Yalla!
Joden en moslims willen samen vooroordelen te lijf gaan: ‘Ons wordt een vijandsbeeld van elkaar opgelegd’
Joden en moslims beginnen samen ‘Yalla!’, een nieuwe stichting om de onderlinge verbondenheid te bevorderen. En om de toenemende moslimhaat en antisemitisme tegen te gaan.
Vandaag gaat een gezelschap van joden en moslims samen naar de notaris, om de stichting ‘Yalla!’ op te richten. De naam komt van een term die in beide gemeenschappen gebruikelijk is en zoveel betekent als ‘kom op’, of ‘vooruit’. Met de nadruk op het woordje ‘voor’, zegt bestuurslid en rabbijn Lody van de Kamp. Directe aanleiding voor het oprichten van de stichting is de zorg om antisemitisme en moslimhaat. “Daar moeten we vanaf natuurlijk. Ook willen we het beeld doorbreken dat moslims en joden natuurlijke vijanden zouden zijn. Maar we zijn geen tegenbeweging. We zijn ergens vóór.”
De stichting komt er ter bevordering van de onderlinge verbondenheid, maar ook, zoals Chantal Suissa het zegt, voor de gezelligheid. “We doen het ook gewoon voor de lol – en voor licht, liefde en vreugde. Om mooie bijeenkomsten te organiseren, met muziek, eten, inspirerende lezingen en leuke ontmoetingen. En iedereen is welkom, ook als je niet joods of islamitisch bent.”
‘Het enige antidotum is elkaar leren kennen’
Rabbijn Lody van de Kamp was al betrokken bij een vergelijkbaar initiatief in de hoofdstad, de Amsterdamse vriendengroep Salaam-Shalom. Hij is zowel bezorgd over antisemitisme als over moslimhaat – en over de manier waarop die twee soms met elkaar verstrengeld zijn geraakt. “Ik ben huiverig voor mensen die een overdreven aandacht voor antisemitisme hebben, of een overdreven liefde voor Israël – soms is dat gewoon een manier van verzet tegen de moslimgemeenschap in Nederland. Dat heb ik ook met de term ‘joods-christelijke samenleving’. Waar komt die term vandaan? Voor de oorlog hadden Joden nog steeds niet overal gelijke rechten in Nederland, en vervolgens is onze gemeenschap gedecimeerd. Nee, als ik die term hoor, dan voel ik mij als Jood gebruikt om moslims uit te sluiten, en anderen te weren.”
Een wijdverspreid misverstand dat Van de Kamp uit de wereld wil helpen is dat ‘Jood’ een synoniem is voor ‘Israëlische burger’. Hij komt dat bijvoorbeeld tegen bij het voorlichtingswerk op scholen, vertelt Van de Kamp. “En dan komt het voor dat leerlingen mij aankijken op het onrecht dat de staat Israël zou doen jegens Palestijnse moslims. Maar zodra ik daar als Jood sta, in levenden lijve, en uitleg dat er wel degelijk een verschil is tussen het een en het ander, dan hangen ze aan je lippen.”
Laatst maakten de vertegenwoordigers van de Christelijke Gereformeerde Kerken ook weer deze denkfout, zegt Van de Kamp. “Zij hebben hun schuldbelijdenis voor hun tekortschieten tijdens de Holocaust overhandigd aan de Israëlitische ambassadeur. Dat noem ik toch echt de verkeerde brievenbus – je zou toch denken dat je je tot de Joodse gemeenschap richt. Afijn, als hooggeplaatste vertegenwoordigers van een kerk al meedoen aan deze verwarring, hoe kun je dan nog verwachten dat kinderen het verschil snappen tussen Joden en Israëlitische burgers?”
Het belang van persoonlijke ontmoetingen is lastig te overschatten, zegt Van de Kamp. “Generaliseren, dat is waar de Jodenvervolging mee is begonnen. Het enige antidotum daartegen is elkaar leren kennen. Bij een bijeenkomst van het Joods-Marokkaans netwerk stelde iemand Jodenhaat in moslimhoek aan de orde. Toen zei een moslima: blijf dat vooral roepen, dan wordt het vanzelf waar. Het is gevaarlijk om voortdurend te wijzen naar groepen in algemene zin. Dat kan uitgroeien tot animositeit.
Natuurlijk is er de dreiging vanuit IS, maar dat dit moslims zijn die aanslagen plegen, zegt niets over de bijna een miljoen moslims die hier in vrede in Nederland met ons leven. Tegen mensen die dit niet geloven, zeg ik: als je deze zorgen hebt, wat doen wij dan om een stap naar voren te maken, om te kijken of we elkaar toch kunnen ontmoeten?”
‘Ons wordt een vijandsbeeld van elkaar opgelegd’
Met het mede door haar opgerichte dialooginitiatief ‘Mo en Moos’, een netwerk van Amsterdamse Joden en moslims, won Chantal Suissa twee jaar geleden een prijs van vredesorganisatie Pax. Al langer speelde ze met de gedachte om een landelijk platform te beginnen. Maar nu ze de berichten las over antisemitisme onder de jeugd van Forum voor Democratie, was er haast bij, zegt ze. “Mijn oma draait zich om in haar graf als ze dit zou horen. En ik had zelf niet gedacht dat dit nog tijdens mijn leven zou gebeuren.”
Dat moslims en Joden samenkomen is nodig, omdat ze tegen elkaar uitgespeeld worden, zegt Suissa. “Er wordt ons een vijandsbeeld van elkaar opgelegd door de media en bepaalde politieke partijen.”
“Nee”, zegt Suissa, “niet alle moslims zijn lieve, Jodenminnende personen. Ik heb heel wat antisemitisme opgemerkt: zo heb ik wel eens islamitische meisjes horen lachen bij een film over de Holocaust – ‘moeten ze maar niet zo met de Palestijnen omgaan’. Maar je doet andere moslims te kort als je hen daar op aankijkt. Ik wil juist een open hart en open ogen houden voor die grote meerderheid, die er niet zo in staat. Laten we bovendien niet vergeten dat de Holocaust een Europese uitvinding was in een overwegend christelijk Europa. Het is heel makkelijk om bij antisemitisme direct naar moslims te wijzen, zonder eens eerst even kritisch naar je eigen geschiedenis te kijken.”
Over moslimhaat en islamofobie maakt ze zich ook zorgen. “Als Joden weten we wat het is om als ‘ander’ te worden bestempeld. Ik krijg een heel akelig gevoel bij ‘wij-zij’-denken en nationalistische geluiden waarbij duidelijk is dat ze het op moslims of andere minderheden gemunt hebben.”
‘Waarom word ik ‘gematigde moslim’ genoemd?’
Fatima Akalai is projectleider talentontwikkeling op een Amsterdamse mbo-opleiding. Ze kent Lody van de Kamp van een iftarmaaltijd bij de politie en de dialoogtafel bij de Amsterdamse burgemeester. Met Chantal Suissa zou ze een Joods-Marokkaans feest organiseren – al kon dat niet doorgaan vanwege corona. Als moslim herkent ze veel bij Joodse Nederlanders. “Maar veel mensen vinden het fascinerend om te zien hoe wij met elkaar omgaan. Dan denk ik: hoezo? Waarom vind je dat zo speciaal?”
Van huis uit heeft ze niets anders meegekregen, zegt Akalai. “In Marokko leven ook veel Joden, en mijn ouders hebben me altijd geleerd dat ons geloof teruggaat op het jodendom en christendom. We geloven ook in Jezus en Maria, en de Thora erkennen we ook. Dat staat los van wat je vindt van de oorlog in Israël. Ik heb geleerd: oordeel de ander niet, want de enige die kan oordelen is Allah.”
Als moslim merkt ze veel wantrouwen op in de samenleving, zegt Akalai. “Een vriendin van mij is lesbienne en moslim. Zij zei laatst dat ze het makkelijker vindt om er voor uit te komen dat ze gay is, dan dat ze islamitisch is. Bizar toch? Ik ben wel eens een ‘gematigde’ moslim genoemd. Waarom? Ik ben moslim, punt. Dat is net zoiets als ‘een beetje zwanger’. De gedachte achter die term ‘gematigde moslim’ is, dat als je helemaal moslim bent, je niet zou deugen. Dat ik van Joden hoor dat zij hierin dingen herkennen, vind ik veelzeggend. Wat voor wake-upcall wil je dan nog krijgen?”
Lees ook:
Opvallend, dat antisemitisme binnen partijen die zich laten voorstaan op hun Israël-liefde
Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de ‘keiharde nuance’ en het ‘onverbiddelijke enerzijds-anderzijds’ preekt. Lees hier zijn laatste column over antisemitisme.