InterviewPeter Nissen

Peter Nissen is nog altijd vrijzinnig, maar is de vechtersmentaliteit kwijt


Kerkhistoricus Peter Nissen: ‘Door Benedictus ben ik weggejaagd en door Franciscus ben ik weer teruggehaald’. Beeld Koen Verheijden
Kerkhistoricus Peter Nissen: ‘Door Benedictus ben ik weggejaagd en door Franciscus ben ik weer teruggehaald’.Beeld Koen Verheijden

Theoloog en kerkhistoricus Peter Nissen keerde twaalf jaar geleden de katholieke kerk de rug toe vanwege het uitblijven van vernieuwingen. Hij kreeg heimwee en kwam met Pasen terug in de moederkerk. Wat is er veranderd?

Stijn Fens

Nog niet zo lang geleden moest Peter Nissen een lezing geven in een rooms-katholieke kerk in Nijmegen. Voorafgaande hieraan bezocht hij de viering van deze vrij traditionele geloofsgemeenschap. Om met Nissen te spreken: “De liturgie gaat er volgens het boekje”. Bij de communiegang zag hij hoe sommige gelovigen de hostie op de tong ontvingen. Er waren zelfs jongeren – die waren er tot zijn verrassing ook – die op hun knieën gingen om het lichaam van Christus onder de gedaante van brood tot zich te nemen.

“Vroeger zou ik me daar heel erg over opgewonden hebben. Maar nu dacht ik: dit is ook een manier van kerk zijn. Zolang ze maar niet hun manier van te communie gaan voor de enige ware houden, en verdragen dat in andere geloofsgemeenschappen de schaal en de beker gewoon rondgaan en brood en wijn aan elkaar worden doorgegeven.”

Je kunt het geen bekering noemen en zelfs het woord transformatie is te groot. Toch is er iets veranderd in Peter Nissen (64), die onlangs terugkeerde in de rooms-katholieke kerk. “Eigenlijk is het belangrijkste wat er mij gebeurd is, dat ik mij mildheid heb eigengemaakt.”

Vriend van de remonstranten

Twaalf jaar geleden was Nissen boos op alles wat volgens hem niet deugde in de rooms-katholieke kerk. Hij vertrok, niet met slaande deuren, maar je kon wel spreken van een breuk. Die hij zelf veroorzaakte. Hij werd vriend van de remonstranten en later ook predikant in de remonstrantse kerk. “Er was geen directe aanleiding. Ook de misbruikschandalen speelden geen rol. Ik was al van plan om over te stappen toen hier in Nederland in het vroege voorjaar van 2010 de ellende van het misbruik in de katholieke kerk in alle hevigheid over ons heen kwam. Toch heb ik even gewacht met het verzenden van mijn kerkelijk verhuisbericht, anders zouden mensen gedacht hebben dat het er toch mee te maken had. Hoewel ik natuurlijk wel vind dat de kerk verkeerd met het misbruik is omgegaan.

“Wat wel een rol speelde, was het feit dat in Nederland de bisschoppen de liederen van Huub Oosterhuis stelselmatig uit door twee censoren gecontroleerde liturgieboeken wilden weren en een opeenstapeling van reactionaire tendensen die in Rome vooral zichtbaar werden in het optreden van Benedictus XVI. Kort samengevat: door Benedictus ben ik weggejaagd en door Franciscus weer teruggehaald.

“Ik ben niet uit de kerk gestapt, ik ben kerkelijk verhuisd. Binnen dat grote gebouw van de kerk ben ik naar een andere afdeling verhuisd, naar het kleine kamertje van de remonstranten. Je kunt het vergelijken met emigreren. Bij mensen die emigreren zijn er altijd ‘pushfactoren’ en ‘pullfactoren’. Er zijn dingen die je wegduwen uit het land van herkomst en dingen die je aantrekken in het nieuwe land. Bij mij speelde boosheid een grote rol, ergernis over het feit dat vernieuwingen maar zo langzaam tot stand komen. Wat mij aantrok in de remonstranten was de ruimte om te ademen op alle gebied en elkaar niet voortdurend de maat nemen.”

Stola’s in de kleuren van het katholieke liturgische jaar

Zoals veel immigranten nam Nissen dingen uit zijn thuisland mee en introduceerde die in zijn nieuwe woonomgeving. In dit geval de remonstrantse kerk. “Als voorganger daar heb ik veel elementen uit de katholieke liturgie gebruikt. Zo droeg ik stola’s in de kleuren van het katholieke liturgische jaar. Ik heb het leesrooster gevolgd. Geprobeerd rituelen in te voeren, zodat het niet alleen bij woorden bleef, want dat gevaar is er in de remonstrantse liturgie wel. Ook heb ik momenten van stilte ingebouwd. Op deze manier wilde ik de remonstranten wat katholieker maken, maar – eerlijk is eerlijk – ook het katholieke in mijzelf bewaren.”

Maar in tegenstelling tot Nederlandse immigranten in Australië die duizenden kilometers verwijderd zijn van de plek waar hun wieg ooit stond, lag het thuisland van Nissen nog overal om hem heen. Hij liep er de hele tijd tegenop. Of hij nu in zijn geboortedorp in Limburg was of door zijn woonplaats Nijmegen fietste. Hij ging ook nog wel naar katholieke vieringen. “Als ik wist dat de priester er open voor stond, ben ik ook te communie gegaan. Maar als ik daar niet zeker van was, bleef ik zitten. Ik wilde niemand voor het blok zetten. Toch is mij één keer publiekelijk de communie geweigerd. Dat was zeer pijnlijk. Dan zeggen ze toch waar iedereen bij is: ‘Jij hoort er niet meer bij’.”

Nissen ging in deeltijd werken als pastor in Oosterbeek en was een veel gevraagd gastpredikant bij de remonstranten. Toch begon het na een aantal jaren te knagen en kreeg hij last van het gevoel dat veel mensen kennen die lang van huis zijn. Een zeurderig gevoel van gemis in je buik en verlangen naar het bekende. “Mijn ervaring was die van een immigrant die dus vanwege kansen die hij in het nieuwe land ziet verhuist, maar na verloop van tijd merkt dat er zo veel is dat hem met het oude land verbindt, dat hij heimwee krijgt. Heimwee naar een thuisgevoel dat ik bij de remonstranten nooit vond. Ik ben eigenlijk nooit helemaal remonstrants geworden. Het is nooit mijn wereld geworden. Het is altijd blijven voelen als een vreemd pak dat ik aangetrokken heb.”

Altijd katholiek gebleven in zijn hart

Nissen komt geregeld in de benedictijner abdij van Doetinchem en sprak daar met de abt over zijn gevoel van heimwee. Die raadde hem aan contact te zoeken met bisschop Gerard de Korte, de bisschop van ’s-Hertogenbosch. “Hij zag ook wel – net als sommige remonstranten – dat ik in mijn hart altijd katholiek was gebleven.”

Samen met De Korte sprak Nissen een terugkeertraject af. Hij zou zijn remonstrantse preekbeurten keurig afwerken en dan met emeritaat gaan, zodat er geen oecumenische schade zou ontstaan. De paaswake van dit jaar zou volgens beiden een goed moment zijn om zijn terugkeer in de moederkerk te markeren en daarbinnen dan weer het hernieuwen van de doopbeloften. “Even hebben we gedacht om het in de Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch te doen, maar uiteindelijk hebben we het gewoon hier in Nijmegen, in mijn eigen Dominicuskerk, gedaan.”

Daar zat hij op 16 april met een brandende kaars in zijn hand en hoorde hoe de priester de hernieuwing van de doopbeloften voorlas en hijzelf steeds met ‘Ik geloof’ antwoordde. “In de paaswake had ik echt het gevoel dat ik er weer helemaal bij hoorde en wist ik weer waarom ik niet zonder de katholieke liturgie kan. Ook kon ik zonder te prakkiseren te communie.”

Kerkelijk gemengd huwelijk

Toen hij thuiskwam, stak hij samen met zijn vrouw de paaskaars aan waarop een afbeelding staat van de Emmaüsgangers, de twee leerlingen van Jezus die met hem van Jeruzalem naar Emmaüs oplopen, een paar dagen na diens kruisdood. Ze herkennen hem pas als hij het brood breekt. “Mijn vrouw is ook katholiek en actief in haar kerk. We hadden een tijdlang een kerkelijk gemengd huwelijk, maar zijn nu ook in dat opzicht weer samen. De dubbelheid is eraf.”

De reacties op zijn vertrek bij de remonstranten en zijn terugkeer in de moederkerk waren positief. Eén collega-predikant vroeg hem hoe hij kon terugkeren naar een kerk die al eeuwenlang vrouwen en homo’s discrimineert. “Ik heb hem geantwoord: ‘Als iedereen die daar iets aan zou willen veranderen wegloopt, verandert er nooit iets’.”

Toch zijn er – ook onder paus Franciscus – geen grote institutionele veranderingen doorgevoerd in de katholieke kerk. In die zin ligt die kerk er nog hetzelfde bij als in 2010, het jaar van Nissens vertrek. “Ik kon nu weer terug omdat ik met veel grotere mildheid, en dat heeft ook met mijn vak kerkgeschiedenis te maken, naar de kerk kijk. Veranderingen gaan nu eenmaal niet snel. Natuurlijk blijf ik heel erg voorstander van vernieuwingen, maar ik zie tegelijk ook het verstandige van deze paus dat hij die zoekt langs de weg van geleidelijkheid.”

Gebed om mildheid

Mensen vragen hem nog weleens: ‘Ben je dan niet meer vrijzinnig?’ Dat is hij nog wel, antwoordt hij dan. “Maar niet, zoals het in Nederland vaak wordt opgevat, als oppositie tegen alles wat orthodox is. Het tegenovergestelde van orthodox is heterodox en dat ben ik niet. Vrijzinnig zie ik als mild, verdraagzaam. Ik ben niet onkritisch geworden, maar wat ik kwijt ben, is een bepaalde vechtersmentaliteit. Daar heeft de onlangs samen met Titus Brandsma heilig verklaarde Charles de Foucauld mij bij geholpen. In een brief vraagt hij God hem te bevrijden van zijn vechtersmentaliteit. Die passage las ik als een gebed om mildheid.”

Zondagochtend, op de zondag van Pinksteren, gaat hij naar de viering in zijn eigen kerk. “Voor mij is Pinksteren nu in het bijzonder het feest van de milde terugkeer in een kerk van mildheid. Die mildheid is namelijk bij uitstek een gave van de Heilige Geest. Ik ben altijd erg geraakt geweest door de middeleeuwse gregoriaanse sequentie voor Pinksteren, Veni Sancte Spiritus. Daar komen zinnen in voor als: Maak soepel wat stroef is, verwarm wat kil is. Dat is precies mijn ideaal voor de katholieke kerk, en het drukt tegelijk uit wat in de afgelopen tijd met mijzelf is gebeurd. Een verkorte vorm van die sequentie is het mooie lied van Huub Oosterhuis: Wek mijn zachtheid weer, geef mij terug de ogen van een kind. Dat geldt nu ook voor mij. Meer dan ooit.”

Lees ook:

‘Laat los, dan zal je losgelaten worden – dat heb ik in deze coronacrisis geleerd’

In tijden van corona vertellen meer en minder bekende Nederlanders over hun persoonlijke leefregel of een inspirerende zin. Vandaag: hoogleraar oecumenica en remonstrants predikant Peter Nissen

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden