Filosofie
Montaigne’s essayeren lijkt op het strekken van je lichaam
Voor Michel de Montaigne was niet-weten geen eindpunt maar een start. Het activeerde hem tot vragen, zoals over het bestaan van hekserij: ‘Je slaat je vermoedens wel erg hoog aan als je op grond daarvan een mens levend laat verbranden.’
Hartje zomer, nog vroeg in de ochtend. Ik ren door de nieuwbouwwijk, langs auto’s die in de voortuin geparkeerd staan, sommige met een snoer verbonden aan het huis, langs een huis waar dag en nacht een omgekeerde vlag hangt.
Ik ren naar het nabijgelegen stadsmeer.
Alles is radeloos stil.
In andere zomers sloffen pensionado’s uit de naastgelegen flat ’s ochtends in hun badjas naar het water. Jas op het bankje, slippers uit en al keuvelend plonzen ze in het meer. Als ik voorbij hijg, zie ik hun rondingen glanzen in het water.
Dikke groene slierten
Dit jaar zwemt niemand in het meer. Dikke groene slierten drijven op het water. Deze flos aquae lijkt op gras, maar is een soort blauwalg, gevormd door giftige cyanobacteriën die je behoorlijk ziek kunnen maken.
Op deze dag, die superheet gaat eindigen, waar je geen insecten meer hoort zoemen, dringt de klimaatellende tot al mijn poriën door. De natuur keert zich tegen ons.
Mijn hoofd verlaat mijn lichaam, stijgt omhoog en kijkt op de aarde neer. Dertig miljoen Pakistanen zagen hun huis wegspoelen, schoon drinkwater wordt overal schaarser. Ik zie Franse boeren op hun land, trillend door de ziekte van Parkinson veroorzaakt door onkruidbestrijdingsmiddel Roundup. Recht onder me lopen de bewoners van IJmuiden met een vergrote kans op Tata-Steel-kanker.
Klimaatwanhoop
Tegelijk kom ik schaamte tekort. Mijn eigen klimaatwanhoop is futiel, vergeleken bij de orkanen, aardverschuivingen en overstromingen die elders in de wereld al plaatsvinden. Jezelf onderaan de ladder van het leed plaatsen, dat bestrijdt de wanhoop niet.
Zo beperkt en klein als de gedachten van dit bevoorrechte, nu even hardlopende, individu zijn, zo groots, onvoorspelbaar en onoverzichtelijk is de wereld. Diezelfde soort tegenstelling zie ik terug in de Essays van Michel de Montaigne. Ook hij moest omgaan met wat ‘de Fortuin’, ofwel het lot, hem bracht aan pijn, wanhoop en onmacht in een wereld die hij niet kon overzien.
Hoewel de knisperende vertaling van Hans van Pinxteren je ertoe verleidt, moet je zijn werken niet citeren als onbetwijfelbare wijsheden. Juist niet! Montaigne presenteert zichzelf als ook maar een mens, waardoor ik, ook maar een mens, mijn eigen reacties op de wereld serieuzer kan nemen.
Hoe vér kan je verstand reiken in de wereld die zich zo moeilijk leert kennen? Montaigne’s essayeren lijkt op het strekken van je lichaam. Terwijl je handen proberen de hemel aan te raken, blijken je spieren verbazingwekkend veel soepeler maar tegelijk ook korter dan gedacht. Geen seconde kun je geloven dat je ook maar één ster bereikt.
Wat wéét ik nu eigenlijk?
Montaigne vraagt zich af: wat wéét ik nu eigenlijk? Que sais-je? Dat niet-weten is geen eindpunt maar een start: het activeert hem tot vragen, zoals over het bestaan van hekserij: ‘Je slaat al met al je vermoedens wel erg hoog aan als je op grond daarvan een mens levend laat verbranden.’ Ooit mocht hij van een vorst een aantal gevangen vrouwen spreken. Hij las ook hun bekentenissen, die vrijwillig werden genoemd. De vorst dacht dat hij Montaigne daarmee zou kunnen overtuigen, maar Montaigne schrijft over de gevangenen: ‘Zij leken eerder zwakzinnig dan misdadig.’
Montaigne zou onmiddellijk sympathie opvatten voor de Amerikaanse Maxine Sheets-Johnstone. Deze hedendaagse filosoof, voormalig danseres en choreograaf, beschrijft bewegen niet alleen als een uiting maar ook als een vorm van denken. Mensen doen zichzelf tekort doen als ze hun gedachten objectiveren, stelt ze. Dan vergeet je hoezeer denken, dus ook wanhopig denken over je plek in een systeem vol uitwassen, voortkomt uit een levend lichaam dat zich ergens, in het hier en nu, bevindt en dat steeds maar in beweging is.
Hierin schuilt het antwoord op de vraag hoe Montaigne reageerde op de wanhoop en onmacht die ook moet zijn overvallen tijdens zijn werk als hooggeplaatste raadsheer aan het gerechtshof in Bordeaux. Hij had veel invloed, maar wist dat hij heksenvervolging niet zou kunnen voorkomen. Deze zogeheten heksen bleken vaak wat eigenaardige vrouwen die na marteling schuld bekennen aan duivelse praktijken, mislukte oogsten, misgeboorten en al het andere dat in de zestiende eeuw onverklaarbaar bleef.
Schommel
Toch liet hij zich niet leiden door zijn machteloosheid in deze. ‘De wereld is slechts een schommel die nooit tot stilstand komt’, schrijft hij, en dat geldt ook voor zijn gedachten en gevoelens: ‘Ik moet mijn verhaal met het uur bijstellen. Ik kan aanstonds veranderen, niet slechts bij toeval, maar ook welbewust. Het is een verzameling van veranderlijke gebeurtenissen en onbestemde, soms zelfs strijdige gedachten, omdat ik ofwel zelf een ander ben geworden, ofwel de dingen onder een andere hoek of in een ander licht zie.’
Denken en voelen zijn kennelijk net zo fysiek, net zo veranderlijk als de rest van de wereld.
Als dat zo is, dan gaat ook mijn wanhoop over het klimaat wel weer voorbij. Dan kan ik beter even stoppen met hardlopen en diep tot me laten doordringen hoe ik slechts een enkel draadje ben in het complexe weefsel van de wereld. Zo verplaatst je gemoed zich van binnen naar buiten. Inzicht verandert in uitzicht.
Wreed optimisme
Een bekende criticus van het neoliberalisme, de Amerikaan Lauren Berlant, muntte de term ‘wreed optimisme’. Die draait om het verlangen dat je handelingen goed gaan uitpakken, terwijl ze je in feite beschadigen. Voorbeeld hiervan is de Amerikaanse droom die belooft dat je met hard werken uit de armoede kunt raken, terwijl de meeste mensen er slechts uitgeput en arm door blijven. Of denk aan een overheidsdienst die belooft mensen te ondersteunen maar feitelijk systematisch discrimineert.
Montaigne had natuurlijk aan het gerechtshof kunnen blijven, in de hoop dat hij de heksenvervolging had kunnen voorkomen. Toch liet hij zich niet leiden door het wrede optimisme van deze hoop, noch door enige andere intuïtie. Gevoelens gaan immers voorbij.
Beslissingen nam hij puur pragmatisch. Montaigne telde zijn knopen in het hier-en-nu en vertrok. Pas daarna begon zijn carrière als diplomaat en reiziger en werd hij wereldberoemd als essayist.
Montaigne inspireerde met zijn essays
De Franse filosoof Michel de Montaigne (1533-1592) schreef essays, in de zestiende eeuw een geheel nieuw genre waarin de schrijver zijn onderwerpen proeft, erom heen draait en probeert te formuleren wat zijn verhouding ertoe is. Ook hij leefde in een tijd vol polarisatie en oorlog, met grote omwentelingen in media, politiek en technologie. Met zijn essays inspireerde Montaigne tal van schrijvers en filosofen, van Blaise Pascal en William Shakespeare tot Virginia Woolf en Nobelprijswinnaar Olga Tokarczuk.
Lees ook:
Stefan Zweig laat zien dat je een autonome geest kunt hebben, zelfs als de wereld eraan gaat
De Oostenrijker Stefan Zweig schreef een biografie van de Franse filosoof Montaigne. Volgens Zweigkenner Ton Naaijkens biedt diens Montaigne, dat vandaag verschijnt, ‘perspectief voor gedesillusioneerden’.