ColumnPeter Henk Steenhuis
Misschien wel de belangrijkste baan van Nederland
Hebben we nog ‘gezonde zin’ in ons werk? Dat onderzoekt Peter Henk Steenhuis in een serie columns.
In mijn boodschappenkarretje lag net een folder: “Werken bij Albert Heijn; misschien wel de belangrijkste baan van Nederland”. Een jaar of tien geleden begon Trouw met deze slogan, waar sindsdien zo vaak op gevarieerd is dat de kracht er wel wat van is afgegaan. Toch kon ik het niet laten de folder even te lezen. Op de achterkant: “Beteken iets. Al vanaf een paar uurtjes per week.”
Deze gebiedende wijs is interessanter dan de slogan voorop: ‘Beteken iets’. Waarom zou Albert Heijn hiermee jongeren proberen te werven? Het woord ‘betekenen’ komt van ‘teken’, van een teken voorzien, beduiden. Maar de betekenis waar Albert Heijn hier op zinspeelt, is een andere: de betekeniseconomie. Die term duidt op een opvatting van economie die niet in eerste instantie gericht is op winst of tevredenstellen van aandeelhouders, maar op de idealen die je als bedrijf probeert te verwezenlijken, bijvoorbeeld duurzame producten maken, meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst nemen.
Is dat wat Appie bedoelt? Bij Albert Heijn werken zo’n 1700 mensen met een afstand tot de banenmarkt. Daarmee noemt AH zich ‘koploper met het grootste aantal in Nederland. Iedereen kan en mag meedoen’. En ook duurzaam staat bij AH hoog aangeschreven. Maar probeert het foldertje deze prachtige gegevens aan de man te brengen? Er staat: “Werken bij Albert Heijn is niet zomaar een baan. Nee, je zorgt er toch maar mooi voor dat er in al die Nederlandse huiskamers elke dag weer iets lekkers op tafel staat. Belangrijk werk.”
“Wat een lege term”, zei een kennis aan wie ik het foldertje liet zien. “De zorg, dat is belangrijk werk, maar dat is zwaar en vaak vies, daar wil niemand werken.”
Misschien is het een lege term, maar kennelijk wel een succesvolle, want AH blijkt al jaren zo jong personeel te werven. Was dat niet succesvol, dan waren ze er al lang mee gestopt. Hoe kan dat? Wij jagen toch persoonlijk geluk na, succes, zo veel mogelijk likes op Instagram?
De beste bijdrage aan de samenleving
Dat idee kwam deze week nog naar voren in een interview met de 85-jarige geluksprofessor Richard Laytard in NRC Handelsblad. Volgens Laytard is je richten op succes, vrijheid, winnen de dominante visie op geluk. Wie daarin slaagt, etaleert zijn geluk op internet. Laytard: “Het gaat om de beste cijfers halen, naar de beste universiteit gaan, de beste baan krijgen, het hoogste inkomen. Terwijl de taak van scholen zou moeten zijn: individuen opleiden zodat ze de beste bijdrage leveren aan de samenleving. Maar dat wordt er steeds meer uit geduwd door de nadruk op competitie, cijfers, toetsen.” Deze visie op geluk is volgens Laytard gedoemd te mislukken.
De andere, volgens Laytard onderliggende visie op geluk, is minder op jezelf gericht en meer op de ander. “Het zou er eigenlijk om moeten draaien dat je taak is om een zo goed mogelijk lid van een team te zijn. (…) Een gelukkiger leven draait er vooral om nú het goede te doen.”
Het aardige aan het foldertje van AH is dat dit juist een beroep doet op deze tweede betekenis van geluk: het goede doen, iets doen wat betekenis heeft, belangrijk werk verrichten. Is dit leeg? Is dit alleen maar slim? Er is vast kritiek op te leveren, maar het betekent ook dat in ons hedonistische streven naar geluk een kentering aan het komen is: we willen iets voor anderen betekenen. Misschien jagen we al veel minder op dat persoonlijke geluk dan Laytard denkt. Dat zou een goed teken zijn.
Peter Henk Steenhuis is filosofieredacteur bij Trouw. Reacties naar h.steenhuis@trouw.nl.