Requiem

Op de afscheidsmis van Huub Oosterhuis klinkt alom zijn credo: wees goed voor de ander

De kist met Huub Oosterhuis wordt na de afscheidsdienst in besloten kring de Amsterdamse Westerkerk uit gedragen. Een boot bracht hem naar de begraafplaats. Beeld Olaf Kraak ANP
De kist met Huub Oosterhuis wordt na de afscheidsdienst in besloten kring de Amsterdamse Westerkerk uit gedragen. Een boot bracht hem naar de begraafplaats.Beeld Olaf Kraak ANP

In een bomvolle Amsterdamse Westerkerk namen honderden mensen afscheid van Huub Oosterhuis. Een requiem voor de bekende dichter en ex-priester. ‘Je voelt de eenheid, de verbinding waar hij zo voor stond.’

Marije van Beek

Een vrouw in helgroene jas maakt zich los van de dagjesmensen die over de Prinsengracht wandelen, en stapt de drempel van de Westerkerk over. Ze gaat achter de breekbare klanken van een piano aan die ze naar buiten hoorde komen. Op slag in vervoering lijkt ze, als ze de haag van kistdragers – acht mannen in zwart pak – straal negeert die al in de hal staan opgesteld om Huub Oosterhuis over een paar minuten de kerk in te dragen.

Het kost de begrafenisondernemer enige moeite de vrouw uit te leggen dat de kerk vandaag niet open is voor bezoekers. “Wat is dat voor muziek?”, roept ze nog vanaf de straat, gegrepen door de voor haar onbekende melodie.

De Westerkerk zit vol met mensen die ook gegrepen zijn door zijn liederen, maar ze heel goed kennen, bijvoorbeeld omdat ze ze wekelijks in de kerk zingen. Geliefden en bekenden van Huub Oosterhuis, die nog één keer in de aanwezigheid van de dichter zelf zullen zingen uit zijn werk – in totaal zijn het meer dan 700 liederen die hij heeft geschreven.

Zijn eigen requiem

Het orgel zwelt aan, en dan wordt hij binnengedragen voor zijn eigen requiem. Op de kist een boeket van grote zonnebloemen en blauwe hyacinten. Het koor van de Ekklesia, de gemeenschap die Oosterhuis stichtte, vangt aan met een Latijns gezang, ‘Requiem aeternam dona eis Domine’, ‘Heer, geef hun de eeuwige rust’.

Zijn kleinkinderen worden bij de kist geroepen, en gevraagd om een kaars aan te steken. “Dan pas kunnen we echt beginnen”, zegt Kees Kok, die als theoloog aan de Ekklesia is verbonden en veel van Oosterhuis’ werk in het Duits heeft vertaald. Terwijl de kinderen met de kaarsen bezig zijn, legt hij nog uit: “Ze blijven de hele dienst waken bij opa.”

Er klinkt een lied dat zoon Tjeerd Oosterhuis, componist, op muziek zette. Zijn vrouw Edsilia Rombley zingt het samen met Trijntje Oosterhuis. ‘Klankresten van een onvoltooid verhaal. Steenlettergrepen, sporen in woestijnzand. Lichtwoorden, ooit ontvangen, maar van wie – Hij zal niet slapen, allerzielen hoeder’.

Zus Eugenie Oosterhuis haalt herinneringen op, aan de oorlogstijd waarin ze samen opgroeiden, en aan de tijd dat de rebelse Huub plots besloot om priester te worden. Dat hij toen in zwarte pij gekleed ging, “heel onhandig als je gewend bent om met je handen in je zakken te lopen”.

Aandachtig, oordeelloos en krachtig

Ook de kinderen van de ex-priester komen aan het woord. Trijntje vertelt: “Sterker dan die ene roeping was er die roeping om vader te worden.” Ze hadden een diepe band. “Toen ik geboren werd, kreeg ik mijn vader Huub Oosterhuis zomaar cadeau.” Altijd, ook als beginnend zangeres, heeft ze kunnen steunen op het overweldigende vertrouwen dat ze van haar vader kreeg, zegt ze. “Papa was aanwezig. Aandachtig, oordeelloos en krachtig.”

Ze vat zijn denken samen met een zin die vaker langskomt deze middag: “Heb lief je naaste, die een mens is zoals jij.”

Na afloop staat de 83-jarige Babs Bouwman – zwarte baret, rood sjaaltje – tegen een houten kerkbank aangeleund. Hij praat na met Mieke Damave (81), ze kennen elkaar uit de Ekklesia. Zij heeft drie dagen lang “echt last gehad” van het overlijden van Oosterhuis. “Het gaat heel diep”, zegt Damave. “Je voelde de eenheid, de verbinding waar Huub zo voor was. Ook met de familie zo dicht erbij.”

Het was ook de kwaliteit van de muziek en de teksten waar Bouwman erg van onder de indruk is. “Wij zijn dit gewend in onze kerk, maar toch: dit is de crème de la crème. Zeg maar de periode van 1860-1910 in de schilderkunst: Van Gogh, Renoir, Monet. Maar dan niet in beeld, maar in tekst – absoluut dat niveau.”

De ander

Hij struikelt bijna over zijn woorden als hij de verslaggever het al meermaals genoemde credo nog eens op het hart wil drukken: “De ander behandelen zoals je zelf”. Je kunt dat niet vaak genoeg herhalen, zegt Bouwman. “Want potdomme, dat vergeten we iedere dag.”

Damave knikt instemmend. “Ja, die ander, dáár gaat het om. Of ze nou geel, bruin of zwart zijn.” Ze begint over de partners van Oosterhuis’ kinderen, die Caribische en Surinaamse wortels hebben. Bouwman vraagt zich hardop af of hij dat vroeger wel zo makkelijk geaccepteerd zou hebben voor zijn eigen kinderen. “Ik denk dat Huub die kleur echt niet ziet. Voor hem is een mens een mens.”

Voor hem ook, “natuurlijk”, haast Bouwman zich te zeggen, maar toch valt er voor hem van Oosterhuis wat dit betreft iets te leren. “Ik vind Huub zeker een beter mens dan mezelf.” Grappend: “Een betere filosoof ook. Maar hij hándelde er ook naar.”

Lees ook:

Huub Oosterhuis (1933-2023), invloedrijk vernieuwer én buitenstaander tegen wil en dank

Theoloog, dichter en dissident Huub Oosterhuis (1933-2023) was een onvermoeibare vernieuwer van de liturgie. Hij kleurde de culturele kaart van zijn geboortestad Amsterdam en ontwikkelde een geloofstaal die velen wist te raken. Op zondag 9 april is hij overleden.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden