Filosofisch Elftal

'Ouders, een kind heeft niets aan uw rode lopertje'

Kinderen vermaken zich op trampolines aan het strand van Scheveningen. Beeld ANP
Kinderen vermaken zich op trampolines aan het strand van Scheveningen.Beeld ANP

Hoe breng je een kind morele waarden bij? Filosofen Désanne van Brederode en Paul van Tongeren zijn het erover eens dat onderwijs niet zaligmakend is, voorbeeldgedrag wel.

Alexandra van Ditmars

Als we van #MeToo iets hebben geleerd, is het dat macht corrumpeert. In haar Socrateslezing voor het Humanistisch Verbond brak filosoof Stine Jensen onlangs een lans voor een machtsconcept waarin voortdurend wordt geoefend op waarden als integriteit en empathie. Met het bijbrengen van dergelijke morele waarden moet je jong beginnen. Maar hoe leer je kinderen die aan?

Désanne van Brederode, schrijver en filosoof: "Tegenwoordig zijn er voorstellen om kinderen zulke waarden in de klas bij te brengen, tijdens filosofieles op de basisschool of groepsgesprekken over inlevingsvermogen. Hartstikke mooie ideeën, maar daarmee wordt een kind niet moreel gevormd. Stel je voor dat een kind na een les empathie thuiskomt en zijn ouders hoort praten over gedoe met de buurman. Zijn vader of moeder zegt: De buurman moet niet zo zeuren en me nemen zoals ik ben. Dan kun je dat huiswerk over empathie wel in de prullenbak gooien. Voor het bijbrengen van morele waarden geldt: niet erover praten, maar doen."

Paul van Tongeren, emeritus-hoogleraar ethiek in Nijmegen en Leuven: "Aristoteles stelt aan het begin van zijn 'Ethica' dat je als een goed gevormd mens moet zijn om zinvol ethiek te kunnen beoefenen. Het is dus niet zo dat je door ethiek een goed mens wordt. Alleen mensen die al goed gevormd zijn, kunnen zinvol nadenken over wat goed leven is.

"Dat geldt ook voor het bijbrengen van waarden aan kinderen. Filosofieles is inderdaad niet de methode voor morele vorming; dat wordt pas daarna interessant. Het gaat om alle plekken waar een kind gevormd wordt: behalve op school is dat thuis, in de vriendengroep, op de sportclub. Hoe een ouder of leraar reageert op een kind is veel bepalender dan een les over morele waarden. Dat gedrag ziet het kind als vanzelfsprekend. Op basis daarvan ontwikkelt hij of zij een patroon van overtuigingen over hoe iemand zich behoort te gedragen."

Van Brederode: "Het valt mij op dat ouders hun kinderen vaak te leuk vinden. Dat vind ik kwalijk vormend gedrag. Sommige ouders rollen continu een rood lopertje uit voor hun kind. Als hun kind verdrietig is omdat het niet is uitgenodigd voor een partijtje, willen ze hun kind enkel troosten en helpen. Terwijl in tegenslagen juist de mogelijkheid ligt om kinderen begrip bij te brengen voor anderen. Dat andere mensen ook soms verdrietig zijn omdat ze ergens niet welkom zijn.

"Gun je kind teleurstellingen. Die leren je kind om te reflecteren, meer begrip op te brengen voor anderen en zorgen dat het van zijn voetstuk valt. Die zaken zijn essentieel voor het omarmen van waarden. Verhalen vertellen kan daar ook goed bij helpen."

Van Tongeren: "Inderdaad, zo leren sprookjes kinderen omgaan met ervaringen van angst en dood."

Van Brederode: "Tot een bepaalde leeftijd is het heel gezond dat een kind enkel van zichzelf uitgaat. Denk aan een tweejarige die stampij maakt omdat het groene sokjes wil dragen in plaats van blauwe. Het gaat het kind niet werkelijk om die sokjes, maar om de ontdekking van een 'ik', een wil en dat er grenzen zijn. Die ontdekkingsfase is belangrijk voor het opbouwen van een stevig ego. Maar vanaf de basisschool moet die blik verruimen."

Van Tongeren: "Ik heb veel trainingen gegeven op het voortgezet onderwijs over morele vorming op school. Het probleem is vaak dat docenten - ongeacht welk vak ze geven - vooral relativistisch zijn als zij over de ethische kanten van een zaak praten. Er is maar één waarde die zij hardop durven uit te spreken: respect. Je moet respect hebben voor mensen die er anders over denken. Docenten spreken dan dus niet over wat zij zelf belangrijk en waardevol vinden, maar enkel over de acceptatie van andere visies. Dat zet kinderen niet aan tot denken over wat zij zelf belangrijk vinden.

"Terwijl je kinderen juist moet aanmoedigen om hun eigen positie in te nemen in de veelheid van meningen en moet laten nadenken over wat het betekent om iets belangrijk te vinden. Dat doe je door te tonen aan welke waarden je zelf hecht. Wij zijn zo doordrongen van het pluralisme, dat wij vergeten ons eigen engagement uit te drukken. We praten liever over de veelheid van waarden, dan dat we voor onze waarden uitkomen.

"Morele vorming vindt juist plaats in contexten waar een bepaalde vanzelfsprekendheid heerst. Bijvoorbeeld in een gezin. Dat gezin weet dat zaken in een ander gezin anders gaan. Maar dat neemt niet weg dat een ouder zegt: wij doen het hier zo."

Van Brederode: "Ik vind het juist belangrijk dat ouders openlijk durven te twijfelen aan zichzelf. Je hoeft geen alwetende ouder te zijn. Als jij tegen een collega iets hebt gezegd wat niet zo handig was, mag een al wat ouder kind best iets van die spijt en ongemakkelijkheid meekrijgen. Zo ziet het dat jij jezelf ook nog altijd corrigeert en opvoedt en beseft hoe moeilijk het is om naar je idealen te leven."

Van Tongeren: "Een ouder mag best onzekerheid uitstralen en zeker zelfkritiek. Zolang hij maar duidelijk maakt dat hij ondanks dit niet-weten de kwestie alsnog even belangrijk vindt. Wie waarden wil overbrengen, moet in de eerste plaats zelf van waarden overtuigd zijn."

In het Filosofisch Elftal legt Trouw een actuele vraag voor aan twee filosofen uit een poule van elf. Lees hier eerdere afleveringen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden