NaschriftNico de Boer

Nico de Boer (1955-2019), een woordkunstenaar met een visie op zorg en welzijn

Nico de Boer in 1987 Beeld Privébezit
Nico de Boer in 1987Beeld Privébezit

Nico de Boer wilde eigenlijk arts worden maar koos, toen dat niet lukte, voor de maatschappelijke kant van de zorg. En daarin was hij een creatieve innovator.

Co Welgraven

Nadat de klas de opdracht had gekregen een huis te tekenen, pakte de zevenjarige Nico zijn potlood en zette tot verbazing van de juf een hek op papier. Een hek? Dat was toch heel iets anders? Maar voor Nico was het logisch dat je eerst de plek afpaalde waar een gebouw zou komen te staan, je kon toch niet plompverloren met een huis beginnen? Vrienden en collega's, die jaren later dit verhaal hoorden, herkenden er Nico de Boer helemaal in: hij was eigenzinnig, ging altijd buitengewoon systematisch te werk en vond dat je de dingen vooral in samenhang moest zien.

Zijn lagere school, waar hij in bijna alle vakken uitblonk, stond in Bovenkarspel, een katholieke enclave in een protestantse omgeving in West-Friesland. Nico groeide ook op in een katholiek gezin, al had zijn moeder wel wat gereformeerde trekken: veel strenger en serieuzer dan zijn vader, ordelijk, en op de centen. Dat moest ook wel want pa, tuinder van beroep, moest hard werken voor weinig geld. Nico, de middelste van drie kinderen, hielp hem op zaterdag en in de vakanties, hij bewaarde daar goede herinneringen aan. Hij kreeg geen loon ('je hebt het hele jaar al kost en inwoning'), maar wel aan het eind van de zomer een nieuw boek van Arendsoog.

In 1971 verhuisde het gezin naar IJmuiden. Pa had het tuindersbedrijf van de hand gedaan omdat er geen opvolger was, had het diploma uitvaartbegeleider behaald en kon aan de slag in Beverwijk. Nico rondde het gymnasium af in Driehuis en hoorde ook daar tot de besten.

Als andragoog kon hij mensen helpen

Hij wilde graag medicijnen studeren maar werd helaas uitgeloot. Hij besloot leerling-verpleegkundige te worden, om toch enigszins in de medische sfeer te blijven. Hoewel hij dat maar een jaar heeft gedaan, stak hij er veel van op. Nico zag hoe belangrijk goede medische én maatschappelijke zorg is voor het welzijn van mensen, zeker voor de minderbedeelden op deze wereld. En hij kon z'n hele leven bij een griepje of ongelukje in huis kordaat optreden.

Hij koos uiteindelijk voor de studie andragogie aan de Universiteit van Amsterdam, in de jaren zeventig een populaire, zelfstandige tak van wetenschap die de vorming en ontwikkeling van volwassenen bestudeerde. Ook zo kon hij mensen helpen, vond Nico. De studie paste precies in die tijd, want het welzijnswerk was sterk in opkomst en andragogie, waarin de emancipatie van burgers voorop stond, gaf daarvoor de theoretische ondergrond.

Nico werd actief in het studentenleven. Hij schopte het tot bestuurslid van de roemruchte studentenvereniging ASVA, gedomineerd door leden van de CPN, de communistische partij van Nederland. Nico deelde veel standpunten van deze partij maar vond haar te gesloten en te dwingend. Wel bracht hij het dagblad De Waarheid rond.

Een prima pen

In die linkse kring, maar ook daarbuiten, zocht Nico zijn vrienden en vriendinnen - hij voelde zich nogal verloren in de hoofdstad. Eind jaren zeventig liep hij Corrie tegen het lijf. Ze vielen voor elkaar, gingen al snel samenwonen en voedden twee kinderen op. Hij genoot van de warmte van het gezinsleven. Maar na verloop van tijd gingen ze weer uit elkaar - Nico bleef co-ouder.

Nadat hij was afgestudeerd, belandde hij in de journalistiek. Hij kwam te werken bij het welzijnsblad Marge. Nico bleek over een prima pen te beschikken, was in staat taaie onderwerpen in heldere taal te belichten, en ontpopte zich als een perfecte eindredacteur. Hij kon een artikel drastisch inkorten zonder dat de auteur doorhad wat er nou eigenlijk geschrapt was.

In de jaren zeventig groeiden de bomen in welzijnsland tot in de hemel, maar in het decennium erna kwam de omslag. De kabinetten-Lubbers zetten het mes in allerlei subsidies. De diverse welzijnsbladen zagen hun oplage dalen en gingen over tot samenwerking en zelfs fusie. Uiteindelijk werd Nico eind jaren tachtig hoofdredacteur van het Welzijnsweekblad.

Woorden tellen

Dat was geen gelukkige stap. Nico ergerde zich aan redacteuren en medewerkers die de kantjes ervan afliepen of op het laatste moment een verhaal afzegden. Hij turfde hoeveel ze aan een nummer bijdroegen. Toen hij de redactie met de uitkomsten confronteerde, was de boot aan - woorden tellen, daar houden journalisten niet van. Nico stapte op.

Hij ging als freelancer aan de slag. Hij had een gigantisch netwerk opgebouwd, aan opdrachten geen gebrek. Gemeenten en provincies en allerlei instellingen klopten bij hem aan en Nico bediende ze met artikelen van hoge kwaliteit. Hij had een enorme productie, ging geordend en gedisciplineerd te werk.

Hij noemde zich 'beleidschrijver'; Nico ging zich namelijk steeds meer inhoudelijk met de materie bemoeien. Hij had uitgesproken opvattingen over zorg en welzijnswerk: wat ze zouden moeten inhouden, voor wie ze bestemd zijn en hoe ze georganiseerd zouden moeten worden. Hij schreef er boeken over, ook samen met vriend en oud-collega Jos van der Lans, en bedacht de term burgerkracht.

Burgerkracht

Dat is een perfect begrip waar alles inzit. Simpel gezegd kwam Nico's visie er op neer dat we bij zorg en welzijn niet alles moeten verwachten van de overheid, want dat levert vooral bureaucratie op, maar ook niet alles van de werking van de markt, want dan zijn de zwakkeren de dupe. We moeten profiteren van de energie die in de samenleving zit, mensen moeten zoveel mogelijk hun eigen leven inrichten en elkaar helpen bij ziekte en tegenslag. Saamhorigheid, solidariteit, burgerkracht, dat waren de trefwoorden.

In dat rijtje hoorde ook de inmiddels gevleugelde term participatiesamenleving die koning Willem-Alexander op Prinsjesdag 2013 op last van het tweede kabinet-Rutte in de mond nam. De denkkracht van Nico was tot politiek Den Haag doorgedrongen. Hij ging ook de boer op met zijn ideeën, hield lezingen en hielp bij initiatieven om die burgerkracht concreet gestalte te geven.

Met uitzondering van een periode in de jaren negentig, toen hij Haarlemmer was, woonde Nico vanaf zijn studententijd in Amsterdam. Toch was hij geen stadsmens. Een kleine kwarteeuw geleden kocht hij een vakantiehuisje in de bossen van Ermelo. Daar kwam hij graag in de weekenden om uit te rusten, te wandelen, naar sterren te kijken, naar muziek te luisteren en boeken te lezen; hij heeft er duizenden verslonden en honderden gerecenseerd voor vakbladen.

Boosheid had geen zin

In 2000 ontmoette hij Mary Ann. De eerste keer klikte het nog niet, de tweede keer des te meer. In 2003 trouwden ze, in Australië, waar Mary Ann, Nederlandse emigrantendochter, was opgegroeid. Naast haar werk als psychotherapeut volgde zij een opleiding in de beeldende kunst en daar ging Nico erg in mee. Hij vond het leuk over kunst na te denken te praten. Omgekeerd viel zij voor zijn gedrevenheid en humor; hij was een woordkunstenaar die geweldig gevat kon zijn. Ze deelden het huishouden, keken 's avonds naar Netflix-series en toen ze wat ouder werden, kwamen de drie kleinkinderen van wie ze genoten.

Begin 2017 boekten ze een stedentrip naar Bilbao. Vlak voor vertrek ging Nico nog even naar de huisarts, hij had last van spiersamentrekkingen. Hij werd meteen doorgestuurd naar de neuroloog die binnen een week de diagnose ALS stelde. Het was een mokerslag. Mary Ann en Nico besloten toch naar Bilbao te gaan en werden in het Guggenheim-museum daar overdonderd door een werk van de Amerikaanse kunstschilder Clyfford Still waarin ze de dood gesymboliseerd zagen; ze lieten hun tranen de vrije loop.

Ook in de tijd daarna was er ruimte voor verdriet en rouw over het onvermijdelijke einde. Boosheid had geen zin, vond Nico, een overtuigd atheïst, hij probeerde rationeel met zijn emoties om te gaan en stelde zichzelf de vraag: goed sterven, hoe doe je dat? Hij verdiepte zich in de geschiedenis van het heelal en vond troost in de gedachte dat de mens maar een miniem schakeltje is in al die miljarden jaren en dat de wereld na de dood gewoon doorgaat.

In de laatste maanden schreef hij voor intimi een canon over zijn leven. En in een indrukwekkende brief aan de huisarts liet hij begin oktober weten dat dat leven voor hem niet meer draaglijk was.

Nico de Boer werd geboren op 22 maart 1955 in Bovenkarspel; hij stierf op 10 oktober 2019 in Amsterdam.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden