MinaretEildert Mulder
Met de ramadan nemen de sjiitische tv-series het op tegen de soennitische tv-series
De hakken zijn in het zand gezet. Net als voetbal is ook ramadan wel eens oorlog. Of minstens ruzie. Provocerende soennitische en sjiitische tv-producties zullen hun stempel drukken op de komende vastenmaand die over twee weken begint.
Hun inspiratie putten de makers uit de begintijd van de islam. De visies daarop verschillen nogal. Saudi-Arabië is een voorvechter van de soennitische islam. Het Saudische tv-station MBC zal een ramadanserie uitzenden over de periode na de dood van Mohammed. De keuze viel op een hoofdpersoon die bar slecht ligt bij sjiieten: Muawiya bin Abi Sufyan.
Na 1400 jaar is de wond nog vers
Hij zou een staatsgreep hebben gepleegd tegen kalief Ali, neef en schoonzoon van de profeet en de grote held van de sjiieten. Ook na 1400 jaar is die wond nog vers. Hij is zelfs harder gaan bloeden doordat de spanningen tussen soennitische en sjiitische regimes zijn toegenomen.
Muawiya was de eerste kalief die voorkomt op munten en inscripties. Hij stichtte de dynastie van de Ummayaden. Daarmee kwam volgens kroniekschrijvers een einde aan een ‘republikeinse’ periode na Mohammeds dood, waarin de kalief gekozen werd.
De vier vorsten die ‘democratisch’ aan de macht kwamen waren allen ‘metgezellen’ van Mohammed. Ze krijgen, weten soennieten, een ereplaats in het paradijs. Veel sjiieten gunnen daarentegen alleen Ali een plek in dat lustoord. Ze beschouwen de drie anderen als hel-waardige usurpators, die het hoogste ambt hebben gestolen.
Een verloren paradijs
Mohammed zou, beweren sjiieten, op zijn sterfbed hebben gezegd dat Ali kalief moest worden. Het pakte anders uit. Ali moest eerst zijn drie mededingers voor laten gaan, voordat hij eindelijk zelf leider van de moslimgemeenschap werd. Waarna hij te stellen kreeg met de opstandige Muawiya.
Voor wat het waard is, want die kronieken ontberen archeologisch of ander bewijs. De vier ‘republikeinse’ kaliefen hebben bijvoorbeeld geen munten nagelaten. Er zijn geleerden die daarom betwijfelen of ze wel hebben bestaan. In de polemieken tussen sjiieten en soennieten speelt dat geen rol. Beide richtingen accepteren in grote lijnen de overgeleverde geschiedenis. Het verschil zit hem vooral in de beoordeling van feiten, minder in de feiten zelf.
Het is het verhaal van een verloren paradijs. Vooral salafisten hunkeren terug naar die begintijd, toen alles goed en gaaf was. Zogenaamd. Want zo volmaakt was de harmonie niet. Drie van die vier gekozen kaliefen zouden zijn vermoord.
Het lef van Volkert van der G.
De moordenaar van de tweede kalief, Omar, was een smid uit Iran. Hij heette Abu Lulua. Volgens sommige verhalen is hij geëxecuteerd. Volgens een latere legende ontkwam hij naar Iran. Ali, vijand van Omar, zou hem op bovennatuurlijke wijze daarheen hebben getransporteerd middels een magisch gebed. De Iraanse stad Kashan, waar Abu Lulua zou zijn geboren, eerde hem eeuwen later met een mausoleum. In 2007 vernielden onbekenden dat bouwsel. En nu staat de man ineens weer in het zonnetje.
Want een Iraakse sjiitische tv-zender, gefinancierd door buurland Iran, maakt over hem een ramadanfilm, als sjiitisch antwoord op de Saudische serie over Muawiya. Over de inhoud is nog niets bekend. Maar de titel is veelzeggend: De moed van Abu Lulua. Dat zal bij soennieten in de oren klinken als in Nederland een film met de naam Het lef van Volkert van der G.
In de rubriek ‘In de schaduw van de minaret’ leest u bespiegelingen over de islamitische wereld van Eildert Mulder, arabist en oud-redacteur van Trouw.