We zijn de verbeeldingskracht kwijtgeraakt en het geloof dat we samen echt dingen kunnen veranderen, zegt de Amsterdamse onderwijswethouder Marjolein Moorman. ‘Een gevolg daarvan is dat de polarisatie toeneemt.’ Zaterdagochtend houdt Moorman de 10e Wibautlezing.
“Ik denk dat we in een tijd leven waarin het woord crisis vaak terecht wordt gebruikt. Klimaatcrisis, wooncrisis, zorgcrisis, ongelijkheidscrisis, onderwijscrisis. Er zijn veel gebieden waar al langere tijd echte noodzaak is om zaken te veranderen, maar helaas is het zo: pas op het moment dat het onontkoombaar wordt, komt er ruimte voor beweging.
Het is daarbij belangrijk dat er mensen zijn die tegen de stroom in durven gaan, ook al is dat geen fijne rol. Ik heb dat bijvoorbeeld ondervonden door mijn stellingname in het onderwijs. Veel mensen vinden dat vervelend en noemen je dan een radicaal. Maar ik vind het veel radicaler om nu niets te doen.
'We zijn de verbeeldingskracht kwijtgeraakt’
Er is nog een ander probleem: in onze individualistisch ingestelde samenleving zijn we de verbeeldingskracht kwijtgeraakt en het geloof dat we samen echt dingen kunnen veranderen. Een gevolg daarvan is dat de polarisatie toeneemt en we het steeds moeilijker vinden om elkaar te begrijpen. Daarbij komt dat veel grote ideologieën zijn verdwenen en we niet meer beschikken over een gezamenlijk oriëntatiepunt. De sociaaldemocratische ideologie geeft mij nog wel die kracht, maar het vanzelfsprekende is er voor veel mensen af.
Ook het politiek bestuur is meer management geworden dan echt bezielde politiek. Het is een combinatie van ontwikkelingen, waardoor we klem lopen met elkaar. Een andere kern is volgens mij de groeiende ongelijkheid en het ontbreken van het besef dat je alleen met zijn allen een samenleving kunt vormen.
Er is een mooi boek, The Spirit Level, waarin de epidemiologen Richard Wilkinson en Kate Pickett schrijven dat de ongelijkheid in de samenleving ook een soort virus is. Uiteindelijk raakt iedereen besmet, en in zo’n omgeving verliezen we met z’n allen.
Dat is logisch, want ongelijkheid levert voor iedereen stress op. Ook de mensen die aan de goede kant van de lijn staan zijn ongelukkiger en gaan eerder dood. Als je voortdurend moet opletten of je je bezit niet kwijtraakt, of geconfronteerd wordt met de jaloezie van mensen, levert dat permanente stress op.”
Toegenomen competitie in de samenleving
“De toegenomen competitie in de samenleving valt samen met de gedachte dat we het als mensen allemaal zelf moeten doen. Daar hoort de gedachte bij dat iedereen in de basis gelijke kansen heeft en je alleen nog maar wordt gewaardeerd om de ontwikkeling van je talenten in plaats van bijvoorbeeld om wie je bent.
Dat lijkt een goed idee, maar de keerzijde is dat er ook een boodschap in zit dat mensen die niet bovenaan de ladder staan dat min of meer aan zichzelf te danken hebben en we daar dus minder rekening mee hoeven te houden. Sluipenderwijs verdwijnt daardoor de solidariteit uit de samenleving. Ik denk dat die manier van kijken een grote splijtzwam is geworden.
Maar is intelligentie je eigen verdienste? En is succes op school je eigen verdienste als je ouders het geld hebben om allerlei bijlessen te financieren? In tien jaar tijd is de hoeveelheid bijles aan kinderen vertienvoudigd. Wat zegt dat over ons onderwijssysteem? Mijn idee is: het onderwijssysteem faalt en daardoor wordt het beeld van winnaars en verliezers juist versterkt. Met als gevolg: nog meer ongelijkheid, en minder samenleving.
De onderwijscrisis begint bij de leraar voor de klas, die veel meer waardering van ons verdient. In Amsterdam hebben we op dit moment 100 openstaande vacatures en dat is maar het topje van de ijsberg, want er staan ook veel mensen voor de klas die niet bevoegd zijn. Of wel bevoegd, maar niet bekwaam. Bijna een kwart van alle vijftienjarige scholieren is functioneel analfabeet. Bijna een kwart! Er moet dus echt iets veranderen, en dat gaat verder dan het bestrijden van deze ene crisis.”
Onderwijssysteem uit de vorige eeuw
“Ons onderwijssysteem stamt uit de vorige eeuw en sluit onvoldoende aan bij de tijd waarin we nu leven. Waarom krijgen kinderen al op jonge leeftijd, nog voor hun 12-de jaar, een schooladvies dat hun leven voor een groot deel zal gaan bepalen, terwijl we weten dat veel kinderen er op dat moment nog niet klaar voor zijn om te kiezen?
Het idee dat we het schoolsysteem moeten veranderen brengt zo ongeveer iedereen in paniek. Gevolg: er gebeurt niets, en zo gaan we steeds verder de crisis in. Maar wat is er nu belangrijker dan dat we zorgen dat we kinderen opleiden die een goede basis hebben om straks de leiders te worden van ons land? Slecht onderwijs is op den duur levensbedreigend.
Vanwege de behoefte aan verandering vraagt deze tijd om empathisch leiderschap. Je moet je echt kunnen verplaatsen in de ander, maar leiderschap is net als in de politiek een soort ‘managerisme’ geworden: de dingen goed regelen. Echt leiderschap is iets anders. Dat gaat ook over de richting wijzen, als het moet tegen de stroom in.”
Twijfel en een open blik
“Daar hoort een bepaalde twijfel bij, maar vooral een open blik. Ik heb een grote hekel aan dogmatiek en mensen die alles zeker weten. Als je alles zeker weet, ligt op de loer dat je niets meer wilt leren in het leven. De beste keuzes maak je als je eerst de twijfel hebt toegelaten.
Veel narigheid van het toeslagenschandaal had met een ander leiderschap voorkomen kunnen worden, door met vertrouwen in plaats van met wantrouwen naar eigen burgers te kijken. Het ergste vind ik dat zelfs toen er signalen kwamen, er niet of nauwelijks op is gereageerd, en zeker niet met voldoende empathie en daadkracht. Voor mij is dit vooral een drijfveer om te bepleiten dat het echt heel anders moet. Daarbij wil ik begrijpen hoe we dit kunnen verbeteren. Dat zit ook in mijn aard: ik blijf altijd nieuwsgierig.
Empathisch leiderschap betekent ook dat je openstaat voor kritiek, maar sinds de samenleving zo individualistisch is geworden, denken we al heel snel dat kritiek een persoonlijke aanval is. Als gevolg daarvan heeft leiderschap zich veel te defensief ontwikkeld.”
Voortdurende focus op de schuldvraag
“Maar ergens voor verantwoordelijk zijn betekent nog niet dat je de schuld hebt. Dat is echt iets anders. De voortdurende focus op de schuldvraag zit verantwoordelijkheid nemen in de weg, want dan ben je voor je het weet vooral bezig met je eigen verdediging in plaats van met oplossingen.
Ik denk dat je verantwoordelijk bent voor alles waaraan je iets kunt veranderen. Als onderwijswethouder in Amsterdam ben ik voor bijna niets direct verantwoordelijk en ga ik feitelijk helemaal nergens over: het zijn vooral de schooldirecteuren en besturen die het voor het zeggen hebben.
Ik voel me verantwoordelijk voor dat waarop ik invloed kan uitoefenen. Dat is bijvoorbeeld de aanpak van het lerarentekort. Dat betekent dat ik dan zelf ook iets moet doen met die schuldvraag, want op het moment dat je iets doet, maak je jezelf natuurlijk ook kwetsbaarder.
Ik vind: als samenleving mogen we meer openstaan voor mensen die verantwoordelijkheid willen nemen. Maar we doen het tegenovergestelde. In plaats van ruimte te geven, regelen we de boel dicht met nog meer regels, waardoor iedereen zich terugtrekt in zijn eigen hokje.”
Een ambitieuze vrouw
“Voor mijzelf geldt dat ik ermee heb geworsteld om te gaan staan voor mijn ambitie om politiek leider te worden [Moorman is de Amsterdamse PvdA-lijsttrekker voor de raadsverkiezingen van volgend jaar, red]. Ik vroeg me echt af: hoe zullen mensen naar mij gaan kijken als ik mezelf presenteer als ambitieuze vrouw.
Het is nu al zo: de druk op mensen in topfuncties is bijna onmenselijk groot geworden. Voor vrouwen geldt dat nog meer, vanwege het seksisme waarmee ze geconfronteerd kunnen worden. Ik heb vroeger geleerd dat ambitie bij vrouwen iets negatiefs is. Bij mannen wordt het eerder positief gewaardeerd, maar bij vrouwen is de gedachte al snel dat je dan minder aardig bent.
Ik heb die gedachte omgekeerd door voor mezelf te erkennen dat ik wel degelijk ambitieus ben, niet zozeer om hogerop te komen, maar om dingen voor elkaar te krijgen. Daarbij kan een hoge functie een voordeel zijn.
Het laatste zetje kreeg ik van iemand met wie ik ging lunchen en die mij afraadde voor de rol van politiek leider in Amsterdam te gaan. Want, zei hij letterlijk: ‘Je bent daar veel te aardig voor’. Dat raakte me eerst enorm en ik voelde me in eerste instantie afgewezen. Kort daarna dacht ik: wat is er mis met een aardige leider? Dat is het moment geweest waarop ik de twijfel van me heb afgezet en voor mijn ambitie ben gaan staan.”
Leiderschap is je gegund
“Sindsdien ga ik hierin nog verder en is mijn opvatting dat je als leider per definitie vriendelijk moet zijn. Ik zie dat nu echt als een verplichting. Leiderschap is je gegund. Leiders die niet vriendelijk en aardig zijn, zijn ontzettend onzeker over hun eigen positie. Dan moet je het leiderschap afdwingen en dan ben je meestal niet de juiste leider op de juiste plek, want op den duur haken mensen dan toch af.
Een crisis die ik nog niet in ons gesprek heb genoemd is de crisis in de politiek. Dat zit me erg dwars. Het vertrouwen van de Nederlandse bevolking in de overheid en landelijke politiek is gedaald tot 29 procent. Dat is dramatisch, want democratie draait om vertrouwen.
Ik heb het diepe geloof dat de politiek de enige plek is waar je samen tot collectieve oplossingen kunt komen voor de grote problemen waar we op dit moment voor staan. Maar die vertrouwenscrisis zorgt ervoor dat we de andere crises ook niet kunnen oplossen. We hebben weer Politiek met de grote P nodig, die zich verantwoordelijk voelt voor de inrichting van de samenleving vanuit het geloof dat ongelijkheid ons alleen maar verder verdeelt.”
Praten, aandacht en begrip
“Mensen zijn niet uit zichzelf wantrouwend. Wantrouwen ontstaat ergens door. In de kern ontbreekt het aan echte aandacht. Vaak zijn mensen die wantrouwen gewoon te lang onvoldoende serieus genomen. De enige manier is praten, aandacht en begrip.
Dat vind ik mooi aan de lokale politiek, omdat je daarin dichter bij de mensen staat. Echt luisteren naar wat het beleid doet in het leven van mensen en wat er beter kan en hoe je dat kunt veranderen. Omdat ik vind dat je altijd moet blijven leren. We moeten het vertrouwen terugwinnen.”
Hoe vinden we onze weg in een wereld die in crisis en verwarring is? Roek Lips is daarover in gesprek gegaan met bestuurders, wetenschappers, kunstenaars, denkers en vele anderen, op zoek naar inspiratie en houvast. Videoportretten van een aantal van die gesprekken staan op Nieuweleiders.nl, of bekijk op de website van Trouw de filmpjes bij de artikelen.
Vorige maand verscheen in deze serie het boek Wie kies je om te zijn. Gesprekken en gedachten over een nieuwe tijd van Roek Lips, uitgegeven bij AmboAnthos.
Zaterdag 27 november om 10.30 uur houdt Marjolein Moorman de Wibautlezing. Titel: Een oneerlijke wedstrijd: Hoe ons onderwijs ongelijkheid vergroot. De lezing is via een livestream te volgen. Zie: https://www.lokaalbestuur.nl/wibautlezing-marjolein-moorman.
Nieuwe leiders
In deze interviewreeks spreekt Roek Lips met bestuurders, wetenschappers, kunstenaars en vele anderen. Klik hier voor eerdere afleveringen uit de reeks.