoofdstuk gaat over de schoonheid van de menselijke biologie en het feit dat groeien richting nodig heeft. Want anders gaat het woekeren. Dat is wat er letterlijk in mijn lijf is gebeurd. Maar ik vind het ook een prachtige metafoor voor leven.
“Veel mensen ervaren een soort oriëntatieloosheid in hun bestaan, dat maakt het moeilijk om een zinvol leven te lijden. Het mentale leven heeft ook richting nodig om goed te kunnen groeien.
“We hebben in de loop van de jaren op veel gebieden oude tradities bij het grofvuil gezet. Dat biedt de gelegenheid om opnieuw te ontdekken. Dat is een van de hoofdvragen van onze tijd: hoe we opnieuw richting gaan vinden.”
Heel diepe verbondenheid met overleden zoon
“In dat proces moeten we wel een beetje los zien te komen van de beladenheid van woorden. ‘Religie’ is zo’n beladen woord geworden. Veel mensen hebben daar meteen negatieve beelden bij. Dan krijg ik bijvoorbeeld van iemand een kaartje die zegt: ‘Ik heb een kaarsje voor je aangestoken, maar ik geloof niet hoor’.
“Maar, zeg ik in alle bescheidenheid, als je de diepe betekenis van het woord begrijpt, dan is wat ik nu meemaak een heel religieus proces. Het gaat over losmaken, over onthechting. Het gaat ook over verbinding maken, op een nieuwe manier.
“Ik voel een heel diepe verbondenheid met mijn overleden zoon en vader. Ik voel hun steun. Het lijkt wel alsof we een ander soort contact hebben. Het is lastig om daar woorden aan te geven omdat je op een gebied komt waarin ons taalgebruik tekortschiet.
“Of neem ‘bidden’, een woord dat in de beleving van veel mensen enkel gekoppeld is aan bepaalde religieuze stromingen. In de afgelopen weken kwam ik erachter dat mensen al veel langer bidden dan dat er religieuze stromingen zijn.
“Ik vroeg mij af: waar gaat het in essentie over? Bidden gaat voor mij over het uitspreken van een intentie, over luisteren, verlangen en dankbaarheid. Op een hele diepe laag. Hoe mooi zou het zijn als we daar nieuwe ruimte in gaan vinden, dat we dat opnieuw gaan ontdekken.”
Een buiging maken voor het leven
“Hoe ga ik me weer verhouden tot het leven, was de kernvraag na Jobs dood. Die vraag is opnieuw relevant, maar in een ander perspectief. De essentie van mijn antwoord nu zou zijn: door steeds opnieuw los te laten.
“Na de dood van Job was ik zoekende. Eerst moest ik leren leven met de dood van mijn kind. Ik moest opnieuw plezier vinden in dat leven. Vervolgens kwam ik tot de conclusie dat mijn werk niet meer mijn bestemming was. Ik moest mijn baan, mijn identiteit die samenhing met de bestuurlijke rol bij de publieke omroep loslaten.
“Dat is gelukt, ik had een prachtig nieuw bestaan. Dat dit nu van de ene op de andere dag wordt weggeslagen, ook dat heb ik los te laten. Als je dat niet doet, is er geen ruimte voor het nieuwe. Het leven bestaat uit een circulair proces waarin we mooie momenten afwisselen met donkere. Waarin groei afwisselt met rijping en afsterven.
“Uiteindelijk heb je een buiging te maken voor het leven. De kunst is om niet in de buiging te blijven, maar vanuit de buiging te gaan staan. Ik buig nu weer opnieuw. Dat gaat niet anders, dat is ook loslaten.”
Studie en lectio
“Broeder Thijs, de abt van Abdij Egmond die ik eveneens sprak voor mijn boek, adviseerde mij een boekje over het verschil tussen studie en lectio. Studie is te vergelijken met een vluchtige groet aan een willekeurige voorbijganger. Lectio is als de warme omhelzing van een medebroerder.
“Lectio wil zeggen: een stukje tekst steeds opnieuw herlezen. Het met je meenemen in meditatie of in gebed. Net zo lang totdat je je kunt verplaatsen in degene die het geschreven heeft. Want als je dat kunt, dan ben je in staat om de werkelijke betekenis tot je te nemen.
“De eerste chemobehandeling is goed aangeslagen. Nu sta ik voor een dilemma: mocht de tweede behandeling succesvol zijn, kies ik dan, in overleg met de hematologen, voor een stamceltransplantatie van een donor of voor transplantatie van eigen stamcellen?
“Het is een complexe afweging en er kleven aan beide opties grote risico’s. Garanties zijn er niet, er zijn statistieken. En daar heb je als individuele patiënt niets aan.
“Ik pas nu lectio toe bij het maken van deze existentiële keuze, die letterlijk tussen leven en dood kan zijn. De gesprekken met de artsen heb ik opgenomen en uitgeschreven. Dat herlees ik weer. Ik heb er vertrouwen in dat er bijtijds een moment komt waarin dat duivelse dilemma tot de beste keuze voor mij gaat leiden.”
Zoeken naar de bestemming
“Het eerste verhaal in mijn boek is van mijn oude geschiedenisleraar, de honderdjarige Fred Hisschemöller. Hij stuurde me afgelopen week een mail over hoe te leven met het idee dat je er binnenkort misschien niet meer bent. Hij schreef: ‘ik ben oud, natuurlijk weet ik dat ik niet lang meer heb, maar ik ben wel erg goed om de dood steeds een beetje te verleiden’.
“Ik vind het mooi om zo open over de dood te spreken. Misschien komt dat wel door Job, dat ik daar een soort mildheid in heb. Ik heb 61 mooie jaren mogen hebben, hij had er maar achttien. Maar daarover wil ik niet zeggen dat het te kort is geweest. Zijn achttien jaar waren een volwaardig leven.
“Ergens voel ik dat mijn leven nog niet toe is aan een einde. Er is nog zoveel te leren en te delen. Want ik heb wel iets van mijn bestemming gevonden, maar ik wil er ook graag nog een tijdje naar blijven zoeken. Of misschien is dat hoop en verwoord ik hiermee vooral mijn diepe verlangen.”
Nieuwe Leiders
De videoportretten van een aantal van de gesprekken van Roek Lips staan op nieuweleiders.nl, of bekijk op de website van Trouw de filmpjes bij de artikelen.
Lees ook:
Mardjan Seighali zat in een Iraanse cel: ‘Ik leef nog, en heb de plicht iets te doen met wat ik heb meegemaakt’
Lees het meest recente interview in de serie ‘nieuwe leiders’ van Roek Lips met Mardjan Seighali, voorzitter van het Humanistisch Verbond.
Roek Lips: ‘Ik heb het meest geleerd van de momenten die ik het liefst uit de weg was gegaan’
Arjan Visser interviewde Roek Lips in oktober 2021 voor de serie ‘Tien Geboden’.