Theologisch elftalArmoede
‘Rijkdom mag je positief waarderen’
In het Theologisch elftal legt Trouw een actuele vraag voor aan twee theologen uit een poule van elf. Vandaag: Heeft de Bijbel een antwoord op armoede?
In Den Haag spraken de koning en politici over armoede, vorige week waren onze collega’s in Harlingen, om te kijken hoe mensen die al weinig hebben, zelf omgaan met de hogere kosten van het leven.
Ze spraken onder anderen met Frans Blom, een vijftiger die leeft van een bijstandsuitkering, wat eigenlijk elke maand net iets te weinig is. Maar hij blijft positief. Dat komt door de kerk, zegt hij, en door zijn geloof: “Ik heb houvast aan mijn geloof. Het komt wel goed, er zit een plan achter.”
“In een hopeloze situatie kan het geloof helpen”, reageert pastor Avin Kunnekkadan SVD, provinciaal overste van de congregatie Societas Verbi Divini. Ook Matthias Smalbrugge, hoogleraar Europese cultuur en christendom aan de Vrije Universiteit, is blij voor Blom dat het hem lukt gelukkig te zijn ondanks zijn situatie. Maar hij vermoedt dat de Fries een uitzondering is: “Vaak zal bij echte armoede het geluk aangetast worden. Je hebt een minimum nodig om zonder al te veel zorgen te leven. Dat minimum staat onder druk.”
In de politiek is daar de hele week over gepraat. Valt er theologisch ook wat over te zeggen? Wat zegt de Bijbel over armoede, en spiegelbeeldig, over rijkdom? Is het een te verkiezen boven het ander? Roept de Bijbel op tot protest tegen armoede en veroordeelt de Heilige Schrift rijkdom?
“De Bijbel is heel verdeeld”, zegt Smalbrugge. “Het is in elk geval niet zo dat rijkdom wordt verdoemd en dat armoede wordt verheerlijkt. Het Oude Testament waardeert rijkdom grosso modo positief. Kijk naar Abraham, naar Salomo, naar Job, bij hen is rijkdom een zegen, ze krijgen alleen maar meer.
“De profeet Amos is kritischer. Hij waarschuwt rijken dat ze moeten opletten, dat ze hun rijkdom niet moeten vergaren over de rug van armen. In andere boeken in het Oude Testament staat dat rijken armen moeten ondersteunen, met name in de Psalmen. Er is ook het jubeljaar, het jaar waarin alle schulden worden vereffend, waarna iedereen weer opnieuw kan beginnen. Daaruit kan je afleiden dat armoede als een probleem wordt gezien.”
Kunnekkadan: “Ook in het Nieuwe Testament is geen eenduidig beeld te vinden van rijken en armen. Matteüs schrijft: Het is gemakkelijker dat een kameel door het oog van een naald gaat dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat. Dat wordt vaak als een veroordeling gezien van rijkdom, maar we lezen hier dat het moeilijk is, níet dat het onmogelijk is voor een rijke om het rijk Gods te bereiken.”
Smalbrugge: “Ja, maar hoe waarschijnlijk is het dat het die kameel gaat lukken door het oog van de naald te kruipen? Commentatoren hebben wel geprobeerd om een letter te veranderen van het Griekse woord in de Bijbel voor ‘kameel’, waardoor het een dik koord wordt. Dan wordt het al wat makkelijker. Anderen zeggen dat het in deze tekst om een laag muurtje gaat waar die kameel met zijn bulten onderdoor moet. Maar hoe het ook letterlijk zit, het punt van discussie is niet dat die rijke het koninkrijk van God niet binnen kan, maar dat het van God afhangt wie er binnengaat, of je nou arm bent of rijk.”
Kunnekkadan: “En wat dat is, arm en rijk, daarvoor vind je in de Bijbel ook al geen definitie. In India, waar ik vandaan kom, is armoede iets heel anders dan hier, de armoede is er groter en de verschillen tussen rijk en arm ook. Het is dus relatief.”
Smalbrugge: “De gelijkenis van de talenten, een verhaal dat Jezus vertelde aan zijn discipelen, laat zien dat het niet goed is je talent, je geld, in de grond te stoppen, maar dat je je talent moet gebruiken om nog meer geld te verdienen. Met andere woorden, wat je hebt, heb je aan jezelf te danken, wat je niet hebt, heb je aan jezelf te wijten. Dat is keihard, dat is het oer-evangelie van het kapitalisme, en ook van de meritocratie: het is je eigen schuld als je arm bent.”
Kunekkadan: “In onze seculiere wereld koppelen we rijkdom en armoede vaak aan geld en kostbare bezittingen. Jezus ziet het veel breder. Aandacht voor de ander, mededogen, hulp, dat zijn centrale begrippen in de Bijbel en dat moet de grondhouding zijn. Je kunt rijk zijn, maar arm leven. Theologisch gezien gaat het er niet om hoeveel geld je hebt, maar om wat je ermee doet. ”
Smalbrugge: “Ja, dat is ook de les van Augustinus. Luther zegt dat armen vaak nietsnutten zijn, en dat je hen toch niet kunt helpen. Aan de andere kant is er de apostel Jacobus. Die pleit ervoor niet alleen mooie preken te houden, maar armen ook concreet te helpen.
“Het beeld is dus heel divers. Armoede is meer dan geld, het is een verlieservaring en de Bijbel gaat in tegen alle verlies, dus ook tegen armoede. Maar het heeft geen zin om de Bijbel en de kerkelijke traditie terug te brengen tot één groot protest tegen armoede.
Kunnekkadan: “Nou, zo zie ik de Bijbel toch wel. Jezus houdt van arme mensen, hij geeft aandacht aan mensen die arm zijn, mensen aan de onderkant, dat is zijn specialiteit. Dat zie ik ook in de huidige paus, paus Franciscus staat ook heel dicht bij arme mensen. Jezus roept rijke mensen heel duidelijk op om hun rijkdom te delen, om solidair te zijn, om onbaatzuchtig een ander te helpen.”
Smalbrugge: “Ja, daar ben ik het wel mee eens, maar of Jezus een voorkeur heeft voor armen, dat weet ik niet. Uit het verhaal van de talenten leid ik af dat je rijkdom positief mag waarderen. Een ondernemer is door een vreemde mix van talent, geluk en inzicht rijk geworden. Moet je hem dat verwijten? Nee natuurlijk. Je kunt zo ongeveer de hele kunstgeschiedenis opdoeken als er geen rijken waren geweest die daaraan hun geld wilden uitgeven, wilden delen. Doe er dus iets moois mee. Maar dat geldt voor ons allen en echt niet alleen voor vermogende mensen. Wij zijn allemaal rijk ten opzichte van mensen elders in de wereld.”
Kunnekkadan: “Ja, soms lijkt het wel alsof een aantal mensen in onze samenleving is vergeten dat ze moeten delen. Misschien komt dat wel omdat ze de boodschap van God, uit welke godsdienst dan ook, niet meer horen. Hun zorg voor het behoud van hun eigen rijkdom is groter dan de zorg voor de naaste.”
Smalbrugge: “Nou, in Nederland is de inkomensongelijkheid niet zo groot. Er is kennelijk een grote maatschappelijke wil om armoede te bestrijden. Daar kunnen kerken bij helpen. En geloof kan daar ook behulpzaam bij zijn, zoals de man uit Harlingen laat zien. Armoede is een verlies aan mogelijkheden, en bij verlieservaringen kan geloof iets betekenen. Wat niet wil zeggen dat je maar moet berusten in je situatie of dat geloof je gelukkig maakt.”
Franciscus
Bij zijn aantreden in 2013 als paus gaf de voormalige Argentijnse kardinaal Jorge Mario Bergoglio zichzelf de naam Franciscus, naar zijn grote voorbeeld, Franciscus van Assisi, de apostel van de armen. Franciscus (1181 tot 1226) was zoon van een rijke Italiaanse koopman. Hij zou zelf ook ridder worden maar onder andere een ontmoeting met een melaatse veranderde zijn leven. Hij doet afstand van zijn rechten als erfgenaam, en van zijn bezit. Hij leeft in navolging van Jezus als arme. Vrienden – en later ook vrouwen – sluiten zich bij hem aan, de minderbroeders zijn geboren, ofwel de Franciscanen. Als de orde hem te groot wordt, treedt hij terug. Franciscus sterft in 1226, zijn lichaam wordt naar Assisi gebracht. Vier jaar later wordt het bijgezet in de crypte van de Sint Franciscus-basiliek, nog steeds een bedevaartsoord voor zijn volgelingen en velen die zich verwant voelen met de apostel der armen.
In het Theologisch Elftal reflecteren twee godgeleerden uit een poule van elf op de actualiteit. Lees hier eerdere afleveringen terug