FilosofieNietzsche

Leven met Nietzsche’s Zarathoestra

null Beeld Sander ter Steege
Beeld Sander ter Steege

Friedrich Nietzsche zag ‘Zo sprak Zarathoestra’ als zijn hoofdwerk, maar kenners zijn het nog steeds niet eens over de betekenis van dit mysterieuze boek. Filosoof Gaila Pander bestudeerde het dertig jaar lang en bespeurt een bijzondere rol voor de vrouw.

Marc van Dijk

Meer dan dertig jaar besteedde filosoof Gaila Pander (1951) aan haar studie naar ‘Zo sprak Zara­thoestra’, het meest literaire boek van de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900). “Toen ik uiteindelijk mijn antwoorden had gevonden, dacht ik: heb ik nu mijn halve leven besteed aan het oplossen van een enorme kruiswoordpuzzel?”, zegt ze lachend. “Daarna heb ik besloten van het proefschrift ook een boek te maken voor een breder publiek. Als je iets zo precies hebt uitgezocht, is het zonde als je het niet doorgeeft.”

Er zijn weinig boeken in de geschiedenis van de filosofie die zo bekend zijn en die tegelijkertijd zo ongrijpbaar blijven als ‘de Zarathoestra’, zoals het boek door liefhebbers wordt genoemd. Begrippen als ‘de dood van God’, ‘de laatste mens’ en ‘de Übermensch’ kregen er gestalte in en werden later misbruikt. Duitse soldaten kregen het boek, naast de Bijbel, in de Eerste en Tweede Wereldoorlog mee ter bevordering van heroïek en offerbereidheid. In de Tweede Wereldoorlog gaf Hitler Nietzsche met zijn nationalistische en racistische misinterpretaties een bijna effectieve doodskus.

Van haar promotor, Nietzsche-expert Paul van Tongeren, kreeg Pander zo’n ‘Kriegsedition’ cadeau na de verdediging van haar proefschrift. “De soldaat uit WOII van wie dat exemplaar is geweest, onderstreepte in het eerste deel alles wat met zelfopoffering te maken heeft. Maar aan het eind zie je dat hij andere dingen aanstreepte, over het volk dat in leiders gelooft, en over de overal weerklinkende stem van ‘degenen die de dood prediken’. Alsof hij beseft: ik ben erin geluisd.”

Wat maakt Nietzsches Zarathoestra zo complex? De moeilijkheid zit al in de opzet en vertelwijze. De filosoof is in het boek niet zelf aan het woord, maar voert een personage op: de Perzische profeet Zarathoestra. Het is niet bekend in welke eeuw deze historische figuur precies heeft geleefd (ergens tussen zestiende en veertiende eeuw voor Christus). Hij was de grondlegger van het ‘zoroastrisme’, waarvan Nietzsche alleen de hoofdlijnen kende. Nietzsche kon de profeet dus zijn eigen woorden in de mond leggen. Hij speelt een geraffineerd literair spel, alleen al in de ondertitel, die klinkt als een raadsel: ‘Een boek voor iedereen en niemand’.

Het boek bestaat uit vier delen, maar onderzoekers zijn het erover eens dat alleen de eerste drie delen werkelijk tellen (ook Gaila Pander beperkt haar studie hiertoe), omdat Nietzsche het vierde deel nooit zelf heeft vrijgegeven voor publicatie. Pander: “Om al deze redenen lopen filosofen in de academische wereld het liefst met een boogje om de Zarathoestra heen. Ze richten zich liever op Nietzsche’s meer systematische boeken. Maar ik raakte erdoor gefascineerd. Ik analyseer zijn werk aan de hand van vier typeringen die hij zelf in brieven gegeven heeft. Complexe beelden waarmee hij zijn eigen tekst omschrijft als een ‘toren’, een ‘symfonie’, een ‘heilig boek’ en een ‘vijfde evangelie’. Nietzsche is een beelddenker, maar hij wordt tot nu toe niet op die manier gelezen.”

Waarom wilde u juist dit boek doorgronden?

“Nietzsche beschouwde het zelf als zijn magnum opus, zijn hoofdwerk. Als je bedenkt hoe invloedrijk Nietzsche nu is, dan kun je dit boek toch niet negeren vanwege de hoge moeilijkheidsgraad of de vreemde vorm?”

Wanneer begon uw Nietzsche-fascinatie?

“Tijdens mijn studie filosofie, in de jaren zeventig, eerst aan de Vrije Universiteit, daarna aan de Universiteit van Amsterdam. Ik begon zoals velen aan die studie omdat ik antwoord hoopte te vinden op zin-vragen, maar dat viel schrikbarend tegen. Het eerste wat ik te horen kreeg was dat de studie daar niet over ging. Filosofie is een wetenschappelijke discipline, en die draait om het bestuderen van een traditie. Een viriele, fallocratische traditie van vrijwel uitsluitend mannelijke denkers. Ik vroeg me af: waarom wil ik daar eigenlijk bij horen? Filosofen hebben eeuwenlang nagedacht over de mens, maar omdat het allemaal mannen waren hebben ze van die ‘mens’ stilzwijgend een man gemaakt.”

Daar deed Nietzsche ook aan mee.

“Hij is in zijn denken ronduit een vrouwenhater: zijn werk wemelt van de neerbuigende opmerkingen over vrouwen. Het verschil met de andere denkers was in mijn ogen dat hij de afwijzing die ik als vrouw voelde, expliciet maakt. Andere denkers doen alsof ze het neutraal over ‘de mens’ hebben, terwijl de vrouw daar duidelijk geen deel van is. Nietzsche presenteert het hele leven als een strijd die voortkomt uit de wil tot macht. De wereld maalt niet om de waarheid, maar om percepties van de waarheid: welke perceptie wint? In Nietzsches perceptie doet de vrouw niet mee, maar dat probeert hij tenminste niet te verdoezelen of te verzachten; hij duldt nu eenmaal geen schijnheiligheid, niet van anderen en niet van zichzelf. Ik vond het interessant om te onderzoeken hoever hij daarmee komt. En toen raakte ik geïntrigeerd door de Zarathoestra, waarin de vrouw uiteindelijk doorslaggevend is.”

null Beeld
Beeld

Waaruit blijkt die bijzondere rol voor de vrouw in de Zarathoestra?

“Nietzsche zoekt in zijn hoofdwerk naar de zin van het menselijk (voort)leven. De westerse cultuur is in zijn ogen vastgelopen, gestagneerd. God is dood, er is geen doel meer en geen zin – de mens zit vast in slavenmoraal en doodssystemen. Nietzsche zoekt naar een manier om de cultuur te revitaliseren. Daarin komt hij uit bij een materiële, lijfelijke geaardheid van de mens. En daarin staat de drieslag man-vrouw-kind centraal. Hij wilde een nieuwe leer tegenover het christendom stellen, daarom noemde hij zijn boek ook ‘het vijfde evangelie’.”

‘Man-vrouw-kind’ klinkt juist christelijk.

“Niet bij Nietzsche. Hij neemt bewust een personage uit een voor-Griekse en voorchristelijke tijd. De profeet Zara­thoestra komt in Nietzsche’s verhaal van een berg na een leven van meditatie, om zijn leer naar de mensen te brengen. Hij spreekt in parabels – net als Jezus deed – en het is de vraag wie hem kan begrijpen, zelfs of hij zichzelf kan begrijpen. Het ‘gewone volk’ begrijpt hem in elk geval niet, want dat is trots op zijn eigen cultuur. Hij krijgt ook een selecte groep volgelingen, maar neemt daar ook weer afstand van, omdat hij vindt dat de volgelingen hun eigen weg moeten zoeken. Uiteindelijk wíl hij geen volgelingen, maar ‘mede-vierders van het leven’. In het derde deel is hij weer helemaal alleen. Hij trekt opnieuw de bergen in, net als Nietzsche zelf. Hij praat alleen nog tegen de dieren, die hij hoog acht, hij wil zichzelf ook leren kennen als dier. Hij wordt steeds omringd door slang en adelaar, die symboliseren wijsheid en trots die hij in zichzelf moet vinden, als hij ook van hen afscheid neemt.”

Vindt hij wat hij zoekt? Volgens velen, onder wie Paul van Tongeren, loopt Nietzsche in de Zarathoestra vast.

“De zoektocht van Zarathoestra kan uiteindelijk niet in een tekst tot vervulling komen, maar richt zich steeds duidelijker op de transformatie van Zara­thoestra tot Dionysos, de goddelijke figuur die in zich realiseert wat Nietzsche zocht. Zarathoestra wil een heilig huwelijk met Ariadne, godin van de passie. Ik interpreteer de Übermensch onder andere als een invulling van de mannelijke wens om met haar een kind te krijgen – de voortzetting van het leven. Ik zou dus zeggen dat hij niet vastloopt, maar uitkomt op een punt dat alleen buiten de tekst kan worden ervaren, zoals in de oude mysteriën waar hij aan refereert. Vandaar ‘een boek voor iedereen en niemand’: uiteindelijk moet je ook dit boek terzijde leggen, en gaan aarden, dansen, leven – het eindigt ook met liederen. De Zarathoestra is een leerschool, voorafgaand aan het ware, aardse leven.”

Gaila Pander, ‘Een zuivere toon. De beeldtaal van Nietzsches Also Sprach Zarathustra’. Uitgeverij Parthenon, €39,-

Lees ook:

In de bergen, daar begrijp je Nietzsche pas echt

Negen weken lang trok de negentienjarige John Kaag door de Alpen, met in zijn rugzak de boeken van Friedrich Nietzsche. Zeventien jaar later ging hij nog een keer, nu met vrouw en kind. Pas toen begon Kaag Nietzsche te begrijpen.

Friedrich Nietzsche gruwde van nationalisme

Sue Prideaux schreef vorig jaar een biografie van Friedrich Nietzsche. “Prideaux zet ‘de hele mens’ Nietzsche neer, van de 24-jarige die grappige brieven schrijft en de aangename huisvriend van de Wagners tot de getormenteerde denker in zijn laatste productieve jaren”, schreef onze recensent. Lees hier de recensie.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden