ColumnStijn Fens
Let een beetje op uw woorden, u heeft het wel over heilige rotzooi
Op de dag dat de Heilige Maagd 106 jaar geleden in het Portugese Fátima naar verluidt verscheen aan drie herderskinderen , waren we in het Duitse Mariabedevaartsoord Kevelaer, even over de grens bij Venlo.
Nu ligt er nogal wat ‘even over de grens’ bij Venlo. Neem nou alleen al de Heronger Buschberge en Wankumer Heide, een natuurgebied dat een ecologische verbindingszone vormt tussen de Krickenbecker Seen en de Niersniederung. Er zo ligt er nog veel meer ‘even over de grens’ bij Venlo, maar tijd en ruimte ontbreken hier om het allemaal te vermelden.
Van dit alles springt Kevelaer er dus uit.
In deze stad zou Maria in 1641 tot drie keer toe hebben gesproken tot marskramer Hendrik Busman. Ze zou hem gezegd hebben dat hij daar een kapel moest bouwen. En zo geschiedde. Een jaar later was de kapel klaar. Er werd een afbeelding in opgehangen van Maria als Troosteres der Bedroefden die sindsdien al heel wat troost heeft gebracht. Natuurlijk ook een aantal wonderen – nooit weg – maar altijd troost. Elke dag weer. Er komen jaarlijks heel veel pelgrims op af en die hebben groot gelijk.
Ruim 350 Nederlandse misdienaars
Ik moest in Kevelaer zijn voor de eerste Landelijke Misdienaardag van ons land. Alleen al van die naam ‘Landelijke Misdienaarsdag’ word ik vrolijk. Dat heb ik ook met de Nationale Tuinvogeltelling en de Nationale Bijentelling. (‘Tel een halfuur de bijen in jouw tuin of op je balkon. Doe dit op een zonnig – of in ieder geval droog – moment. Loop rustig één rondje door je tuin heen en noteer alle soorten en aantallen die je ziet op het (online) telformulier.’)
Ik telde er de laatste keer niet één.
Die zaterdagochtend in Kevelaer telde ik op een zonnig moment ruim 350 Nederlandse misdienaars. In processie liepen ze de grote Mariabasiliek in voor een mis. Maria moet ervan genoten hebben. Misschien is die basiliek wel iets te overdadig aangekleed voor de dienstmaagd des Heren. Misschien vindt ze dat zelf ook wel en had het ook van haar niet gehoeven. Tegelijkertijd gunt iedereen het haar.
De mis was mooi, al was het wel een beetje vreemd om al die misdienaars in hun prachtige kleding in de banken te zien zitten, terwijl de mis werd opgedragen zonder hun hulp. Na afloop klonk dat fijne Marialied:
O reinste der scheps’len, O Moeder en Maagd,
Gij, die in uw armen het Jezuskind draagt,
Maria, aanhoor onze vurige beê,
Geleid ons door ‘t leven, o Sterre der zee.
O Sterre der zee, o Sterre der zee,
Geleid ons door ‘t leven, o Sterre der zee.
Toen ik klaar was met mijn werk, hadden we gelukkig nog de kans om een aantal souvenirwinkels te bezoeken, want je kunt het natuurlijk niet maken om zo’n heilige plaats te verlaten zonder tastbare herinnering. Een kaars, of een rozenkrans, of een Mariabeeld of als het even meezit een flesje met gewijd water.
Souvenirwinkels horen er gewoon bij
Er zijn mensen, onder wie opvallend veel protestanten, die dan zeggen: “Die winkels met al die rotzooi. Wat heeft dat nu met geloven te maken?” Ik antwoord dan altijd: “Let een beetje op uw woorden, u heeft het wel over heilige rotzooi.”
Voor mij horen die souvenirwinkels er gewoon bij, ook al verkopen ze, zoals in Lourdes, vaak hetzelfde. Al die katholieke souvenirs verwijzen op een alledaagse manier naar het heilige.
Zo staat er bij mij thuis op een prominente plek een beeld van de Heilige Maagd dat ik lang geleden in Fátima kocht. Haar kroontje is ze tijdens een verhuizing verloren en ze zou eigenlijk eens een nieuwe mantel moeten hebben, maar ze kijkt me nog iedere dag glimlachend en bemoedigend aan.
Ik had natuurlijk ook een reproductie van de abstracte Amerikaanse schilder Jackson Pollock kunnen ophangen in mijn wc, maar ik vraag me af of die dezelfde heilzame werking zou hebben.
In Kevelaer vond ik uiteindelijk een kleine, handzame kaars met daarop de beroemde afbeelding van Maria als Troosteres der Bedroefden. Ik liep naar de toonbank om af te rekenen. De eigenaar van de winkel scande het prijskaartje. “Kan ik pinnen?”, vroeg ik. De eigenaar antwoordde: “Pinnen kan alleen maar vanaf 10 euro en deze kaars kost 3,95 euro.”
Daar zou Maria nu geen probleem van maken.
Trouw-redacteur Stijn Fens volgt de katholieke kerk al decennia op de voet en schrijft columns over het geloof en zijn persoonlijk leven. Lees ze hier terug.