Onzinnige ideeën moet je durven minachten
Bang om een bevolkingsgroep te kwetsen? Pas daarmee op, zegt de Zwitserse filosoof en psychoanalyticus Carlo Strenger. 'Politiek correct denken is uitgelopen op een catastrofe.'
Hij schreef het boek na de aanslag in Parijs op de redactie van het satirisch weekblad Charlie Hebdo. Dat is alweer bijna drie jaar geleden. Maar voor de Nederlandse vertaling van zijn boek, getiteld 'Beschaafde minachting', had Carlo Strenger geen beter jaar kunnen kiezen dan 2017, waarin Nederlanders zich bewuster werden dat ze medeburgers zouden kunnen kwetsen: vrouwen, moslims, voor- én tegenstanders van Zwarte Piet, transgenders, het electoraat van Geert Wilders.
Je zou dat vooruitgang kunnen noemen, maar volgens de Zwitsers-Israëlische denker (Bazel, 1958), is het een gevaarlijke tendens. In een democratie moet je het recht hebben de draak te steken met domheid. Onzinnige ideeën móet je durven minachten. En grappen over jouw religie, of jouw uiterlijk moet je kunnen verdragen. "Als iemand beledigende dingen zegt over kale mensen, sla ik ze ook niet op hun neus."
Aan zelfspot ontbreekt het deze stevige, allesbehalve deftige vijftiger niet. Je zou bijna vergeten dat hij invloedrijke sociaal-psychologische boeken schreef als 'De angst voor betekenisloosheid', dat hij verbonden is aan gerenommeerde instituties als de Weense Sigmund Freud Foundation en dat hij ook nog eens columns schrijft, onder meer voor de linkse Israëlische krant Haaretz.
Naar Israël emigreerde hij op zijn 29ste. Als puber brak hij met het orthodoxe-joodse geloof van zijn ouders. Als overtuigd liberaal botst hij regelmatig met orthodoxe gelovigen. Strenger is een voorstander van een seculiere staat. Misschien dat de fatwa tegen de Britse schrijver Salman Rushdie, en de reacties daarop, daarom zo hard aankwamen. Alsof het niet verschrikkelijk genoeg was dat een Iraanse geestelijke in 1989 moslims opriep Rushdie te doden omdat hij een blasfemisch boek geschreven had, gebeurde er iets dat Strenger nog erger vond. Sommige schrijvers, onder wie John le Carré, vergoelijkten de fatwa, omdat "niemand van God het recht had gekregen een geweldige wereldreligie te beledigen".
Zo'n houding is 'catastrofaal', vindt Strenger. Schrijvers zouden uit alle macht moeten opkomen voor hun recht anderen te beledigen.
U hebt gelijk: columnisten, kunstenaars, humoristen, moeten kunnen kwetsen. De Duitse Jan Böhmermann werd gelukkig niet veroordeeld nadat hij Erdogan had beledigd. Wilt u met uw boek een lans breken voor de humor als vrijplaats van kritiek?
"Inderdaad is het absoluut noodzakelijk dat humoristen worden verdedigd. Maar het gaat niet alleen om het verdragen van humor. Een progressieve samenleving zou burgers moeten trainen zich beledigd te voelen zónder daarop met agressie te reageren. Dát vermogen kalft af. Nederlanders hebben zo'n lange liberale traditie, jullie vergeten misschien hoe bijzonder het is dat de wet jullie beschermt. Maar dat is lang niet overal het geval. In 2015 werd een Thaise man tot twee jaar veroordeeld omdat hij op internet de hond van de koning had beledigd."
De hónd?
"Ja, zoek maar op! Je lacht, maar in een Thaise gevangenis zitten is niet het grappigste op aarde. En zoiets gebeurt niet alleen in islamitische landen, en ook niet alleen in 'barbaarse' landen buiten Europa. Duitsland was zo'n beschaafd land, in de jaren twintig. Het had meer Nobelprijswinnaars dan welk ander land ook. Elke Harvard-student droomde ervan te studeren in Göttingen, Tübingen, Berlijn, Jena, enzovoorts, enzovoorts. Maar die cultuur van intellectuele vrijheid was binnen drie jaar verwoest!"
Hoe komt u nu op het Duitsland van de jaren dertig? Heeft dat te maken met uw Joodse achtergrond? Raakt het debat over vrije meningsuiting u persoonlijk?
"Ik heb nog nooit iets geschreven dat me niet persoonlijk raakt. En inderdaad, ik besef hoe belangrijk het is om wat Hannah Arendt noemt 'het recht te hebben om rechten te hebben'. Van mijn moeders familie, die uit Wenen kwam, zijn de meesten vermoord: van zes kinderen overleefden alleen zij en haar zusje. Familieleden van mijn vader mochten Zwitserland niet binnen en kwamen om in een concentratiekamp. Dus het gaat me niet alleen om elitaire academici die beschermd willen worden. Het gaat me om fundamentele rechten voor iedereen."
Vandaar uw minachting voor anti-immigratiepolitiek. Maar is minachting wel het beste antwoord op populisten? Burgers die zich geminacht voelen, vluchten toch juist naar populistische partijen? Naar politici die niet op hen neerkijken?
"Dat is een heel belangrijk punt. Ik geloof niet dat je mensen moet minachten die zich al vernederd voelen en die het aan vaardigheid ontbreekt terug te slaan. Wie ik wél uit het diepst van mijn hart minacht, zijn figuren die zulke kwetsbaarheid aanvoelen en uitbuiten. Politici als Boris Johnson en Nigel Farage bijvoorbeeld. Ze beloofden Engelsen dat ze het geld van de Brexit in de zorg zouden stoppen. Maar toen het zover was, gaven ze niet thuis. Dat je mensen zo manipuleert!
"Politici zouden factcheckers moeten hebben die zeggen: dat mag je echt niet beweren. En dan nog een voorbeeld uit mijn eigen geboorteland Zwitserland. Daar werd in 2009 een referendum gehouden over de vraag of er minaretten bijgebouwd mochten worden. De posters van de rechts-extremisten lieten een héél klein Zwitserland zien dat werd omgeven door minaretten als enórme intercontinentale raketten. Weet je hoeveel moskeeën Zwitserland heeft? Drie! Geen enkele is hoger dan zes meter!" Zucht. "Dát is mijn diepe zorg: dat burgers in het Westen de competentie missen om te aanvaarden wat de feiten zijn."
Veel mensen geven Facebook en Twitter de schuld: daar kun je anoniem beweren wat je wilt. Maar u legt de oorzaak van feitenvrije meningen bij politiek-correct denken. Kunt u dat uitleggen?
"Dan moeten we een historisch uitstapje maken. In de negentiende eeuw stond het kolonialisme nog recht overeind. Rudyard Kipling sprak over the white mans burden: de witte mens had de plicht barbaren te beschaven. Totdat de grote slachtpartijen zich naar Europa verplaatsten: toen bleken Europeanen zelf barbaars. Dus toen de intellectuele elite in 1945 terugkeek op twee wereldoorlogen, concludeerde ze dat er maar één optie overbleef: deze cultuur verwerpen en wachten op de socialistische revolutie. Misschien herinner je je de uitspraak van Sartre: "Als een zwarte een witte doodt, heeft hij twee dingen goed gedaan. Ten eerste heeft hij een wit mens gedood en ten tweede een onderdrukker". Uiteindelijk bleek nóch de Sovjet-Unie, noch Mao's China zo ideaal. Maar vanuit welk systeem je dan kritiek moest leveren, wist niemand. Zo stevenden we af op de catastrofe van het postmodernisme: een hele generatie studenten vond het Westen niet meer het verdedigen waard."
Je kunt toch ook kritisch zijn omdát je van je land of cultuur houdt? Waarom zou je geen patriot kunnen zijn als je de wandaden van je eigen continent onderkent?
"Zelf ben ik er absoluut tégen om de misdaden van het Westen weg te stoppen. Maar laten we niet vergeten dat álle volkeren pakten wat ze te pakken konden krijgen - de Moghuls slachtten meer volkeren af dan wie dan ook. Het idee dat iedereen het Westen mag beledigen, maar dat het Westen nooit iemand terug mag beledigen, vind ik gevaarlijk".
Waar ziet u dan die angst om te beledigen dan terug?
"In de Verenigde Staten heb je die idiote regel dat er in universiteiten zogenaamde 'veilige plekken' zijn, waar niemand iets kan horen dat hem of haar kan beledigen. En dat schept het tegendeel van wat de vrije, democratische samenleving zou moeten zijn. Een plek waar alles bediscussieerd kan worden zonder geweld - maar met alle intellectuele en morele kracht die we hebben."
Maar verlichting betekent toch ook dat autoriteit niet vanzelf spreekt, dat de grote verhalen minder neutraal zijn dan we altijd dachten, alleen al omdat minderheden daarin meestal geen plaats kregen? Is politiek correct denken niet een manier om minderheden, zoals vrouwen, erbij te betrekken?
"Op zich is het politiek correct denken goed bedoeld: je laat stemmen horen die niet eerder gehoord werden. Toch is het uitgelopen op een catastrofe. Want in de jaren tachtig gingen rechtspopulisten ermee aan de haal. Opeens kon niemand hen nog met de feiten confronteren: alles was tenslotte een kwestie van perspectief. Natuurlijk is wetenschap geen heilige graal, het is een zichzelf corrigerend mechanisme, dat zich vanaf de 17de eeuw voortdurend heeft ontwikkeld. Maar op de resultaten mogen we nog altijd heel trots zijn - een alternatief is niet in zicht. De reden dat ik er zo fel op ben, is dat je in het openbaar tegenwoordig alle mogelijke onzin kunt beweren zonder daar enige verantwoordelijkheid voor te nemen."
Ik heb toch de indruk dat links regelmatig met grafieken en feiten schermt om populisten tegen te spreken.
"Maar intussen zijn Wilders en co er wel in geslaagd de islamofobie enorm op te pompen. Dat duidt op een slechte verdediging van links. Inderdaad: de vraag of de islam samengaat met westerse cultuur is een hele, hele gecompliceerde. Maar het idee dat je die vraag niet eens mag stellen verwerp ik totaal! Het is een empirische vraag! En als het gaat om empirische vragen, is politiek correcte censuur een catastrofe. Want dan kun je ook geen kritische vragen stellen aan mensen als Wilders en Trump en Marine Le Pen.
"We moeten naar een cultuur waarin we neerkijken op iedereen die bewust een loopje met de feiten neemt. Vandaar de term 'beschaafde minachting'. Ik zoek een taal waarin we assertiever en agressiever zijn in het terugdringen van een cultuur die het alleen nog maar gaat om het manipuleren van emotie."
Carlo Strenger, Beschaafde minachting. Handleiding voor het verdedigen van onze vrijheid., Klement; 119 blz. € 16,99