InterviewPriester Alexander Faludy
Paus Franciscus bezoekt Hongarije, en daar zijn gemengde gevoelens over
Paus Franciscus begint morgen zijn vierdaagse bezoek aan Hongarije. De Brits-Hongaarse priester Alexander Faludy heeft er gemengde gevoelens bij.
Het is de 41ste buitenlandse reis die paus Franciscus maakt. En zijn tweede met als bestemming Hongarije; in 2021 deed hij het land ook al aan.
“Dat is niet zo bijzonder als het misschien lijkt”, zegt Alexander Faludy. Hij is anglicaans priester met een Brits en een Hongaars paspoort. “Het vorige pausbezoek was een tussenstop van een halve dag. Franciscus beloofde toen dat hij snel terug zou komen voor een echt bezoek. Als herder komt hij zijn gelovigen ondersteunen. Hij had al katholieken in naburige landen opgezocht en wilde niet dat de Hongaren zich verwaarloosd voelen.”
Toch is er kritiek op zijn reis, zegt Faludy, die zelf een criticus is van de Hongaarse premier Orbán. De keus van de paus voor Hongarije is ‘opmerkelijk’, zo niet ‘ongelukkig’. Sinds de Russische invasie in Oekraïne op 24 februari 2022, is dit zijn eerste bezoek aan een land dat grenst aan Oekraïne. En uitgerekend Hongarije ‘heeft een gespannen relatie met Kiev en een nauwe band met Moskou’.
Wat zegt dat over de rol die de paus wil spelen in het conflict tussen Rusland en Oekraïne? Wil hij vredestichter zijn?
“Dat zou hij wel willen, maar welke rol kan het Vaticaan spelen? Franciscus heeft nog altijd geen afstand genomen van het idee dat de vrede onmiddellijk zou moeten ingaan. Ik vind zijn ‘minister van buitenlandse zaken’, kardinaal Gallagher, realistischer. Die legt meer de nadruk op het recht van Oekraïne om zich te verdedigen.”
Hongarije staat binnen Europa bekend om zijn afwerende houding jegens vluchtelingen. De paus wil hen tijdens zijn bezoek juist opzoeken. Heeft dat politieke betekenis?
“Het behoort tot Franciscus’ vaste repertoire, zoals hij ook armen bezoekt. Waarschijnlijk zou het een tijd geleden wel een politiek signaal zijn geweest, maar Hongarije profileert zich nu minder als land dat geen vluchtelingen toelaat. Bovendien uit de Hongaarse regering zich bezorgd over de vervolging van christelijke minderheden in het Midden-Oosten en is ze bereid leden daarvan via een apart programma ook op te nemen.”
Premier Orbán wordt niet moe zijn land als ‘christelijk’ te omschrijven. Toch vindt hij de paus daarin niet aan zijn zijde. Waarom niet?
“Omdat de paus en de premier verschillen in hun ideeën over het christendom in de publieke sfeer.” Faludy zoekt de oorzaak van die verschillen in de achtergronden van de twee mannen: de paus is katholiek, de premier is een calvinist. “Orbán is sterk beïnvloed door zijn vriend Zoltán Balog, de huidige voorzitter van de protestantse kerk van Hongarije, die daarvoor minister in zijn kabinet was.”
“De Hongaarse grondwet, opgesteld door Orbáns Fideszpartij, onderstreept ‘het belang van het christendom voor het in standhouden van de natie’, terwijl het fenomeen ‘natie’ in het katholieke denken over politiek helemaal niet voorkomt. Nog een verschil: de paus praat graag over solidariteit met de armen, dat hoort bij de sociale leer van zijn kerk. Orbán daarentegen benadrukt dat de maatschappij draait op hardwerkende mensen. Je kunt als arme geen beroep doen op steun, die moet je verdienen.”
Lees ook:
De Europese christendemocraten schorsen de partij van Orbán op de mildst mogelijke manier
De partij van de Hongaarse premier Orbán is voorlopig buiten de Europese club van christendemocraten gezet. Maar in het Europarlement blijft de EVP-groep bij elkaar.