Religie
Ontkerkelijking gaat het hardst bij katholieken
Bijna zes op de tien Nederlanders rekent zich niet tot een kerkgenootschap of levensbeschouwelijke groepering. De ontkerkelijking gaat het hardst bij katholieken.
Het aantal Nederlanders dat zich rekent tot een religie of een levensbeschouwing is gedaald tot 42 procent. De ontkerkelijking is onder katholieken veel sterker dan onder protestanten. De groep moslims blijft stabiel.
Tot deze conclusies komt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in een onderzoek dat donderdag wordt gepubliceerd. Uit de cijfers over 2021 blijkt dat de secularisering alleen maar verder doorzet. In 2010 waren de religieuzen met 55 procent nog in de meerderheid, in 2017 lag het omslagpunt: toen afficheerde voor het eerst 50,7 procent zich als niet-religieus.
Nu behoort ‘bijna zes op de tien Nederlanders niet tot een religieuze groep’, zoals het CBS zelf het percentage van 42 procent vertaalt.
Opvallend is dat de afname onder katholieken veel sneller gaat dan onder protestanten. In 2010 gaf 18 procent van de bevolking aan bij een protestantse kerk te horen, vorig jaar was dat gedaald tot 14 procent. Bij katholieken gaat het om 27 procent in 2010, en 18 procent vorig jaar, een afname van 9 procentpunt.
Zwaar weer
Peter Nissen, emeritus-hoogleraar oecumenica aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, verbazen de cijfers niet. Ze passen bij het beeld van eerdere rapporten, waaruit bleek dat de katholieke kerk in Nederland in zwaar weer zit. Door corona is die negatieve spiraal versterkt, zegt Nissen. Vooral ouderen komen niet meer naar de mis. En 75-plussers zijn in de katholieke kerk nog sterker vertegenwoordigd dan bij protestanten.
Daar komen voor Nissen nog twee verklaringen bij. De katholieke kerk is in het zuiden van Nederland altijd de volkskerk geweest en dat is nu een nadeel: “Zoals het vroeger vanzelfsprekend was om bij de kerk te horen, zo vanzelfsprekend is het nu om daar níet toe te behoren.”
Nissen vermoedt daarnaast dat het misbruikschandaal reden is voor mensen om de kerk te verlaten. Hij leidt dat ook af uit recent Duits onderzoek. Daaruit blijkt dat een op de vier katholieken overweegt de kerk vaarwel te zeggen. Van hen geeft de overgrote meerderheid, 80 procent, aan het vertrouwen in het instituut te hebben verloren.
Ook het verschil tussen de kerkelijke top en kerkgangers over kwesties als de vrouw in het ambt, euthanasie en dergelijke kan een rol spelen, zegt de hoogleraar, die zelf weer teruggekeerd is naar de katholieke kerk na twaalf jaar actief te zijn geweest in bij de protestantse remonstranten.
Jonge moslims
Ook de grootste protestantse kerk, de PKN, verliest in rap tempo leden. Zij had vorig jaar november nog ruim anderhalf miljoen leden, een jaar later zijn dat er om precies te zijn 1.485.219, een verlies van 46.000 leden.
Voor alle protestantse kerken samen noemt het CBS de afname toch beperkt, vergeleken met katholieken. Protestanten zijn gemiddeld jonger, geeft hoofdsocioloog Tanja Traag aan. “En het lukt hen kennelijk beter het geloof over te dragen.”
De islam blijft met circa 5 procent van de bevolking behoorlijk stabiel. Vergeleken met andere religies is de groep oudere moslims klein, en de jonge juist groot. Of dat betekent dat de islam in Nederland gaat groeien, daar kan socioloog Traag ‘geen zinnig woord over zeggen.’
Andere religies dan christendom en islam groeien licht, van 5 procent in 2010 naar ruim 6 vorig jaar. Die gezindtes zijn volgens Traag niet uitgesplitst omdat ze te klein zijn om betrouwbare uitspraken over te doen.
Lees ook:
Peter Nissen is nog altijd vrijzinnig, maar is de vechtersmentaliteit kwijt
Theoloog en kerkhistoricus Peter Nissen keerde twaalf jaar geleden de katholieke kerk de rug toe vanwege het uitblijven van vernieuwingen. Hij kreeg heimwee en kwam met Pasen terug in de moederkerk. Wat is er veranderd?
‘Grote zorgen’ om terugloop bezoek bij katholieke kerk sinds lockdowns
Het aantal kerkgangers, vrijwilligers en koorleden in de Nederlandse katholieke kerk is tijdens corona sterk teruggelopen.Het lijkt erop dat het grootste deel van de afgehaakte gelovigen niet meer terugkomt.
Religieuze Nederlanders zijn nu in de minderheid
Voor het eerst noemt meer dan de helft van de Nederlanders zichzelf in onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek niet-religieus. Net iets minder dan vijftig procent rekent zichzelf tot een religieuze of levensbeschouwelijke groepering, zo schrijft het CBS in een studie die het vandaag publiceert.